Titel V: Bepalingen inzake de secretaris-generaal van de raad, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en de plaatsvervangend secretaris-generaal van de raad
Artikel 6
De ambtstermijnen van de secretaris-generaal van de Raad, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad eindigen op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. De Raad benoemt een secretaris-generaal overeenkomstig artikel 240, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.