Grondwet 1848 (demo-versie)
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 6: Ieder Nederlander is tot elke landsbediening benoembaar
- 9: Petitierecht
- 10: Regt tot vereeniging en vergadering
- 147: Onteigening
- 151: Vrijheidsontneming (A)
- 152: Vrijheidsontneming (B)
- 154: Briefgeheim
- 167: Alle openbare godsdienstuitoefening wordt toegelaten
- 194: Openbaar onderwijs
- 195: Armbestuur
6: Ieder Nederlander is tot elke landsbediening benoembaar
Ieder Nederlander is tot elke landsbediening benoembaar. Geen vreemdeling is hiertoe benoembaar, dan volgens de bepalingen der wet.
9: Petitierecht
Ieder ingezeten heeft het regt om verzoeken aan de bevoegde magt schriftelijk in te dienen, mits die persoonlijk en niet uit naam van meer worden onderteekend, welk laatste alleen kan geschieden door of van wege ligchamen, wettelijk zamengesteld of als zoodanig erkend, en in dat geval niet anders dan over onderwerpen tot hunne bepaalde werkzaamheden behoorende.
10: Regt tot vereeniging en vergadering
Het regt der ingezetenen tot vereeniging en vergadering wordt erkend. De wet regelt en beperkt de uitoefening van dat regt in het belang der openbare orde.
147: Onteigening
Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet, dan ten algemeenen nutte en tegen voorafgaande schadeloosstelling.
De wet verklaart vooraf dat het algemeen nut de onteigening vordert.
Een algemeene wet regelt de uitzondering op het vereischte van zodanige verklaring ten behoeve van vestingbouw en den aanleg, het herstel of onderhoud van dijken, bij besmetting en andere dringende omstandigheden.
De bovengenoemden vereischten van voorafgaande verklaring door eene wet, en van voorafgaande schadeloosstelling kunnen niet worden ingeroepen, wanneer oorlog, brand of watersnood eene onverwijlde inbezitneming vorderen. Het regt van den oneigende op schadeloosstelling wordt hierdoor echter niet verkort.
151: Vrijheidsontneming (A)
Buiten de gevallen in de wet bepaald, mag niemand in hechtenis worden genomen, dan op een bevel van den regter, inhoudende de redenen der gedane aanhouding. Dit bevel moet bij, of zoo spoedig mogelijk na de aanhouding moet beteekend worden aan dengene, tegen wien het is gerigt.
De wet bepaalt den vorm van dit bevel, en den tijd binnen welken alle aangeklaagden moeten worden verhoord.
152: Vrijheidsontneming (B)
Wanneer een Ingezeten, in buitengewone omstandigheden, door het politiek gezag is gearresteerd, is hij, op wiens bevel zoodanige arrestatie heeft plaats gehad, gehouden daarvan terstond kennis te geven aan den plaatselijken regter, en hem voorts den gearresteerden binnen den tijd van drie dagen, over te leveren.
De criminele regtbanken zijn verpligt, elk in haar ressort, te zorgen dat zulks stiptelijk wordt nagekomen.
154: Briefgeheim
Het geheim der aan de post of andere openbare instelling van vervoer toevertrouwde brieven is onschendbaar, behalve op last des regters, in de gevallen in de wet omschreven.
167: Alle openbare godsdienstuitoefening wordt toegelaten
Alle openbare godsdienstoefening binnen gebouwen en besloten plaatsen wordt toegelaten, behoudens de noodige maatregelen ter verzekering der openbare orde en rust.
Onder dezelfde bepaling blijft de openbare godsdienstoefening buiten de gebouwen en besloten plaatsen geoorloofd, waar zij thans naar de wetten en reglementen is toegelaten.
194: Openbaar onderwijs
Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg de Regering.
De inrigting van het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, door de wet geregeld.
Er wordt overal in het Rijk van overheidswege voldoend openbaar lager onderwijs gegeven.
Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezigt der overheid, en bovendien, voor zoover het middelbaar en lager onderwijs betreft, behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid des onderwijzers; het een en ander door de wet te regelen.
De Koning doet van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal geven.
195: Armbestuur
Het armbestuur is een onderwerp van aanhoudende zorg der Regering, en wordt door de wet geregeld. De Koning doet van de verrigtingen dienaangaande jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal geven.