Bijeenkomst EPSCO: werkgelegenheid centraal in het nieuwe economische bestuur
A. Het economsich bestuur 1. Inleiding van het Belgische voorzitterschap over het economische bestuur
Het Voorzitterschap heeft de kwestie van het economisch bestuur ter sprake gebracht vanuit de vaststelling dat het werkgelegenheidsbeleid, zo het centraal komt te staan in de EU i 2020 strategie, ook centraal in het toekomstige economische bestuur zal moeten staan. In zijn analyse heeft het Voorzitterschap onderstreept dat dit twee belangrijke veranderingen vereist:
1°- Allereerst moet er erkend worden dat de werkgelegenheid niet alleen een onmiskenbare factor van sociale cohesie is, maar dat ze ook (en evenzeer) een fundamenteel element uitmaakt van de competitiviteit en een groeifactor. En toch heeft dit sleutelelement in het groei- en competitiviteitsbeleid, en dus ook een sleutelelement van het macro-economische beleid, totnogtoe niet de aandacht gekregen die het verdiende.
- Allereerst vormt het werkgelegenheidsbeleid een factor van macro-economische en budgetaire stabiliteit op korte en middellange termijn: de werkloosheids-/werkloosheidsgraad vormt een klassieke parameter van elk macroeconomisch beleid op korte of middellange termijn en het is met name via deze weg dat het deficit automatisch toeneemt van zodra de fiscale en sociale inkomsten verminderen en de uitgaven voor de werkloosheidsuitkeringen toenemen. - Het werkgelegenheidsbeleid vormt eveneens een factor van competitiviteit en groei op langere termijn :
participatiegaad, kwalificatie en vorming, flexicurity, kwaliteitsvolle overgangen op of naar de arbeidsmarkt en activering);
- aan de vraagzijde op de arbeidsmarkt (ontwikkeling van KMO's, « groene » en
« witte » economie, beheersing van de arbeidskosten met betrekking tot loon en belasting ervan, dat alles op één lijn met de ontwikkeling van een banenscheppende groei en met aandacht voor stabiliteit binnen de Economische en Monetaire Unie i).
2°- Deze verschillende elementen en argumenten tonen aan dat het werkgelegenheidsbeleid centraal in het macro-economische en in de groei- en competitiviteitspolitiek moet komen te staan, alsook in het hart van het nieuwe economische bestuur. Het Voorzitterschap heeft een actieve rol voor de Epsco-raad in het kader van het bestuur binnen de EU 2020-Strategie verdedigd, waarbij alle mogelijkheden van artikel 148 van het Verdrag zouden worden benut. Volgende aandachtspunten werden daarbij belicht:
De beleidsopties inzake werkgelegenheid en arbeidsmarkt moeten geïntegreerd worden in zowel de toekomstige macro-economische als de toekomstige thematische toezichtmechanismes zoals voorzien in de voorstellen van de Commissie, en de Epscoraad moet erbij betrokken worden.
-Concreet moeten de werkzaamheden van de Epsco-raad in lijn gebracht worden met de kalender van het toekomstige Europese semester, om aldus elementen te kunnen aandragen voor de werkzaamheden van de Europese Raad i van de lente en voor die van de maand juni.
-De Epsco-raad zal haar werkmethodes moeten wijzigen, haar instrumenten moeten aanscherpen en de coördinatie met de Ecofin i-raad moeten versterken.
-Het wederzijds leren en de uitwisseling van « good practises » zullen ontwikkeld moeten worden.
-De permanente opvolging van het arbeidsmarktbeleid brengt de noodzaak met zich mee om pertinente indicatoren te ontwikkelen, samengebracht in een boordtabel die gelinkt zijn aan de richtsnoeren inzake werkgelegenheid. Die boordtabel moet het mogelijk maken de ontwikkeling te vermijden van macro-economische onevenwichten op de arbeidsmarkt die de Europese Economische en Monetaire Unie.
-Bovendien zal het belangrijk zijn de sociale partners daar op regelmatigere basis bij te betrokken, en dit met name alvorens de aanbevelingen voor de lente en voor juni worden goedgekeurd.
