Vijfde Afdeeling. Van de wetgevende macht.
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 110: Uitoefening wetgevende macht
- 111: Koning zendt voorstellen aan Tweede Kamer
- 112: Aan openbare beraadslaging gaat onderzoek vooraf
- 113: Recht van wijziging
- 114: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Tweede Kamer
- 115: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Eerste Kamer
- 116: Intrekken voorstel
- 117: Recht van voordracht
- 118: Formulier voor zending wetsvoorstellen naar Eerste Kamer
- 119: Formulieren voor goed- en afkeuring wetsvoorstellen door Eerste Kamer
- 120: Andere voordrachten
- 121: Formulieren waarmee Koning wetsvoorstel goed- of afkeurt
- 122: Goedgekeurde wetsvoorstellen krijgen kracht van wet; afkondiging; wetten zijn onschendbaar
- 123: Wetten alleen voor het Rijk verbindend
110: Uitoefening wetgevende macht
De wetgevende macht wordt gezamenlijk door den Koning en de Staten-Generaal uitgeoefend.
111: Koning zendt voorstellen aan Tweede Kamer
De Koning zendt Zijne voorstellen, hetzij van wet, hetzij andere, aan de Tweede Kamer bij eene schriftelijke boodschap of door eene Commissie.
Hij kan aan bijzondere door hem aangewezen commissarissen opdragen de ministers bij het behandelen van die voorstellen in de vergaderingen der Staten-Generaal bij te staan.
112: Aan openbare beraadslaging gaat onderzoek vooraf
Aan de openbare beraadslaging over eenig ingekomen voorstel des Konings gaat altijd een onderzoek van dat voorstel vooraf.
De Kamer bepaalt in haar Reglement van Orde de wijze, waarop dit onderzoek zal worden ingesteld.
113: Recht van wijziging
De Tweede Kamer alsmede de vereenigde vergadering der Staten-Generaal heeft het recht wijzigingen in een voorstel des Konings te maken.
114: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Tweede Kamer
Wanneer de Tweede Kamer tot aanneming van het voorstel, hetzij onveranderd, hetzij gewijzigd, besluit, zendt zij het aan de Eerste Kamer met het volgende formulier:
"De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevens gaande voorstel des Konings en is van oordeel, dat het, zooals het daar ligt, door de Staten-Generaal behoort te worden aangenomen."
Wanneer de Tweede Kamer tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning met het volgende formulier :
"De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt den Koning haar dank voor Zijn ijver in het bevorderen van de belangen van den Staat en verzoekt Hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen."
115: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Eerste Kamer
De Eerste Kamer overweegt, met inachtneming van artikel 111, het voorstel zoodanig als het door de Tweede Kamer is aangenomen.
Wanneer zij tot aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning en aan de Tweede Kamer, met de volgende formulieren:
"Aan den Koning!"
"De Staten-Generaal betuigen den Koning hunnen dank voor Zijnen ijver in het bevorderen van de belangen van den Staat en vereenigen zich met het voorstel zoo als het daar ligt."
"Aan de Tweede Kamer!"
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij zich heeft vereenigd met het voorstel betrekkelijk...., op den ...., aan haar door de Tweede Kamer toegezonden."
Wanneer de Eerste Kamer tot niet-aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning en aan de Tweede Kamer, met de volgende formulieren:
"Aan den Koning!"
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal betuigt den Koning haren dank voor zijnen ijver in het bevorderen van de belangen van den Staat, en verzoekt hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen."
"Aan de Tweede Kamer!"
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal, geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij den Koning eerbiedig heeft verzocht het voorstel betrekkelijk ...., op den ...., aan haar door de Tweede Kamer toegezonden, in nadere overweging te nemen."
116: Intrekken voorstel
Zoolang de Eerste kamer nog niet heeft beslist, blijft de Koning bevoegd het door hem gedaan voorstel weder in te trekken.
117: Recht van voordracht
De Staten-Generaal hebben het recht voorstellen van wet aan den Koning te doen.
118: Formulier voor zending wetsvoorstellen naar Eerste Kamer
De voordracht daartoe behoort uitsluitend aan de Tweede Kamer, die het voorstel overweegt op gelijke wijze als zulks ten aanzien van 's Konings voorstellen is bepaald, en, na aanneming, aan de Eerste Kamer verzendt met het volgende formulier :
"De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevensgaande voorstel, en is van oordeel, dat de Staten-Generaal daarop 's Konings bewilliging behooren te verzoeken."
Zij is bevoegd aan een of meer van hare leden de schriftelijke en mondelinge verdediging van haar voorstel in de Eerste Kamer op te dragen.
119: Formulieren voor goed- en afkeuring wetsvoorstellen door Eerste Kamer
Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze te hebben beraadslaagd, het voorstel goedkeurt, zendt zij het aan den Koning met het volgende formulier:
"De Staten-Generaal oordeelende, dat het nevensgaande voorstel zou kunnen strekken tot bevordering van de belangen van den Staat, verzoeken eerbiedig daarop 's Konings bewilliging."
Voorts geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier:
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft kennis aan de Tweede Kamer, dat zij zich heeft vereenigd met het van haar op den ..... ontvangen voorstel betrekkelijk ...... en daarop namens de Staten-Generaal 's Konings bewilliging heeft verzocht."
Wanneer de Eerste Kamer het voorstel niet goedkeurt, zoo geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier:
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft geene genoegzame reden gevonden om op het hiernevens teruggaande voorstel 's Konings bewilliging te verzoeken."
120: Andere voordrachten
Andere voordrachten, dan voorstellen van wet, kunnen door elke Kamer afzonderlijk aan den Koning worden gedaan.
121: Formulieren waarmee Koning wetsvoorstel goed- of afkeurt
De Koning doet de Staten-Generaal zoo spoedig mogelijk kennis dragen of hij een voorstel van Wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt. Die kennisgeving geschiedt met een der volgende formulieren:
"De Koning bewilligt in het voorstel."
of: "De Koning houdt het voorstel in overweging."
122: Goedgekeurde wetsvoorstellen krijgen kracht van wet; afkondiging; wetten zijn onschendbaar
Alle voorstellen van wet, door den Koning en de beide kamers der Staten-Generaal aangenomen, verkrijgen kracht van wet, en worden door den Koning afgekondigd.
De wetten zijn onschendbaar.
123: Wetten alleen voor het Rijk verbindend
De wetten zijn alleen voor het Rijk verbindende, voor zoover daarin niet is uitgedrukt dat zij voor Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao verbindend zijn.