Heeft regeerakkoord gevolgen voor nationaliteitsrecht?
Immigratie- en nationaliteit zijn hete hangijzers voor het nieuwe kabinet CDA i-VVD i, dat gedoogsteun krijgt van de PVV i. Dat werd deze week meteen duidelijk toen Wilders (PVV) eiste dat de nieuwe Staatssecretaris i van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS i), afstand doet van haar Zweedse nationaliteit.
Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner i (CDA), de staatssecretaris van VWS bezit namelijk naast de Nederlandse ook de Zweedse nationaliteit. Volgens Wilders leidt het hebben van een dubbele nationaliteit tot belangenverstrengeling en loyaliteitsconflicten.
Meteen al bij het eerste debat over de regeringsverklaring moest de nieuwe premier Mark Rutte i (VVD) flink aan de bak om zijn staatssecretaris met dubbel paspoort te verdedigen. Hij deed dit door een onderscheid te maken tussen een Zweeds en een Turks paspoort. Zweden bemoeit zich volgens Rutte niet met zijn onderdanen in het buitenland, Turkije doet dit wel.
Nog terughoudender
Rutte kwam zonder kleerscheuren uit het debat, maar de toon is gezet. Enkele weken eerder werd het regeerakkoord gepubliceerd, met daarin opgenomen zeven pagina's over immigratie en nationaliteit. In het kort komt het er op neer dat men immigratie nog meer dan nu al het geval is wil tegen gaan en nóg terughoudender wordt in het verlenen van de Nederlandse nationaliteit.
Hieronder zal ik een aantal van de doelstellingen van het nieuwe kabinet ten aanzien van de Nederlandse nationaliteit bespreken.
1. Het zal lastiger worden om de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen door naturalisatie.
Het nieuwe kabinet wil dat -in meer gevallen dan nu is- pas na vijf jaar verblijf te hebben gehad in Nederland kan worden genaturaliseerd. Ook zal een naturalisandus in principe bij een strafrechtelijk verleden de verkrijging van de Nederlandse nationaliteit worden geweigerd.
Daarnaast wil het nieuwe kabinet een middelenvereiste invoeren voor naturalisandi. Op zich is dit laatste niet nieuw, iedereen die wil naturaliseren zonder verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd of voortgezet verblijf moet al kunnen aantonen dat hij of zij beschikt over voldoende middelen van bestaan.
2. Voor degenen die opteren Nederlander te worden, wordt een taaleis ingevoerd.
Op dit moment geldt de taaleis alleen voor de meerderjarige optanten die het Nederlanderschap kunnen verkrijgen vanwege het feit dat zij vanaf hun vierde levensjaar totaan het bereiken van de achttienjarige leeftijd in Nederland hebben gewoond. Tot voor kort gold er helemaal geen taaleis voor optanten omdat het niet zou passen bij het karakter van optie.
Daar is het vorige kabinet recentelijk vanaf geweken en als de plannen van het nieuwe kabinet worden doorgevoerd, gaat de taaleis dus voor een ieder gelden die door middel van optie Nederlander kan worden.
3. Het Nederlanderschap wordt pas definitief verkregen indien afstand is gedaan van één of meer andere nationaliteiten waarvan afstand gedaan kan worden.
De afstandseis geldt ook al op dit moment. De hoofdregel is dat bij naturalisatie tot Nederlander afstand moet worden gedaan van de oorspronkelijke nationaliteit. Er bestaan wel een aantal uitzonderingen op deze hoofdregel, die ik al eens in een van mijn eerder artikelen heb besproken. Uit onderzoek is gebleken dat vele naturalisandi onder een van deze uitzonderingscategorieën vallen. Of het nieuwe kabinet de uitzonderingscategorieën gaat en kan schrappen is nog maar de vraag.
Wel nieuw van dit plan is dat het Nederlanderschap pas definitief wordt verkregen wanneer afstand is gedaan van een of meer andere nationaliteiten. Er ontstaat dus zo een soort 'tijdelijk Nederlanderschap'. De vraag is of dat geoorloofd is. De vraag is ook of de landen van die andere nationaliteiten dit 'tijdelijk Nederlanderschap' accepteren als een volwaardige andere nationaliteit.
Staatloos
Immers, wanneer de tijdelijke Nederlander afstand doet van zijn of haar andere nationaliteit en het Nederlanderschap is nog geen officiële nationaliteit, dan wordt degene formeel gezien staatloos. Staatloosheid moet te allen tijde worden voorkomen en is slechts onder zeer specifieke omstandigheden geoorloofd (bijvoorbeeld wanneer een persoon onder valse voorwendselen de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen en daarbij de andere nationaliteit heeft opgegeven).
Men kan denken aan de situatie dat de 'tijdelijke Nederlander' naar zijn land van herkomst moet afreizen om afstand te doen van zijn of haar andere nationaliteit. De persoon doet afstand en is dan alleen nog 'tijdelijke Nederlander'. Kan deze persoon dan in het land van herkomst naar de Nederlandse ambassade gaan en melden dat hij nu volledig Nederlander is? Of gebeurt dat van rechtswege?
Kortom, er bestaat nog aardig wat onduidelijkheid over een aantal punten uit het regeerakkoord.
Nederland vrij spel
Problematisch is dat Nederland op het gebied van nationaliteitsrecht niet gebonden is aan het rechtstreeks werkende EU-recht i voortvloeiend uit het EU-verdrag i. De EU-lidstaten i hebben expliciet aangegeven dat zij zich niet willen mengen in elkaars nationaliteitsrecht. Nationaliteitsrecht blijft een zogenoemde 'interne aangelegenheid van de lidstaten' en het zal niet op Europees niveau worden geregeld.
Dat betekent dat Nederland beperkt zal kunnen worden teruggefloten door het Europese Hof van Justitie i. Nederland heeft dan grotendeels vrij spel op het gebied van nationaliteitsrecht, al is het wel gebonden aan het Verdrag tot beperking der staatloosheid en het Europees Verdrag inzake nationaliteit.
Op de vingers getikt
Naast het nationaliteitsrecht, wil het nieuwe kabinet ook op het terrein van immigratie restrictief te werk gaan. De plannen van het kabinet op dit gebied zullen ook de Nederlanders treffen die in het buitenland wonen met hun buitenlandse partner/echtgenote en terug willen keren naar Nederland.
Of de doelstellingen van het nieuwe kabinet ten aanzien van immigratie daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd is onduidelijk, omdat Nederland op het terrein van immigratie is gebonden aan allerlei bindende Europese Richtlijnen waardoor de vrijheid van Nederland om de immigratie wet- en regelgeving (en het beleid) aan te scherpen beperkt is. Bovendien is Nederland al op grond van haar huidige immigratiebeleid meerdere malen door het Europese Hof van Justitie op de vingers getikt.
Dubbele nationaliteit blijft issue
Al met al is het nog maar de vraag of alle doelstellingen uit het Regeerakkoord kunnen worden behaald. Dat geldt zowel voor de plannen op het terrein van immigratie als op het gebied van het nationaliteitsrecht. Dat neemt niet weg dat het voor iedere (toekomstige) Nederlander in het buitenland, al dan niet met een tweede nationaliteit, belangrijk is om de ontwikkelingen in het Nederlands nationaliteitsrecht op de voet te volgen. Niet voor niets ging het eerste debat van het kabinet Rutte over het thema 'dubbele nationaliteit'.