Artikel 2:
Teneinde te voldoen aan de in artikel 1 genoemde doelstellingen verbinden de lidstaten die deelnemen aan de permanente gestructureerde samenwerking, zich ertoe:
-
a)vanaf de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon samen te werken met het oog op het halen van de overeengekomen streefcijfers betreffende het niveau van de investeringsuitgaven voor militair materieel en die streefcijfers regelmatig opnieuw te bezien in het licht van het veiligheidsklimaat en de internationale verantwoordelijkheden van de Unie;
-
b)hun defensie-instrumentarium zoveel mogelijk onderling af te stemmen, met name door de militaire behoeften op geharmoniseerde wijze vast te stellen door hun defensiemiddelen en defensievermogens te poolen en, in voorkomend geval, te specialiseren, alsmede door samenwerking ten aanzien van opleiding en logistiek te stimuleren;
-
c)concrete maatregelen te nemen om de beschikbaarheid, interoperabiliteit, flexibiliteit en inzetbaarheid van hun strijdkrachten te verbeteren, met name door gemeenschappelijke doelstellingen voor het inzetten van strijdkrachten te bepalen, en daarbij eventueel hun nationale besluitvormingsprocedures opnieuw te bezien;
-
d)samen te werken om ervoor te zorgen dat zij de nodige maatregelen nemen om, onder andere door multinationale benaderingen en onverminderd de verbintenissen dienaangaande in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de in het kader van het "vermogensontwikkelingsmechanisme" geconstateerde leemten op te vullen;
-
e)in voorkomend geval samen te werken bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke of Europese programma's voor belangrijke uitrusting in het kader van het Europees Defensieagentschap.