Vraaggesprek met Jacques Delors

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op vrijdag 8 oktober 2010, 14:23.

20 jaar geleden werd Duitsland herenigd. Naar aanleiding hiervan bezochten Lothar de Maizière, de eerste democratisch verkozen premier van Oost-Duitsland, en voormalig Commissievoorzitter Jacques Delors i het Europese Parlement i. Na zijn toespraak in de plenaire zitting spraken we met Jacques Delors. Hij benadrukte vooral de prestatie die Duitsland op 20 jaar tijd leverde, de nood aan een Europese "ziel" en de oorzaken van het wankele Europese project: antipedagogie, globalisatie en individualisme.

Mijnheer Delors, u was Commissievoorzitter ten tijde van de Duitse hereniging. Wat was uw rol in deze "versnelling van de geschiedenis"?

Jacques Delors : De evolutie van de gebeurtenissen in 1989 had misschien niet tot een wereldoorlog, maar alleszins tot bloedige confrontaties en onstabiele situaties kunnen leiden. Dat dit werd vermeden hebben we aan velen te danken, vooral aan Gorbatsjov, president Bush senior, kanselier Kohl en Lothar de Mazière. De leiders van de lidstaten en van de Gemeenschap hebben zeer snel begrepen dat de Oost-Duitsers deel uitmaakten van Europa.

Tijdens heel deze periode was ik Commissievoorzitter. Ik had dus initiatiefrecht en was de bewaker van de verdragen. Ik heb geprobeerd om vanaf 1988 de aandacht te vestigen op de problemen in kwestie, en meteen na de val van de muur heb ik de Oost-Duitsers uitgelegd dat zij in Europa een plaats hadden. Sommigen hebben me hiervoor bekritiseerd, maar dat heeft werkelijk bijgedragen tot een historische stap vooruit.

Hebt u ook twijfels gehad in verband met een geslaagde integratie van Oost-Duitsland in de Europese Gemeenschap i?

JD : Ja. De eindbalans is positief maar een verantwoordelijk man als ik moet ook twijfels hebben. Ik had uitgelegd aan de Oost-Duitsers dat er, tussen de zogenaamde "Wessies" en "Ossies", problemen waren.

Het was niet zeker dat het goed zou aflopen. Aan de andere kant was er duidelijk veel enthousiasme in West-Duitsland om de andere helft te helpen. Veel West-Duitse ondernemers hebben bedrijven opgestart in Oost-Duitsland, dat in een verschrikkelijke economische toestand verkeerde.

In zijn geheel is dit verhaal nog steeds niet afgelopen. Maar ik meen dat Duitsland op twintig jaar tijd een indrukwekkende prestatie heeft geleverd.

Kunnen de lessen getrokken uit het Duitse herenigingsproces Europa helpen om de huidige uitdagingen aan te gaan, in het bijzonder de integratie van nieuwe lidstaten?

JD : De situatie is in grote mate verschillend. De gebeurtenissen van 1989 hebben de weg geopend voor de Duitse hereniging én voor de uitbreiding van Europa. Toch denk ik dat wat in Duitsland is gebeurd zeer emotioneel was voor alle West-Europeanen.

Duitse hereniging en Europa

  • 09-11-1989: Val van de Berlijnse Muur
  • 11-11-1989: Delors zegt dat Oost-Duitsland haar plaats heeft in de Europese Gemeenschap
  • 24-04-1990: De Europese Raad i steunt de hereniging
  • 03-10-1990: Duitse hereniging

Wat betreft de andere landen, moet ik zeggen dat ik altijd een voorstander van de uitbreiding van de EU i ben geweest, maar dat is een ander verhaal. Misschien is dat proces niet met de juiste methode gebeurd. In elk geval, als ik aan de macht was geweest had ik de uitbreiding ook vergemakkelijkt.

Er is nood aan wederzijds begrip tussen Europeanen, zoals ten tijde van de "Vaders" van Europa, en niet enkel gemeenschappelijke belangen. Men moet die vlam van toen brandend houden. Ooit heb ik gezegd dat "Europa een ziel nodig heeft". Dat heeft misschien enkele gelovigen gechoqueerd, maar ik bedoelde het in niet-religieuze zin. Vandaag heeft Europa nog steeds een "ziel" nodig.

"Dankzij het Europees Parlement is de pluralistische en levende democratie geen hol concept maar een realiteit" heeft u vandaag aan de parlementsleden gezegd. Hoe kan Europa vandaag de link met de burger, die vaak als gebroken wordt beschouwd, herstellen?

JD : Ik heb deze ochtend ( donderdag 7 oktober) gezegd dat de Europese democratie bestaat. Het is bijvoorbeeld dankzij het Parlement dat de richtlijn over de vrijheid van diensten werd herschreven en werd aangenomen. Maar van de 27 regeringen, hoeveel daarvan spreken over het werk van het EP? Hoeveel daarvan leggen aan hun burgers uit dat er een democratie bestaat in Europa? Niet één! De antipedagogie komt niet van de Europese instellingen, maar van de nationale regeringen.

Het Europese project is in crisis, hoort men vaak. Wat denkt u hiervan en welke visie heeft u voor de toekomst van Europa?

JD : Ik heb zonet één van de oorzaken van de crisis te berde gebracht. Er zijn er nog twee andere. De globalisatie leidt tot een zeker nationalisme, zelfs tot een zeker regionalisme. Bovendien heeft het individualisme zich in onze samenlevingen meer en meer verspreid. Dat schaadt niet alleen de nationale maar ook de Europese democratie.

Op Facebook heeft een van onze fans geschreven: "tot nu is het Europese project een project geweest dat van bovenaf werd gestuurd, een top-down project. Maar om een werkelijke unie te creëren, moet het ook een bottom-up project worden". Wat denkt u daarvan?

JD : Het is niet fout wat daar gezegd wordt. In het begin werd het project gedragen door het enthousiasme van na de oorlog en vervolgens werd het eerder een elitair, economisch project. Zolang Europa geen federatie is zoals de Verenigde Staten, blijven de nationale regeringen de tussenliggende schakel om de democratie te doen leven. Maar als die beslissen om over het Europa van vandaag te spreken zoals op het Congres van Wenen twee eeuwen geleden, dan is er niets aan te doen. We kunnen geen Europa creëren tegen de wil van de regeringen; maar deze hebben geen enthousiasme meer voor Europa.

REF. : 20101006STO85428

Nadere informatie :

Al het nieuws