Eerste Afdeeling. Algemeene beschikkingen.
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 145: Regtspraak in naam des Konings
- 146: Algemene wetboeken; regtsgebied over het krijgsvolk en schutterijen; regtspraak inzake belastingen
- 147: Onteigening
- 148: Regterlijke magt oordeelt bij twistgedingen over eigendom, schuldvordering, burgerlijke regten en burgerschapsregten
- 149: Uitoefening regterlijke magt
- 150: Wettelijke toekenning regter; geschillen over bevoegdheden
- 151: In hechtenis name
- 152: Arrestatie buiten wettelijk gezag om
- 153: Huisregt
- 154: Briefgeheim
- 155: Geen verbeurdverklaring van goederen na veroordeling
- 156: Motiveringsplicht bij vonnissen; openbaarheid zittingen
145: Regtspraak in naam des Konings
Er wordt alom in de Nederlanden regt gesproken in naam des Konings.
146: Algemene wetboeken; regtsgebied over het krijgsvolk en schutterijen; regtspraak inzake belastingen
Er is een algemeen wetboek van burgerlijk regt, van koophandel, van strafregt, van burgerlijke regts- en van strafvordering en van de zamenstelling der regterlijke magt.
De wet regelt insgelijks het regtsgebied over het krijgsvolk en de schutterijen.
Zij regelt ook de regtspraak over geschillen en overtredingen in zake aller belastingen.
147: Onteigening
Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet, dan ten algemeenen nutte en tegen voorafgaande schadeloosstelling.
De wet verklaart vooraf dat het algemeen nut de onteigening vordert.
Een algemeene wet regelt de uitzondering op het vereischte van zoodanige verklaring ten behoeve van vestingbouw en den aanleg, het herstel of onderhoud van dijken, bij besmetting en andere dringende omstandigheden.
De bovengenoemde vereischten van voorafgaande verklaring door eene wet, en van voorafgaande schadeloosstelling kunnen niet worden ingeroepen, wanneer oorlog, brand of watersnood eene onverwijlde inbezitneming vorderen. Het regt van den onteigende op schadeloosstelling wordt hierdoor echter niet verkort.
148: Regterlijke magt oordeelt bij twistgedingen over eigendom, schuldvordering, burgerlijke regten en burgerschapsregten
Alle twistgedingen over eigendom of daaruit voortspruitende regten, over schuldvordering en andere burgerlijke regten, behooren bij uitsluiting tot de kennis van de regterlijke magt.
Aan haar behoort insgelijks, behoudens de uitzonderingen door de wet te bepalen, de beslissing over burgerschapsregten.
149: Uitoefening regterlijke magt
De regterlijke magt wordt alleen uitgeoefend door regters, welke de wet aanwijst.
150: Wettelijke toekenning regter; geschillen over bevoegdheden
Niemand kan tegen zijnen wil worden afgetrokken van den regter, dien de wet hem toekent.
De wet regelt de wijze, waarop geschillen over bevoegdheid, tusschen de administrative en regterlijke magt ontstaan, worden beslist.
151: In hechtenis name
Buiten de gevallen in de wet bepaald, mag niemand in hechtenis worden genomen, dan op een bevel van den regter, inhoudende de redenen der gedane aanhouding. Dit bevel moet bij, of zoo spoedig mogelijk na de aanhouding beteekend worden aan dengene, tegen wien het is gerigt.
De wet bepaalt den vorm van dit bevel, en den tijd, binnen welken alle aangeklaagden moeten worden verhoord.
152: Arrestatie buiten wettelijk gezag om
Wanneer een ingezeten, in buitengewone omstandigheden, door het politiek gezag is gearresteerd, is hij, op wiens bevel zoodanige arrestatie plaats heeft gehad, gehouden daarvan terstond kennis te geven aan den plaatselijken regter, en hem voorts den gearresteerde binnen den tijd van drie dagen over te leveren.
De criminele regtbanken zijn verplicht, elk in haar ressort, te zorgen dat zulks stiptelijk worde nagekomen.
153: Huisregt
Niemand mag de woning eens ingezeten diens ondanks binnentreden, dan op last eener magt, door de wet bevoegd verklaard dien last te geven, en volgens de vormen in de wet bepaald.
154: Briefgeheim
Het geheim der aan de post of andere openbare instelling van vervoer toevertrouwde brieven is onschendbaar, behalve op last des regters, in de gevallen in de wet omschreven.
155: Geen verbeurdverklaring van goederen na veroordeling
Op geene misdaad mag als straf gesteld worden de verbeurdverklaring der goederen, den schuldige toebehoorende.
156: Motiveringsplicht bij vonnissen; openbaarheid zittingen
Alle vonnissen moeten de gronden, waarop zij rusten, en in strafzaken de artikelen der wet, waarop de veroordeeling rust, vermelden, en met open deuren worden uitgesproken.
De teregtzittingen zijn openbaar, behoudens de uitzonderingen in het belang der openbare orde en zedelijkheid, door de wet vast te stellen.