2. De aanbevelingen betreffende de plaats van het werkgelegenheidsbeleid in het kader van
het economisch bestuur, voorgelegd aan de Voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy i, door de ministers en zijn antwoord
Via een rondetafelgesprek kon één convergerende visie worden gevormd over de wens van de ministers van Werk om de werkgelegenheid een centrale plaats te geven in de Europa 2020Strategie en in de bestuursmechanismes, door de rol van de Epsco-Raad te integreren en door ervoor te pleiten de werkzaamheden van de Epsco aan te passen aan de cyclus van het toekomstige "Europese semester". Ze wensen dat de aanbevelingen over werkgelegenheid worden opgenomen in de globale en nationale economische aanbevelingen die jaarlijks worden geformuleerd in het kader van het nieuwe "Europese semester". Er werd ook benadrukt dat artikel 148 van het Verdrag de basis moet worden van de toezichtmechanismes, of ze nu macroeconomisch of thematisch zijn. Tijdens de lunch stond de Voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, open voor de analyse en voorstellen van de ministers. Hij heeft aangetoond op welk punt een banenscheppende groei ervoor kan zorgen dat we uit de crisis geraken, en op welk punt werkgelegenheid een factor kan zijn voor het concurrentievermogen. Hij is ook van mening dat de Epsco een belangrijkere rol moet spelen in het toekomstige economische bestuur, dat de coördinatie met de Ecofin-Raad van groot belang is en dat het macro-economisch en thematisch toezicht beter op mekaar moet aansluiten. Het Voorzitterschap zal de besluiten samenvatten in een document dat naar de verschillende lidstaten gestuurd zal worden. Dit document zal de concrete voorstellen bevatten waarover een akkoord is. Deze zullen ook worden voorgelegd aan Voorzitter Barroso. Het Voorzitterschap heeft de Commissie de opdracht gegeven om samen met de EMCO een concrete aanpak voor te bereiden om de Epsco beter te betrekken in het bestuur en de nieuwe actiemodaliteiten voor de komende weken te organiseren.
B. Het nieuwe werkgelegenheidsbeleid en de impact van demografische
en klimaatveranderingen
Na de werklunch met de Voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy i, hebben de ministers zich gebogen over de belangrijkste punten van de strategieën die moeten worden ingevoerd om de nieuwe uitdagingen in het werkgelegenheidsbeleid aan te gaan.
-
1.Demografische veranderingen: de arbeidsdeelname verhogen en reorganiseren en witte jobs creëren.
Gezien de demografische uitdaging en om te kunnen anticiperen op de zware gevolgen van de langere levensduur, hebben de ministers de toekomstige actieplannen besproken die in het kader van het werkgelegenheidsbeleid moeten worden opgezet. Gezien de globale daling van het aantal werknemers en de gevolgen daarvan op de economische groei en onze overheidsfinanciën, hebben de ministers voornamelijk het volgende benadrukt:
-De arbeidsdeelname en actief ouder worden verhogen;
-De organisatie van de loopbaan en de arbeidsomstandigheden aanpassen gedurende de volledige loopbaan, alsook het evenwicht tussen privé- en beroepsleven; voortdurend leren; gezondheid en veiligheid op het werk.
Gezien de stijging van de vraag naar diensten aan personen, hebben de ministers de nadruk gelegd op de noodzaak om « witte jobs » te creëren en op de specifieke kwesties die verbonden zijn aan vorming en kwalificaties, en aan de financiering van deze jobs.
-
2.Groen werkgelegenheidsbeleid: groene jobs een belangrijke en noodzakelijke motor voor een succesvolle overgang naar een competitieve CO2-arme economie.
Wat de klimatologische uitdaging betreft, houdt de overgang naar een CO2-arme economie grote economische en industriële veranderingen in die gevolgen zullen hebben voor de arbeidsmarkten. De ministers van Werk hebben de veranderingen en de gevolgen van de overgang naar een groenere economie op de arbeidsmarkten uitgebreid besproken. Ze zijn het met elkaar eens dat de « groene jobs » een groot potentieel aan jobs vormen. Volgende zaken werden onderlijnd:
-Anticiperen op en de rol van vaardigheden en kwalificaties die nodig zijn voor de overgang naar een CO2-arme economie
-De rol van de overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling en begeleiding van werknemers, vooral voor de meest kwetsbare
-De rol van de Europese structuurfondsen.
De Europese Commissie i heeft aangekondigd aan werkdocument te publiceren over werkgelegenheid en de klimatologische uitdaging. De ministers van Werk zijn verheugd over dit initiatief. Het Voorzitterschap herhaalt nog eens dat de ontwikkeling van groene jobs en van een werkgelegenheidsbeleid om de klimatologische uitdaging aan te gaan, een van zijn grootste politieke prioriteiten is, om tijdens de Epsco-Raad in december 2010 tot politieke besluiten te komen.