Artikel 249: Handhaving oude verplichtingen VOC
De Bataafsche Republiek, behoud, voor als nog, aan zich het vervoeren van allerlei Goederen naar de Oost-Indiën, die niet aan de handeldrijvende ingezetenen zijn afgestaan, als mede den aanbreng der voordbrengselen van den grond aldaar herwaards, het aanvoeren van Thée, uit het Rijk van China, daaronder begrepen. De Raad, zulks uitvoerende, zal, bij voorraad, handelen volgends den inhoud van het laatste Octrooij, aan het Committé tot de zaken van den Oost-Indischen Handel en Bezittingen verleend, met zoodanige verdere bepaalingen, als bij deze Acte van Staatsregeling zijn uitgedrukt, tot zoo lang, dat, door het Uitvoerend Bewind, op voorstel van den Raad der Asiatische Bezittingen, aan het Vertegenwoordigend Lichaam, een nieuw Charter aangeboden, en door het laatste zal zijn bekragtigd.
De Wet zal dit Artikel kunnen veranderen of vernietigen, naar maate het belang der Bataafsche Republiek zulks zal vorderen.