Besluiten van de bijeenkomst van de Europese ministers van Gelijke Kansen

©Michel Glik

Vice-Eerste minister, minister van Werk en van Gelijke Kansen, Joëlle Milquet, heeft op 26 oktober, in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie, de 27 ministers van de Europese Unie belast met de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen uitgenodigd om het te hebben over hun steun aan de uitvoering van de Strategie voor gendergelijkheid (2010-2015) van de Europese Commissie. De besluiten die het Belgisch voorzitterschap uit deze ontmoeting van de Europese ministers van Gelijke Kansen kon trekken over de Europese Strategie voor gendergelijkheid, zijn talrijk.

Vice-Eerste minister, minister van Werk en van Gelijke Kansen, Joëlle Milquet, heeft op 26 oktober, in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie, de 27 ministers van de Europese Unie belast met de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen uitgenodigd om het te hebben over hun steun aan de uitvoering van de Strategie voor gendergelijkheid (2010-2015) van de Europese Commissie. Deze bijeenkomst bood ook de kans om informatie uit te wisselen over hoe de lidstaten hun engagementen die ze hebben genomen in het kader van het Europees Pact voor gendergelijkheid aan te passen en te versterken, in de nieuwe context van de Europa 2020-Strategie.

De besluiten die het Belgisch voorzitterschap uit deze ontmoeting van de Europese ministers van Gelijke Kansen kon trekken over de Europese Strategie voor gendergelijkheid, zijn de volgende:

Openlijke ondersteuning van de werkzaamheden van de Europese Commissie en haar nieuwe Strategie voor gendergelijkheid voor 2010-2015

De ministers van Gelijke Kansen steunen de strategie van Commissaris Reding, alsook haar keuze voor de vijf prioritaire actiedomeinen en horizontale kwesties die in deze nieuwe Strategie vervat zitten, op basis van een tweeledige aanpak, door de gender mainstreaming in te voeren en specifieke maatregelen te nemen. Ze steunen de vijf prioritaire krachtlijnen in de Strategie van de Commissie:

• - 

  gelijke economische onafhankelijkheid;
• - 

  gelijke beloning voor gelijk of gelijkwaardig werk;
• - 

  gelijkheid, waardigheid en integriteit bij besluitvorming;
• - 

  stopzetten van genderspecifiek geweld;
• - 

  gendergelijkheid in externe acties.

Er werd algemeen benadrukt dat een Europese Strategie voor gendergelijkheid alleen maar efficiënt kan zijn als alle actoren uit de politieke wereld, de vakbonden en het middenveld ermee instemmen en als de Strategie berust op een versterkte partnerships onder de bevoegde organen. Er moet bijzondere aandacht uitgaan naar mannen, om ze te betrekken bij en te sensibiliseren voor deze Strategie en acties op te zetten specifiek op hen gericht.

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen als transversale doelstelling van de EU 2020-Strategie

De minister hebben nogmaals het belang herhaald om een stevige en rechtstreekse link te leggen tussen de Strategie voor gendergelijkheid van de Europese Commissie enerzijds, en de EU 2020-Strategie en haar versterkt bestuurskader anderzijds.

Er werd ook nog eens gehamerd op het belang om, in het kader van de EU 2020-Strategie, de werkgelegenheidsgraad van vrouwen op te trekken tot 75 procent, wat zware inspanningen vraagt op zowel nationaal als Europees niveau. Ook de dimensie van het vrouwelijk ondernemerschap werd sterk beklemntoond.

De ministers hebben bevestigd dat het terugdringen van ongelijkheden tussen mannen en vrouwen, vooral wat werkgelegenheid betreft, krachtens nieuwe economische toezichtmechanismen, strikt moet worden opgevolgd door gebruik te maken van subdoelstelligen en exacte indicatoren.

Volgens Joëlle Milquet moet worden aangetoond dat gendergelijkheid niet alleen een voorwaarde is voor fundamenteel respect, waardering en gelijkheid, maar inmiddels ook een voorafgaande voorwaarde voor een duurzame groei, voor het aanzwengelen van de werkgelegenheid en het concurrentievermogen en voor een grotere capaciteit om onze sociale zekerheidsstelsels te financieren via een grotere deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt. Gelijkheid, een democratische noodzaak, wordt ook een economische noodzaak, aangezien de gelijkheid tussen mannen en vrouwen een belangrijk macro-economisch element vormt van duurzame groei en stijgende werkgelegenheid. Dit betekent dat de EU 2020-Strategie een transversale genderdimensie nodig heeft, maar ook dat ze, via een versterkt economisch toezicht, een nieuw en efficiënt middel moet zijn om de vooruitgang van de lidstaten op te volgen in hun werkgelegenheids- en sociaal beleid en dus in hun gelijke kansenbeleid. Dit kan via de opvolging van de nationale hervormingsplannen en de verschillende aanbevelingen die de Europese Raad elk jaar formuleert.

Onder het Hongaars Voorzitterschap het Europees Pact voor gendergelijkheid aanpassen en versterken en, op basis hiervan, de lidstaten uitnodigen om transversale actieplannen aan te nemen inzake gelijke kansen

Dankzij de bijeenkomst van vandaag kon worden besloten dat er nood is om de engagementen van de lidstaten in het kader van het Europees Pact voor gendergelijkheid aan te passen en te versterken om zo de uitvoering van de Strategie van de Commissie te ondersteunen. Dit laat de lidstaten toe om concrete transversale actieplannen aan te nemen. Er moeten bijkomende voorstellen worden toegevoegd aan het Pact, op basis van de acties en transversale vraagstukken zoals die in de Strategie van de Commissie zijn bepaald:

• - 

  De plaats van de tewerkstelling van vrouwen en de link met de Europese werkgelegenheidsstrategie moet worden benadrukt;
• - 

  Naast de kwestie van de werkgelegenheidsgraad van vrouwen en de economische onafhankelijkheid, moeten er in het kader van het Pact verdere en nauwgezette stappen worden gezet op vlak van gelijke verloning. Tijdens de ministeriële conferentie van 25 en 26 oktober kon worden vastgesteld dat de strijd tegen ongelijke verloning geïntegreerde en multidimensionale strategieën nodig heeft. Het Pact moet dus, om juister en operationeler te zijn, op dat punt nog verder ontwikkeld worden.
• - 

  Gelijkheid in het besluitvormingsproces is een belangrijke krachtlijn van de Strategie van de Commissie geworden. Dit wordt tot nu toe nog niet vermeld in het Pact, terwijl vrouwen slecht één zetel op de vier bekleden in de nationale Parlementen en regeringen en ondervertegenwoordigd zijn in leidinggevende functies en raden van bestuur van vennootschappen. Dit element moet zeker een centrale plaats krijgen.
• - 

  Geweld op grond van geslacht moet zeker een vermelding krijgen in het Pact, zodat deze belangrijke lacune in de tekst van de Europese Raad zoals goedgekeurd in 2006, kan worden opgevuld. Het Belgisch Voorzitterschap zal een ontmoeting organiseren tussen de vrouwelijke ministers over de strijd tegen geweld tegen vrouwen en zal hierover op 25 en 26 november in samenwerking met de Europese Commissie een conferentie opzetten. Het zal hierover ontwerp-besluiten voorbereiden met het oog op de EPSCO i-Raad in december.
• - 

  Een betere verzoening van gezins- en beroepsleven, meer mogelijkheden tot beter betaald ouderschapsverlof, verdeeld onder mannen en vrouwen, en het naleven van de te versterken Lissabon-doelstelligen op vlak van kinderopvang, het zijn allemaal weerhouden aandachtspunten.
• - 

  Tot slot moet de gender mainstreaming, in het kader van het Pact, worden versterkt en duidelijker in de verf gezet. Hetzelfde geldt voor het principe om gender mainstreaming te koppelen met specifieke maatregelen (principe van een tweeledige actie).

De vraag om efficiënte en versterkte opvolgingsmechanismes, zonder extra administratieve last, van de inwerkingstelling van de engagementen genomen in het kader van het Pact voor de gendergelijkheid, terwijl het bestuur wordt versterkt

Volgende principes werden verdedigd:

• - 

  Een nauwgezette en efficiënte monitoring ontwikkelen van de genderdimensie van het gevoerde beleid en van de toepassing van de wetgevende instrumenten in de schoot van de Raad, en dit op basis van met name een versterking van de nu bestaande controleraamwerken (Europese Strategie voor de gendergelijkheid, EU 2020-Strategie en het economisch bestuur), door het Europees Instituut voor de gelijkheid van mannen en vrouwen te versterken en er het mandaat van te ontwikkelen;
• - 

  Nadenken hoe, zowel op Europees als op nationaal vlak, het regelmatige en rigoureuse gebruik gepromoot kan worden van indicatoren ter opvolging van beleidsopties inzake gelijkheid van mannen en vrouwen (de Bejing-indicatoren); en het opvolgen van de engagementen die in het kader van de Nationale hervormingsplannen worden genomen, met name door becijferde doelstellingen vast te leggen.
• - 

  Jaarlijkse key messages aannemen op basis van het jaarlijkse voortgangsrapport van de Commissie over de gelijkheid van mannen en vrouwen, opdat die aan de Europese Raad kunnen worden voorgelegd;
• - 

  Een genderperspectief inlassen in de werkzaamheden van de verschillende formaties van de Raad en voorzien dat deze regelmatig verslagen opstellen over thema’s van het Pact voor de gendergelijkheid;
• - 

  Teneinde de voortgang van de realisatie van de gelijkheid van mannen en vrouwen te versnellen en zich erover vergewissen dat de doelstellingen vooropgesteld in de Strategie van de Europese Commissie worden gehaald, is het onontbeerlijk zich te vergewissen van de samenwerking van alle Europese instellingen, van de lidstaten, van de sociale partners, van de organen voor de promotie van de gelijkheid en van het middelveld, elk volgens zijn respectievelijke competenties.
• - 

  Het opzetten van een dialoog op hoog niveau (met de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement) over de voortgang gerealiseerd in het kader van de Strategie voor de gendergelijkheid in de Europese Unie. Joëlle Milquet heeft gezegd dat het nuttig zou zijn gevolg te geven aan de vraag van het Europees parlement om samen met vrouwenorganisaties, syndicale organisaties uit de verschillende lidstaten, de Europarlementsleden, leden van de Europese Commissie, van de Raad en nationale volksvertegenwoordigers jaarlijks een conferentie over een bepaald aspect van de gelijkheid van mannen en vrouwen op te zetten;
• - 

  De uitwisseling van « good practices » onder de lidstaten bevorderen.

De voorbereiding van belangrijke conclusies van het Belgische voorzitterschap teneinde de toekomstige krachtlijnen van het Europees Pact voor gendergelijkheid vast te leggen, met het oog op de goedkeuring ervan door de EPSCO-Raad

In december zal het Belgische voorzitterschap belangrijke conclusies voorstellen die, op basis van de conclusies van de conferentie over de loonkloof, van de vergadering van vandaag en van de Strategie van de Commissie, de toekomstige krachtlijnen zullen vormen van een toekomstig Europees Pact voor de gendergelijkheid, dat onder Hongaars voorzitterschap dient te worden aangenomen. Die conclusies zullen onder meer volgende voorstellen bevatten:

• - 

  De organisatie voor 2012 door de Voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy i, van een thematische Europese raad over de gendergelijkheid ;
• - 

  De organisatie voor 2015 van een Europees jaar van de strijd tegen het geweld jegens vrouwen;
• - 

  Het opzetten van een jaarlijkse Dag tegen de ongelijke verloning.