September, het nieuwe schooljaar staat voor de deur!
Begin september. Het is weer zover! De dagen beginnen te korten, de zomer gaat langzaam over in de herfst en de vakantie zal al gauw niet meer dan een verre herinnering zijn. Voor jongeren die nog op de schoolbanken zitten, is het eind van de vakantie in hun ogen uiteraard synoniem met het eind van een zorgeloze tijd. In heel Europa, met zijn overeenkomsten maar ook zijn vele verschillen, maken de jonge Europeanen zich op om weer naar school te gaan!
Op Europese schaal betekent het nieuwe schooljaar dat ongeveer 100 miljoen mensen weer aan de slag gaan. Ofwel ongeveer een vijfde van de totale bevolking van de Europese Unie i. En dan hebben we nog niet eens de leraren meegerekend en alle anderen wier beroep direct te maken heeft met schoolmilieu. Die indruk dat de tijd na de zomervakantie sneller gaat, is dus absoluut gegrond.
In sommige landen van de EU zijn de scholen al een tijdje bezig. In Denemarken bijvoorbeeld zijn de lessen weer begonnen op 11 augustus. Net als Duitsland en Nederland is Denemarken een van de EU-lidstaten i met de kortste zomervakantie.
Het nieuwe schooljaar begint dus niet overal in de EU op dezelfde datum en dat is niet het enige verschil tussen de onderwijssystemen in de 27 lidstaten. In bepaalde landen zoals Italië is er alleen ‘s ochtends les. In andere landen zoals Frankrijk en België duren de lessen de hele dag. Het aantal uren dat een leerling in de schoolbanken doorbrengt, varieert ook sterk van land tot land. In het kader van hun onderwijsstelsel legt ieder land dan weer het accent op een eigen reeks prioriteiten. Sommigen hechten bijvoorbeeld meer belang aan kunstonderwijs of sportactiviteiten. Anderen zetten bij voorkeur in op andere competentiegebieden voor de ontplooiing van hun leerlingen.
Hoewel de 27 lidstaten hun eigen beleid ontwikkelen op het gebied van onderwijs, neemt de Europese Unie hier de rol op zich van platform voor de uitwisseling van beste praktijken en het vaststellen van gemeenschappelijke doelen. Bovendien financiert de EU talrijke programma’s die de Europese studenten in staat stellen om wat ze geleerd hebben, optimaal te benutten door onderwijs te volgen of vrijwilligerswerk te doen in een ander land.
Zo moedigt bijvoorbeeld het programma Comenius i van de Europese Commissie i uitwisselingen en partnerschappen aan tussen docenten en leerlingen van scholen in verschillende landen van de EU. Concreet betekent dit dat een klas in Finland door middel van een videoconferentie kan debatteren over de milieuproblematiek met leerlingen in Spanje. Het doel van het programma is om dit jaar de grens van 3 miljoen leerlingen te bereiken, die aan deze partnerschappen deelnemen. Deze vormen een bron van wederzijds verrijkende uitwisselingen.
Afgezien van de vele verschillen in de onderwijssystemen kunnen we de kinderen van de Europese Unie alleen maar toewensen dat ze ten volle profiteren van deze leerperiode, van deze prachtige jaren waarin ze een essentieel deel van hun persoonlijkheid ontwikkelen. Rest ons nog een laatste advies aan onze jeugd: "Profiteer er zoveel mogelijk van!".