De verkiezingen van het Europees Parlement: wat zijn de regels?
Begin juni zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement i in 27 lidstaten
In de eerste week van juni zullen burgers uit de hele EU hun stem uitbrengen voor de verkiezingen van het Europees Parlement. De EU heeft niet één enkele kieswet: veel details zijn op nationaal niveau vastgelegd. Er is echter wel een reeks basisregels waar de landen zich aan moeten houden. Deze regels zorgen ervoor dat alle parlementsleden door middel van vrije verkiezingen met geheime stemming op basis van evenredige vertegenwoordiging worden verkozen.
Aanvankelijk voorzag het EG-verdrag dat het Parlement door middel van een 'uniforme procedure', voorgesteld door het Parlement en waar de lidstaten mee akkoord waren gegaan, zouden moeten worden gekozen.
Hoewel het Parlement verschillende voorstellen heeft gedaan voor een uniforme procedure, zijn de lidstaten nooit akkoord gegaan. In 1976 gingen de lidstaten echter akkoord met de 'Verkiezingsakte'.
Deze Akte bepaalde het aantal zetels voor elk van de toenmalige negen lidstaten en de lengte van de parlementaire termijn: vijf jaar. De verkiezingen moeten in dezelfde week tussen donderdag en zondag worden gehouden en het tellen van de stemmen mocht niet gebeuren voordat de stembureaus waren gesloten.
Een nieuwe Akte voor de verkiezingen
Het Verdrag van Amsterdam i zorgde voor een wijziging, die tot een systeem van 'algemene beginselen' leidde waaronder de parlementsleden zouden moeten worden verkozen. Dit opende nieuwe onderhandelingen tussen het Parlement en de Raad en resulteerde in een nieuwe goedgekeurde versie van de Verkiezingsakte die in 2002 werd aangenomen en voor de verkiezingen in 2004 van kracht was.
De belangrijkste elementen van de gewijzigde Akte:
-
-de leden van het Europese Parlement worden verkozen door middel van algemeen kiesrecht in vrije verkiezingen, met geheime stemmingen met evenredige vertegenwoordiging
-
-een land kan worden opgedeeld in kiesgebieden waar evenredige vertegenwoordiging wordt toegepast
-
-lidstaten kunnen een kiesdrempel opleggen die niet hoger mag zijn dan 5%
Stemmen in het land waar je woont
Het Verdrag van Maastricht i introduceerde in 1997 het burgerschap van de EU. Sindsdien is er de mogelijkheid voor EU-burgers om hun stem uit te brengen voor de verkiezingen van het lokale en Europees Parlement in het EU-land waar zij wonen. Zij kunnen dan enkel kiezen voor kandidaten die op de kieslijst van dat land staan. Burgers kunnen zich ook in een andere EU-lidstaat kandidaat stellen.
Naar echte Europese lijsten voor de verkiezingen?
De Duitse voorzitter van de parlementaire commissie Constitutionele zaken, de sociaaldemocraat Jo Leinen, betreurt het dat de nationale procedures vaak samengaan met een nationale campagne. Hij zegt dat het Parlement herhaaldelijk heeft gevraagd om verkiezingen van een aantal parlementsleden met "Europese lijsten". Volgens hem zou dat "een grote prikkel aan politieke partijen geven om een Europese lijsttrekker te hebben, een programma voor de termijn van vijf jaar te ontwikkelen en een gezamenlijke Europese campagne te voeren".
Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuw voorstel om de Verkiezingsakte te hervormen om meer gelijke regels in de EU te hebben. Het volgende Parlement zal hierover besluiten.
Voor een gedetailleerde nationale regelgeving voor de verkiezingen van 2009, kijk op onze verkiezingswebsite. Klik hiervoor op de eerste onderstaande link.