Minister Donner en hoogleraar Van den Berg over 'Het goede Kamerlid'
Den Haag (PDC): Wat is het goede Kamerlid? Over welke eigenschappen moet deze bezitten en zijn alle problemen opgelost als we alleen maar 'ideale' mensen in de Kamer hebben?
Deze vragen stonden centraal tijdens de laatste van drie discussiebijeenkomsten in het teken van de parlementaire zelfreflectie over 'de staat van het parlement'. Demissionair i minister Donner i en prof. dr. J.Th.J. van den Berg i leidden de discussie hierover in, waarna de zaal haar reacties kon geven.
Demissionair minister Donner gaf een negatief antwoord op eerder gestelde vragen. De eisen die gesteld worden aan een goed Kamerlid zijn volgens hem aan verandering onderhevig.
Donner stelde onder meer dat democratische besluitvorming in de Tweede Kamer lang niet altijd tot de beste oplossingen leidt en dat goede individuele Kamerleden niet automatisch tot een goed functionerende en effectieve Kamer leiden. Kamerleden richten zich namelijk vooral op de fractie.
Daarnaast was hij kritisch over de manier waarop de Kamer wordt afgeschilderd door de media. Van den Berg was het met hem eens dat in de media niet altijd een juiste weergave van het werk van de Kamer wordt gegeven. Hierdoor krijgen ook kandidaat-Kamerleden een vertekend beeld van de werkelijkheid. Kamerleden werken er soms echter ook zelf aan mee, bijvoorbeeld door theatraal optreden in de Kamer.
Van den Berg legde verder nadruk op de rechten van de oppositie, maar gaf aan dat de oppositie hier ook misbruik van kan maken. Als voorbeeld noemde hij de dertigledenregeling. Hierdoor kunnen dertig leden van de Kamer een spoeddebat agenderen. Dit heeft tot een overvloed aan spoeddebatjes geleid.
Ten slotte maakt hij onderscheid tussen een debat- en werkparlement zoals in Duitsland. Hiermee doelt hij erop dat inhoudelijke zaken meer door commissies moeten worden behandeld. In de plenaire vergadering is dan volop ruimte voor 'theater'.