Wereldomroep: Nederland krijgt een zesje voor persvrijheid
Genoemd in de Persvrijheidsmonitor:
· 8 x Geweld tegen journalisten en fotografen. In twee gevallen speelde de politie daar een hoofdrol in.
· 4 x werden journalisten bedreigd, één maal met de dood.
· 5 x was er een inbreuk op bronbescherming. Met als dieptepunt inbeslagname en aantoonbaar afluisteren.
· Vele zaken waarbij media een beroep doen op de Wet Openbaarheid van Bestuur en vervolgens door een trainerende en saboterende overheid geen inzage krijgen in allerlei materiaal.
· 2 x een weigering om de pers toe te laten tot nieuwsrelevante gebeurtenissen
Specifieke voorbeelden:
· Burgemeester van Utrecht die lokale krant onder druk zet om een negatief stuk over hem niet te publiceren
· Vakantiefoto's van Kroonprins Willem Alexander en zijn vrouw Maxima die niet gepubliceerd mogen worden
· De informatievoorziening over de binnenkomende post van de Tweede Kamer aan de media is stopgezet
Geen vermoorde journalisten in Nederland, maar de persvrijheid staat wel onder druk. Volgens de voorzitter van het Persvrijheidsfonds, Ron Abram verdient Nederland niet meer dan een mager zesje.
Nederlandse journalisten worden soms gedwarsboomd door criminelen, maar en misschien wel kwalijker vindt Abram, ook de politie werkt in een aantal gevallen journalisten tegen. Dat blijkt ook uit de eerste Persvrijheidsmonitor die op de internationale Dag van de Persvrijheid is gepresenteerd. Daarin is bijgehouden hoe vaak journalisten vorig jaar in problemen kwamen.
Achterop raken
Ron Abram, oud-hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad en tegenwoordig voorzitter van het Persvrijheidsfonds vindt dat Nederland wat wetgeving betreft achterop raakt in Europa i. 'We doen het beter dan pakweg Italië, beter dan denk ik sommige nieuwe Europese lidstaten', aldus Abram.
'Maar', vervolgt Abram, 'professor Wouter Hins, onderzoeker van de persvrijheidsmonitor, is niet erg te spreken over de positie van Nederland als je naar Europa kijkt. Hij zegt dat we Europees een beetje achterop lopen en daar heeft hij toch wel sterke punten bij.'
'Hins noemt onder ander de Wet Openbaarheid Bestuur. Wij waren min of meer koploper en nu sukkelen we wat achteraan. De wettelijke regeling bronbescherming is door de Minister van Justitie Hirsch Ballin ter hand genomen, maar loopt Europees ook achter allerlei feiten aan. Dus we doen het niet echt lekker goed', zegt Abram.
Verschoningsrecht
Een goed voorbeeld is het zogeheten verschoningsrecht: journalisten mogen hun bronnen geheim houden. Toch is daar in de afgelopen jaren een aantal keren onrechtmatig inbreuk op gemaakt. Bij journalisten werd materiaal in beslag genomen en de telefoon afgeluisterd.
Het Europese Hof van Justitie veroordeelde het gijzelen van de Nederlandse journalist Voskuil, die weigerde zijn bronnen bekend te maken. Alleen als er een zwaarwegend maatschappelijk belang is, kan een journalist gedwongen worden zijn bronnen bekend te maken.
Moeizaam
Volgens Abram traineert de Nederlandse overheid ook de Wet Openbaarheid Bestuur. Journalisten krijgen maar moeizaam toegang tot documenten die zij op grond van die wet mogen inzien. Volgens Abram moet daar een nieuwe wettelijke regeling voor komen, net als voor het verschoningsrecht.
In de Persvrijheidsmonitor is bijgehouden wat journalisten voor tegenwerking ondervonden bij hun werk. Die monitor wordt voor het eerst gepresenteerd op de Internationale Dag van Persvrijheid en het is de bedoeling dat het een jaarlijkse traditie wordt. Abram geeft een aantal voorbeelden van gebeurtenissen die in de monitor zijn opgenomen.
Hinderen
Criminoloog Frank Bovenkerk deed ook onderzoek naar persvrijheid in Nederland. Hij vroeg aan 400 journalisten in hoeverre zij in hun werk belemmerd worden. Uitkomst is dat journalisten last hebben van politie en politiewoordvoerders, maar ook van boze buurtbewoners en criminele organisaties. Volgens Bovenkerk is het vooral kwalijk dat de politie de journalisten in hun werk hindert. Zij overtreden daar volgens hem zelfs wetgeving mee.
Bovenkerk: 'er zijn in Nederland nu langzamerhand een groot aantal uitspraken, ook van het Europese Hof van de mensenrechten, waarin de autoriteiten in Nederland op hun vingers worden getikt. Bijvoorbeeld over het feit dat een journalist als Voskuil is gegijzeld, omdat hij weigerde zijn bronnen prijs te geven. En er is de stellige indruk bij de Nederlandse Vereniging van Journalisten dat Nederland op het ogenblik achterloopt in dit soort kwesties en het kortwieken van het werk van journalisten veel te veel toelaat.'
Bezuinigingen
Bovenkerk onderstreept daarmee de mening van Abram dat Nederland achterloopt bij Europese wetgeving over persvrijheid. Maar dat is niet de enige bedreiging voor de onafhankelijke journalistiek. Volgens Abram staat de hele journalistiek in Nederland onder druk door de voortgaande bezuinigingen in de media. Daardoor wordt van steeds minder journalisten steeds meer gevraagd. En dat komt de vrije nieuwsgaring en de onderzoeksjournalistiek ook niet ten goede.