Artikel 35: Geen verbeurdverklaring der Goederen
Nimmer zal er eene verbeurdverklaring der Goederen van eenig Ingezeten der Bataafsche Republiek plaats hebben, dan alleen in het geval, hieronder uitdruklijk bepaald:
Het Bataafsche volk verklaart, voor altijd, van het grondgebied der Republiek gebannen te zijn alle de openbaare Voorstanders van het gewezen Stadhouderlijk Bestuur, binnen deze Republiek gewoond hebbende, en daaruit geweken zederd den 1 Januarij 1795.
Het verklaart, tevens, alle derzelver goederen en bezittingen, welke zullen blijken, op den 1 Januarij 1798, hun persoonlijk eigendom te zijn geweest, vervallen aan de Natie; zullende dezelve, van harren wege, onder behoorlijke sequestratie gebracht, en ten behoeve der Republiek verkogt worden.
Het Vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de uitvoering dezer laatste Wet, met betrekking tot agtergelaten ongelukkige Kinderen en Huisgezinnen, de onschuld niet met en om den schuldigen treffe.