Vijfde Afdeeling, Van de Regterlijke Magt
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 65: Regtspraak in naam en van wegens den Koning
- 66: Regterlijke Magt alleen uitgeoefend door Regters - Scheiding der Machten
- 67: Geen bloedverwantschap tussen Leden Regtbanken, eisen bij vervulling
- 68: Motiveringspligt bij criminele vonnissen
- 69: Vonnissen met open deuren, geen verbeurdverklaring van goederen
- 70: Krijgsvolk onderworpen aan Burgerlijken Regter in civile zaken en commune delicten
- 71: Hoog Nationaal Geregtshof, eisen aan Leden
- 72: Procedure bij vacature; Publieken Aanklager
- 73: Onschendbaarheid Leden Vergadering en Staatsraad, Ministers van Staat, en Hoge Ambtenaren; opheffing immuniteit
- 74: Oordeel over alle actiën waarin Staat gedaagd wordt
- 75: Procedure bij betrokkenheid Gemeenelands Collegiën, Ontvangers, Rentmeesters en andere Agendarissen
- 76: Speciaal toezigt over Geregtshoven
- 77: Hooger beroep
- 78: Mandaat: verlenen Surchéance van Betaling, Brieven van Sureté de Corps, dispensatiën
- 79: Procedure voor mogelijke wijziging in organisatie der Regterlijke Magt
65: Regtspraak in naam en van wegens den Koning
Het Regt wordt in naam en van wegens den Koning uitgeoefend.
66: Regterlijke Magt alleen uitgeoefend door Regters - Scheiding der Machten
De Regterlijke Magt wordt alleen uitgeoefend door Regters, ingevolge de Wet aangesteld. Geene Politieke Magt vermag de onafhankelijkheid der Regters in de uitoefening van eenig gedeelte van hunne werkzaamheden te belemmeren.
67: Geen bloedverwantschap tussen Leden Regtbanken, eisen bij vervulling
In geene Regtbanken zullen de Leden bij derzelver aanstelling elkander onderling, of ook de publieke Aanklagers bij dezelve, bestaan, tot in den vierden graad van Bloedverwantschap of Zwagerschap. Niemand kan den Post van Regter of Publieken Aanklager waarnemen, die niet is Stemgeregtigd Burger, en den vollen ouderdom van 25 jaren bereikt heeft.
68: Motiveringspligt bij criminele vonnissen
In alle Criminele Vonnissen wordt het misdrijf van den Veroordeelden uitgedrukt, op poene van nulliteit.
69: Vonnissen met open deuren, geen verbeurdverklaring van goederen
Alle Vonnissen moeten met opene deuren worden gepronuntiëerd. Nimmer heeft eenige verbeurdverklaring van goederen plaats.
70: Krijgsvolk onderworpen aan Burgerlijken Regter in civile zaken en commune delicten
Het Krijgsvolk te Water en te Lande blijft, met betrekking tot alle civile zaken en commune delicten, onderworpen aan den Burgerlijken Regter.
71: Hoog Nationaal Geregtshof, eisen aan Leden
Er zal een Hoog Nationaal Geregtshof zijn; de Leden zullen ten aanzien van ouderdom en inwoning dezelfde vereischten moeten bezitten, als hij Art. 52 voor de Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogenden zijn bepaald, en zich, overeenkomstig het gestatueerde bij Art. 67, niet mogen bestaan in of binnen den vierden graad van Bloedverwantschap of Zwagerschap.
72: Procedure bij vacature; Publieken Aanklager
Bij vacature zenden de overige Leden eene Nominatie van drie Personen aan de Vergadering van Hun Hoog Mogenden, welke daar uit de verkiezing doet.
De Koning heeft de aanstelling van den publieken Aanklager bij het Nationaal Geregtshof, en van de publieke Aanklagers bij de Departementale Geregtshoven, uit eene Nominatie van drie Personen, door het Hof, hij hetwelk de vacature voorvalt, te formeren.
73: Onschendbaarheid Leden Vergadering en Staatsraad, Ministers van Staat, en Hoge Ambtenaren; opheffing immuniteit
De Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogenden en van den Staatsraad zijn nimmer verantwoordelijk voor de door hun uitgebragte advisen.
De Ministers van Staat en Leden van alle Administrative Raden zijn alle aan den Koning verantwoording schuldig; ingevalle zij deswegens in regten mogten betrokken worden, zullen zij voor het Hoog Nationaal Geregtshof worden aangesproken.
De Leden der Vergadering van Hun Hoog Mogenden, de Ministers van Staat, de Leden van den Staatsraad, en de Hooge Ambtenaren van Staat, zullen voor het Hoog Nationaal Geregtshof ten allen tijde teregt staan wegens misdrijven, welke zij in de waarneming van hunne Posten mogten hebben begaan; alsmede wegens misdaden, welke zij mogten hebben bedreven, gedurende den tijd dat zij deze Posten bekleeden; doch tot het gewone leven terug gekeerd, zullen zij wegens laatstgemelde voor hunnen gewonen Burgerlijken Regter worden teregt gesteld.
74: Oordeel over alle actiën waarin Staat gedaagd wordt
Het Nationaal Geregtshof oordeelt over alle Actiën waar in de Staat als Gedaagde wordt aangesproken.
75: Procedure bij betrokkenheid Gemeenelands Collegiën, Ontvangers, Rentmeesters en andere Agendarissen
Wanneer de Staat, of wel eenige Gemeenelands Collegiën, Ontvangers, Rentmeesters of andere Agendarissen, in derzelver qualiteit voor het Nationaal Geregtshof in regten betrokken worden, zullen Hun Hoog Mogenden, op voordragt van den Koning, het algemeen belang zulks vorderende, hetzelve Hof kunnen aanschrijven, om met de cognitie der zaak, het zij voor eenen bepaalden, het zij voor eenen onbepaalden tijd te supersederen, en is het Nationaal Geregtshof verpligt, aan zoodanige aanschrijving te defereren zullende de Koning, Hun Hoog Mogenden niet vergaderd zijnde, tot het doen van eene provisionele aanschrijving tot dat oogmerk, bevoegd zijn.
76: Speciaal toezigt over Geregtshoven
Het Nationaal Geregtshof heeft speciaal toezigt over de Geregtshoven en Regtbanken in het Koningrijk; het kan derzelver Vonnissen en Handelingen, voor zoo verre deze met de Wetten, aangaande de administratie der Justitie, en de form van Regtspleging strijdig zijn, schorsen en vernietigen; hetzelve zal echter nimmer bevoegd zijn, zich in de heoordeeling der zaak zelve intelaten.
77: Hooger beroep
Aan het Nationaal Geregtehof valt hooger beroep van alle gewijsde in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de Departementale Geregtshoven.
78: Mandaat: verlenen Surchéance van Betaling, Brieven van Sureté de Corps, dispensatiën
Het Nationaal Geregtehof verleent surchéance van betaling, Brieven van Sureté de Corps, en voorts zoodanige dispensatiën, als door de Wet aan hetzelve zullen worden opgedragen.
79: Procedure voor mogelijke wijziging in organisatie der Regterlijke Magt
Met betrekking tot alles wat tot de Regterlijke Magt behoort, het getal en de organisatie van Geregtshoven en Regtbanken, het zij Burgerlijke, het zij Militaire, wordt aan den Koning overgelaten, om daaromtrent aan de Vergadering van Hun Hoog Mogenden zoodanige veranderingen en verbeteringen voortedragen, als in vervolg van tijd wenschelijk zullen bevonden worden.