Artikel 64:
De bepalingen inzake de talenregeling die van toepassing is op het Hof van Justitie van de Europese Unie worden door de Raad met eenparigheid van stemmen bij verordeningen vastgesteld. Die verordening wordt vastgesteld op verzoek van het Hof van Justitie en na raadpleging van de Commissie en het Europees Parlement, of op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Hof van Justitie en het Europees Parlement.
Zolang die bepalingen niet zijn vastgesteld, blijven de bepalingen van het reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie en die van het reglement voor de procesvoering van het Gerecht inzake de regeling van het taalgebruik van toepassing. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 253 en 254 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, moet iedere wijziging of intrekking van die bepalingen door de Raad met eenparigheid van stemmen worden goedgekeurd.
[*] Artikel ingevoegd bij Besluit 2008/79/EG, Euratom (PB L 24 van 29.1.2008, blz. 42).