Na ontbinding gekozen Tweede Kamer moet tweede lezing afmaken, maar regels wijzigen niet
Bij de herziening van de Grondwet blijft het uitgangspunt dat de na ontbinding gekozen Tweede Kamer de tweede lezing afhandelt. Aanpassing van de bepalingen over de herzieningsprocedure zijn echter niet nodig. Dat schrijft minister Ter Horst i in een notitie die zij op verzoek van de Eerste Kamer heeft geschreven.
Aanleiding voor de notitie was dat in 2003 de tweede lezing van enkele voorstellen tot Grondwetsherziening niet meer door de in 2002 gekozen Tweede Kamer konden worden afgehandeld. Die Kamer was in 2002 gekozen, na Kamerontbinding i vanwege de Grondwetsherziening. Weliswaar stelden Raad van State en beide Kamers dat afhandeling door een later gekozen Tweede Kamer mocht, maar wenselijk vinden zij dat niet.
De minister stelt nu dat direct na het aantreden van een nieuwe Kamer de wetsvoorstellen in tweede lezing aanhangig moeten worden gemaakt. De Kamers zelf zouden in hun reglement kunnen opnemen dat die lezing spoedig wordt aangevat, om zo de kans dat afronding niet voor eventuele (vervroegde) verkiezingen plaatsvindt, sterk wordt verminderd.
De minister wijst vier opties om de procedure in de Grondwet te wijzigen af. Die opties zijn:
-
-uitsluitend de na ontbinding gekozen Tweede Kamer kan in tweede lezing beslissen
-
-de Tweede Kamer is aan een termijn voor behandeling gebonden
-
-alleen bij dringende redenen mag een later gekozen Tweede Kamer de tweede lezing voltooien
-
-onverwijlde indiening tweede lezing vastleggen in de Grondwet
Het stellen van dergelijke dwingende regels vindt de minister niet wenselijk, omdat dit in bepaalde situaties tot vertraging kan leiden.
bron: kamerstuk 31.570, nummer 14