EU gaat partnerschap aan met zes Oost-Europese landen
Het Oostelijk Partnerschap stelt Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland vrijhandelsakkoorden, financiële hulp, garanties over de energievoorziening en visumvrij reizen in het vooruitzicht. Voor Europa betekent het meer stabiliteit en veiligheid aan de oostrand.
De regio is na de ineenstorting van de Sovjet-Unie het toneel van verschillende crisissen geweest en wordt nog steeds door onopgeloste conflicten geplaagd. Op een top in Praag bij de start van het programma heeft Commissievoorzitter Barroso gezegd dat nauwere relaties voor de EU van "vitaal belang" zijn.
Het partnerschap voegt aan het EU-nabuurschapsbeleid een specifieke oostelijke dimensie toe. Dat dit nodig was, werd op pijnlijke wijze duidelijk door het gewapend treffen tussen Georgië en Rusland van afgelopen zomer en het conflict over de gasvoorziening tussen Oekraïne en Rusland van januari dit jaar. De recente onrust in Moldavië heeft opnieuw voor onzekerheid over de stabiliteit in de regio gezorgd.
De zes landen zullen van de EU meer geld krijgen voor politieke en economische hervormingen. Als die slagen, kunnen ze in aanmerking komen voor een echte associatieovereenkomst met de EU. Dat betekent onder meer afspraken over vrije handel en garanties over de energievoorziening. Die laatste zijn belangrijk voor de doorvoer van olie en gas uit Rusland naar de EU.
De betrokken landen, voormalige Sovjetrepublieken, worstelen met de democratie en de rechtsstaat. En nu de recessie hard toeslaat, verloopt ook de overgang op de markteconomie niet zonder slag of stoot.
Behalve expertise op het gebied van regionale ontwikkeling, biedt de EU ook hulp bij de aanpak van de economische en sociale ongelijkheid. Bovendien is zij bereid te overwegen haar arbeidsmarkt te openen voor werknemers uit de partnerlanden. Ten slotte kan ook reizen naar de EU gemakkelijker worden als de betrokken landen hun grenscontroles op EU-niveau brengen.
Dat grensbeheer is een van de vijf belangrijkste terreinen waarop de EU wil helpen. De andere zijn hulp aan kleine bedrijven, koppeling van regionale elektriciteitsnetten, gas- en oliepijpleidingen tussen de Kaspische Zee en Europa, en samenwerking bij rampen.
De Commissie zal hiervoor 350 miljoen euro extra vrijmaken, bovenop de al voor 2010-2013 geplande middelen. Ook een bedrag van 250 miljoen euro dat al eerder voor de regio was vrijgemaakt, zal aan het nieuwe programma worden toegewezen.
Meer informatie over het Oostelijk Partnerschap van de EU.
Meer over dit onderwerp
Meer over...