'In Wit-Rusland is veel mogelijk, zolang je maar niet over democratie begint'

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op vrijdag 17 december 2010.

De Europese Unie i hamert op vrije verkiezingen in ‘de laatste dictatuur van Europa’. Ondertussen verkennen Nederlanders voorzichtig de Wit-Russische markt.

‘Snel kunnen groeien als daarom gevraagd wordt.’ Dat is volgens de Nederlandse softwareontwikkelaar Jan Hein Schouten een van de belangrijkste redenen om zich in Wit-Rusland te vestigen. In zijn kantoor in het centrum van Minsk zitten een man of 15 ingespannen achter laptops te sleutelen aan ‘weboplossingen voor Nederlandse klanten’, want Wit-Rusland is geen afzetmarkt. Schouten is goed te spreken over het kennisniveau van zijn werknemers. ‘Programmeren draait in de eerste plaats om kennis, maar programmeurs zijn hier ook nog eens allemaal universitair geschoold.’

Schouten is nu vier jaar actief in de Wit-Russische hoofdstad en staat op het punt zijn kantoor uit te breiden. ‘Als het goed is, zitten hier over een paar weken vijftien nieuwe medewerkers.’ zegt hij over de naastgelegen kantoorruimte, waar twee jongens de gipsen wanden met zwarte en gifgroene verf bewerken. ‘Nee, mijn kleur is het niet’, lacht Schouten. ‘Maar ik laat dat graag aan de mensen zelf over.’ In weerwil van het cliché over het ‘communistische arbeidsethos‘ leeft er volgens hem bij de jonge generatie genoeg eigen initiatief.

Geen uitverkoop

Wit-Rusland geldt als een van de laatste communistische bolwerken ter wereld. Tijdens de eerste en tevens laatste eerlijke presidentsverkiezingen na de val van de Sovjet Unie, in 1994, beloofde Alexander Loekasjenko de kiezer om de corruptie uit te roeien en de planeconomie te restaureren. Op dat punt hield hij woord. Maar de Wit-Russische bevolking kreeg er ook een totalitair regime voor terug, waarin de onafhankelijke pers monddood werd gemaakt en politieke opponenten achter tralies verdwenen of dood werden aangetroffen.

Wat niet betekent dat alle Wit-Russen hun president vervloeken. Want behalve repressie bracht hij het land ook stabiliteit en een bescheiden welvaart. Zelfs de economische crisis ging grotendeels aan het land voorbij, zoals wel meer ‘verderfelijke invloeden uit het kapitalistische Westen’. ‘Geen uitverkoop aan het buitenland’ beloofde Loekasjenko onlangs nog.

Knellende banden

Maar de Wit-Russen weten wel beter. In de straten van Minsk wordt stalinistische architectuur (de stad lag na de oorlog in puin) ingepakt met reclamedoeken van Coca-Cola en Nescafé. Lenin en Kalinin staren vanaf hun sokkels op moderne winkelcentra en de brede verkeersaders vullen zich met Duitse en Franse auto’s.

Zonder buitenlands kapitaal redt Wit-Rusland het niet. De staatsschuld en het begrotingstekort lopen hard op. Maar de Europese Unie en de Verenigde Staten keerden ‘de laatste dictatuur van Europa’ de rug toe wegens schending van de mensenrechten, en Wit-Rusland werd de afgelopen 16 jaar een blinde vlek op de Europese kaart, tussen Polen en Rusland.

‘Te somber’

En zo kan het dat een Nederlander op slechts 2000 kilometer van huis anno 2010 nog pioniert in deze Europese metropool. Schouten vindt de Europese kijk op Wit-Rusland ‘veel te somber’. Want er is veel mogelijk in Wit-Rusland, ook al is het dan geen democratie. ‘Evenmin als China dat is.’

Zelf ook actief in China ziet hij een duidelijke parallel. ‘Langzaam opent zich de markt naar het Westen’ En dan is Wit-Rusland logistiek een stuk aantrekkelijker: ‘Als zich een probleem voordoet, stap ik op het vliegtuig en zit ik hier twee uur later aan tafel om het op te lossen.’

Het ondernemersklimaat in Wit-Rusland is nog verre van gunstig. In de sovjetachtige planeconomie werd privé-initiatief ontmoedigd door een ondoorzichtig belastingstelsel en het risico te worden onteigend. ‘Maar die tijd is voorbij’, zegt Marcel Smink, die Nederlandse bedrijven in Wit-Rusland adviseert.

Wodka en vrouwen

Marcel Smink is een veteraan in Minsk. In de 17 jaar dat hij op en neer pendelt zag hij meer Nederlanders vertrekken dan komen. ‘Vooral vrije jongens, niet bestand tegen de wodka en de vrouwen.’ Nu staat Wit-Rusland volgens hem bij een ander type ondernemer in de belangstelling. Grote Nederlandse bedrijven zien kansen. ‘Automatisering, afvalverwerking, energieopwekking, allemaal activiteiten die hier in de kinderschoenen staan, en waar Nederlanders goed in zijn.’

Wit-Rusland heeft nog een belangrijke troef in handen: deze zomer werd een douane-unie met Rusland en Kazachstan gesloten. Plotseling komt Minsk in beeld als draaischijf voor de regio richting het Russische achterland.

Directe vlucht

Nu al is Nederland op papier de grootste handelspartner na Rusland, vanwege de olie-export per spoor vanuit de Wit-Russische stad Brest naar de Rotterdamse haven. En met een dagelijkse directe vlucht tussen Schiphol en Minsk lijkt Wit-Rusland ook naar het Nederlandse zakenleven te wenken.

Die details staan in schril contrast met het beleid van Buitenlandse Zaken dat grote kritiek heeft op sterke man Loekasjenko. Maar na jarenlange, vergeefse pogingen om Lukashenko in het gareel te dwingen door middel van sanctiebeleid zoekt de Europese Unie nu de dialoog met Minsk.

Verandering

Waarschijnlijk zal Europa zich tevreden moeten stellen met kleine verbeteringen, zoals de marginale campagnevrijheid voor oppositieleden. Want Loekasjenko wint de verkiezingen graag met zeer ruime cijfers. Bovendien is de oppositie verdeeld, zegt politicoloog Dzianis Melyantsou. ‘We weten allemaal dat Loekasjenko niet verslagen wordt, maar we voelen wel verandering. Er is meer vrijheid op politiek en economisch vlak’

Voorlopig maant de Nederlandse overheid zijn onderdanen nog tot voorzichtigheid bij het zaken doen in Wit-Rusland. Marcel Smink hoopt op meer pragmatisme in Den Haag. Een handelsmissie in opdracht van de EVD, afgelopen zomer, zou wat hem betreft de opmaat naar meer toenadering moeten vormen, want het Nederlandse beleid is volgens Smink ingehaald door de praktijk. ‘Europa heeft afspraken gemaakt over hoe om te gaan met Wit-Rusland en Nederland heeft zich daar altijd goed aan gehouden. Maar andere EU-landen i zijn daar omheen gerend en hebben hier toch economische contacten gelegd en investeringen gedaan. Dan zeg ik: dan wij ook maar.’


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa