Internationaal forum over waardig werk

Met dank overgenomen van Belgisch voorzitterschap Europese Unie 2e helft 2010 i, gepubliceerd op donderdag 14 oktober 2010.

:

de minister van Werk pleit voor de systematische organisatie van een G20 `werk' voor elke G20-Top

Ter gelegenheid van het Internationaal forum voor waardig werk, dat op 11 en 12 oktober door het Belgische Voorzitterschap in Brussel werd georganiseerd, heeft Vice-Eerste minister en minister van Werk, Joëlle Milquet, gepleit voor een internationale strategie van menselijke en duurzame groei en een wereldwijd socio-economisch bestuur waarin werkgelegenheid en waardig werk centraal staan.

Tijdens het Forum, dat ministers, experts van internationale organisaties, (IAO, Oeso, Europese Commissie, hoge ambtenaren), Europese en internationale sociale partners, en vertegenwoordigers van ngo's samenbracht, werden belangrijke besluiten aangenomen en werden de volgende stappen uitgetekend die de sociale dimensie van de globalisering vaste vorm kunnen geven. Er werd ook gedebatteerd over waardig werk en dit tijdens drie themazittingen, die aantoonden dat het noodzakelijk is om de externe dimensie van het werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid te versterken: de tewerkstelling van jongeren, de vergroening van de economie en de handelsinstrumenten.

I. Krachtlijnen voor een mondiaal socio-economisch bestuur

Minister van Werk Joëlle Milquet herhaalde dat het Globaal Pact voor de werkgelegenheid een belangrijke rol heeft gespeeld, waardoor waardig werk opnieuw een globale prioriteit werd en de relevantie ervan om de economische crisis het hoofd te bieden opnieuw werd aangetoond. Daarna stelde ze volgende besluiten voor:

  • De systematische organisatie van een bijeenkomst van de ministers van Werk van de G20 en de G8 voorafgaand aan elke G20- en G8-Top, en dit om concrete aanbevelingen voor de G20-Top voor te bereiden en deze bijeenkomsten op te volgen. Op de volgende Raad van de Europese ministers van Werk zal hierover een aanvraag worden voorgesteld, zodat deze opgenomen kan worden in het standpunt dat de Europese Unie in Seoul zal verdedigen. Het is de enige manier om werkgelegenheid op de agenda van de G20 door te drukken en er een motor van het toekomstige groeigerichte beleid van

te maken.

  • De externe dimensie van het werkgelegenheidsbeleid en het sociaal beleid versterken waardoor een coherent sociaal luik binnen een gemeenschappelijk buitenlands beleid kan worden gevoed en versterkt.
  • De versterking van regionale dialogen en strategische partnerschappen aangaande een werkgelegenheidsbeleid gebaseerd op de notie `waardig werk'.
  • De universele rol van de IAO versterken inzake werkgelegenheid alsook haar rol binnen de G20 en haar rol om garant te staan voor de arbeidsnormen en sociale bescherming;
  • Waardig werk internationaal promoten;
  • Het IAB en de instellingen van de Europese Unie dichter bij elkaar brengen.

II. Waardig werk: een thematische aanpak en de externe dimensies van het werkgelegenheids- en sociaal beleid

Er werden drie themazittingen georganiseerd rond de grootste uitdagingen voor waardig werk en met het oog op het uitwerken van de externe dimensie van het werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid.

A. De situatie van jongeren tijdens de crisis en waardig werk

De situatie van jongeren blijft een van de grootste uitdagingen overal ter wereld. Zij maken immers 40 procent van de werklozen uit. Volgens het rapport over jongeren en de crisis van de IAO, wordt de situatie in sommige landen onhoudbaar en vormt ze een ware bedreiging voor de sociale cohesie.

Veel jongeren hebben ook een precaire job, met weinig zekerheid en ongezond.

Volgende concrete voorstellen werden op het Forum geformuleerd:

o Een gestructureerde regionale en bilaterale dialoog ontwikkelen die draait rond de verschillende onderdelen van de notie waardig werk, namelijk dat van het decente loon, dat van

de uitroeiing van

de kinderarbeid,

en dat van

de vakbondsvertegenwoordiging.

o Partnerschappen ontwikkelen rond concrete projecten die meetbare en meer zichtbare samenwerking opzet tussen regeringen, sociale partners, enzovoort; met name partnerschappen die waarde hechten aan stages en alternerende opleidingen, een betere omkadering van jongeren op de werkvloer, en de verbetering van de kwalificaties van jongeren, vooral na het verlaten van de schoolbanken.

o Promotie van het belang van de sociale dialoog voor de ontwikkeling van een correct loon en betere arbeidsvoorwaarden.

B. De vergroening van de economie en waardig werk

De overgang naar een groene economie heeft gevolgen en zal nog gevolgen hebben op de situatie van de arbeidsmarkten, niet alleen voor bepaalde sectoren, maar voor de hele economie en voor alle werknemers. Alle sprekers hebben, met het oog op deze transformatie, benadrukt dat een kader voor waardig werk relevant is aangezien een groene job niet per se een waardige job is: het gaat dan om arbeidsvoorwaarden en kwaliteit van de arbeid en dus om arbeidsrecht, sociale bescherming tijdens de overgang en de rol van de sociale dialoog. Volgende pistes werden weerhouden:

o Net zoals bij het thema jongeren, gestructureerde regionale en bilaterale dialogen ontwikkelen over groene jobs, die draaien rond de verschillende onderdelen van waardig werk.

o Concretere partnerschappen ontwikkelen over de kwaliteit van arbeid, gezondheid en veiligheid en de nieuwe risico's die verbonden zijn met deze jobs, en de uitdaging van de vorming.

o De sociale partners aanmoedigen om de sociale dialoog nieuw leven in te blazen;

oproepen tot maatschappelijk verantwoord ondernemen om in het kader van de vergroening van de economie, kwaliteitsvolle jobs te ontwikkelen.

C. De ontwikkeling van handelsovereenkomsten en waardig werk

De werkzaamheden die de Wereldhandelsorganisatie heeft verricht in het kader van de Doha-cyclus en de bilaterale en multilaterale overeenkomsten die maar blijven toenemen om de liberalisering van uitwisselingen te bevorderen, hebben en zullen een aanzienlijke impact hebben op de functionering van de economieën, en dus ook op de werkgelegenheid. Het Forum heeft volgende elementen voor het voetlicht gebracht:

o Het optrekken van het aantal handelsovereenkomsten die arbeidsclausules bevatten;

o De noodzaak om mechanismes voor de regeling van geschillen inzake de interpretatie

en uitvoering van arbeidsnormen

op

te nemen

in

de handelsovereenkomsten;

o Met het oog op analyses en monitoring ervan de transversale sociale clausule voorzien in artikel 9 van het Verdrag eveneens in het kader van de externe dimensie ontwikkelen;

o Sociaal verantwoord ondernemen vormt in dit kader ook een belangrijke uitdaging.

Joëlle Milquet heeft opgeroepen om dit principe te versterken en om onze ondernemingen die in het buitenland investeren, op te leggen om arbeidsnormen te respecteren.