Artikel 4:
Na de vaststelling van een maatregel overeenkomstig deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan Denemarken de Raad en de Commissie er te allen tijde van in kennis stellen dat het voornemens is die maatregel te aanvaarden. In dat geval is de procedure van artikel 331, lid 1, van dat Verdrag van overeenkomstige toepassing.