Artikel 42 (oud artikel 43):
Algemene bepalingen
42.1. Een derogatie als bedoeld in artikel 139 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, brengt mee dat voor de betrokken lidstaat uit de volgende artikelen van deze statuten geen rechten of verplichtingen voortvloeien: 3, 6, 9.2, 12.1, 14.3, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 26.2, 27, 30, 31, 32, 33, 34 en 49.
42.2. De centrale banken van de lidstaten met een derogatie als bedoeld in artikel 139 van dat Verdrag behouden hun bevoegdheden op het gebied van het monetair beleid overeenkomstig de nationale wetgeving.
42.3. Overeenkomstig artikel 139 van dat Verdrag wordt lidstaten gelezen als lidstaten die de euro als munt hebben in de volgende artikelen van deze statuten: 3, 11.2 en 19.
42.4. Nationale centrale banken wordt gelezen als centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben in de volgende artikelen van deze statuten: 9.2, 10.2, 10.3, 12.1, 16, 17, 18, 22, 23, 27, 30, 31, 32, 33.2 en 49.
42.5. Aandeelhouders wordt gelezen als centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben in artikel 10.3 en artikel 33.1.
42.6. Het geplaatste kapitaal van de ECB wordt gelezen als het kapitaal van de ECB dat is geplaatst bij de centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben in artikel 10.3 en artikel 30.2.