Kabinetsformaties in vergelijkend perspectief
Kamerverkiezingen worden gekenmerkt door een structureel gebrek aan resultaat, zei een Nederlandse politicus in de jaren '70.
Deze uitspraak is nog steeds actueel. Er zijn nauwelijks formele regels omtrent de wijze waarop een kabinet wordt geformeerd na parlementsverkiezingen. Elke formatie heeft haar eigen dynamiek. Toch kent de formatieprocedure wel een aantal informele regels. Welke zijn deze 'spelregels'?
In dit promotieproject wordt getracht het proces van de Nederlandse kabinetsformatie nader te analyseren. Het lijkt duidelijk dat de "vier p's" moeten worden bepaald: welke partijen nemen deel aan de formatie, welk programma kunnen zij overeenkomen, welke partij krijgt welke portfolio's, en welke personen worden benoemd tot minister?
Teneinde dit proces beter te kunnen begrijpen, wordt dit onderwerp tevens vanuit een vergelijkend perspectief bestudeerd. Andere parlementaire stelsels formeren op geheel eigen wijze een nieuwe regering. De Nederlandse praktijk wordt vergeleken met die in enkele andere Europese landen, waarmee wordt beoogd antwoord te geven op vragen als: waarom neemt het Duitse formatieproces zoveel minder tijd in beslag, en waarom lijken minderheidscoalities in Zweden en Denemarken goed te werken?
Deze promotiestudie, gefinancierd door het Montesquieu Instituut, is gestart in 2009 en wordt uitgevoerd door Peter Bootsma.
MI lezing van 24 juni 2010 over de ontwikkelingen in de kabinetsformatie.