Europese Unie onderzoekt verdwijning bijen
Europa onderzoekt de spontane verdwijning van bijenvolken. Dit onderwerp kwam aan de orde tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 13 juli. Ook de situatie op de zuivelmarkt, het werkprogramma van de nieuwe voorzitter Zweden en het 'witboek klimaat' stonden op de agenda.
Sla de volgende lijst met navigatielinks over
-
-
Zweden voorzitter van de EU
Elk half jaar is een ander land voorzitter van de Europese ministerraden. Sinds 1 juli is dat Zweden. De Zweedse minister van landbouw Eskil Erlandson presenteerde in deze vergadering zijn prioriteiten. Zweden zet in op de mondiale uitdagingen op het gebied van voedsel en klimaat. Het gaat om oplossingen voor de voedselproductie in de toekomst. De landbouwsector speelt een belangrijke rol bij het oplossen van klimaat en voedselvraagstukken. Ten tweede wil Zweden het werk aan de EU-strategie voor diergezondheid voortzetten. Ten derde wil Zweden de discussie over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid afmaken.
Bijen
In heel Europa verdwijnen bijenvolken. Bijen zijn van vitaal belang voor de landbouw. Ze bestuiven bloemen zodat er vruchten ontstaan. Al enige jaren worden bijenvolken bedreigd, bijvoorbeeld door de Varraomijt. De laatste tijd lijken er ook 'spontaan' bijenvolken te verdwijnen. In Nederland is er al intensief onderzoek naar de oorzaken van de vermindering van bijenvolken. Minister Verburg i pleitte in de Landbouwraad ervoor dat álle kennis en ervaring die ook in andere landen wordt opgedaan goed gedeeld en gebruikt wordt om ervoor te zorgen dat bijen een belangrijke rol blijven spelen in de landbouw. De Eurocommissaris i ondersteunde dit pleidooi en vermeldde dat er ook op Europees niveau onderzoek wordt gedaan.
Lage melkprijzen in Europa
Het gaat slecht op de zuivelmarkt. De melkprijs is historisch laag en er dreigen problemen bij veel melkveehouders. Ook de landbouwministers van de verschillende lidstaten maken zich zorgen. Eurocommissaris i voor landbouw Fischer Boel i presenteerde een voorstel voor een verlenging van de interventie voor boter en melkpoeder aan. Dat betekent dat de Europese Commissie i boter en melkpoeder kan aankopen en opslaan om die later weer te verkopen. Op die manier wordt voorkomen dat de prijs door een te groot aanbod nóg verder daalt. Deze maatregel zou eind augustus aflopen om vervolgens pas weer in april 2010 in werking te treden. Er was brede steun in de landbouwraad om nu ook de tussenliggende periode te overbruggen. Volgende week komt er een rapport van de Europese Commissie waarin de situatie op de zuivelmarkt uitgebreid wordt beschreven. Voor de nieuwe voorzitter van de Landbouwraad is dat aanleiding om de Landbouwraad van eind september te vervroegen naar 7 september. Verschillende lidstaten bepleiten nog meer maatregelen. Die komen waarschijnlijk ook aan de orde in deze vervroegde Landbouwraad.
Klimaat en landbouw
De Europese Commissie heeft eerder dit jaar een Witboek i 'adapting to climate change' uitgebracht. Daarin staat een analyse en de mogelijke maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan én om op de gevolgen ervan voorbereid te zijn. In verschillende ronden zullen de lidstaten hun mening geven over wat er verwacht wordt. Bij de landbouw gaat het voornamelijk om de gevolgen voor de landbouw en de oplossingen die de landbouw kan bieden om klimaatverandering tegen te gaan. De ministers van alle lidstaten mochten nu aangeven welke gevolgen van de klimaatverandering het meest op hun land van invloed was. Daarnaast konden de ministers aangeven welk landbouwkundig onderzoek gewenst was om maatregelen te nemen die klimaatverandering tegengaan of om de veranderingen op te kunnen vangen. Nederland verwacht dat het efficiënt gebruik van zoet water in de landbouw en industrie één van de belangrijkste opgaven wordt. In elk land zijn de gevolgen van de klimaatverandering anders. Daarom is Nederland ook blij dat de Europese Commissie een gebiedsgerichte aanpak voorstelt. Op het gebied van onderzoek benadrukte minister Verburg het belang van innovatieve onderzoeksprogramma's, bijvoorbeeld voor nieuwe gewassen die minder water nodig hebben of ook op zilte grond goed groeien.