Tweede Afdeeling. Van de Departementaale Bestuuren.
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 156: Samenstelling; eisen aan Leden
- 157: Verbod op verbintenis aan Kerklijken Eerdienst
- 158: Ringen kiezen Leden voor het Bestuur
- 159: Roulatie Leden
- 160: Leden slechts een maal direct herkiesbaar
- 161: Verkiezing nieuwe leden door Ringen
- 162: Datum verkiezing nieuwe leden door Grond-Vergaderingen
- 163: Grond-Vergadering benoemt Lid Departementaal Bestuur, Kiezer, en Plaatsvervanger
- 164: Kiezers in Rings-Vergadering kiezen leden Departementaal Bestuur
- 165: Geloofsbrief aan gekozen Lid, berigt aan Uitvoeren Bewind en Departementaal Bestuur
- 166: Bekragtiging Geloofsbrief door Departementaal Bestuur
- 167: Vervanging Leden na ontslag
- 168: Oproep nieuwe Leden door Departementaal Bestuur
- 169: Vervulling tusschentijds openvallende Plaatsen
- 170: Bekendmaking Wetten en Bevelen van het Uitvoerend Bewind
- 171: Behandeling addressen van Ingezetenen
- 172: Opvolging besluiten Uitvoerend Bewind inzake addressen
- 173: Bewaking goede orde en policie
- 174: Beschikking over Garnisoenen of Troepen van den Staat
- 175: Huislijke Departementaale Kosten
- 176: Voorstel begrooting huishoudelijke kosten
- 177: Verändwoording der sommen
- 178: Buitengewoone begrooting
- 179: Invordering Nationaale Belastingen
- 180: Gemeente-Bestuuren sturen Memoriën van Ontvang en Uitgave
- 181: Vernietiging besluiten ondergeschikte Collegiën
- 182: Schorsing Leden van een Gemeente-Bestuur
- 183: Geschillen tusschen Gemeente-Bestuuren
- 184: Onschendbaarheid Leden
- 185: Berechting misdrijven van Leden
- 186: Daggeld
- 187: Ondertekening Verklaaring na aanvaarding Post
- 188: Opnemen der Reekeningen
- 189: Organisatie Departementaale Bestuuren door tijdelijken voorzitter
156: Samenstelling; eisen aan Leden
Ieder Departement heeft zijn eigen Bestuur, bestaande uit zeven Leden. Dezen moeten zijn Stem-bevoegde Burgers, ten vollen vijf en twintig Jaaren oud, en zederd de laatste zes Jaaren, Inwooners van het Departement, waarin zij gekozen zijn.
157: Verbod op verbintenis aan Kerklijken Eerdienst
Tot dit Bestuur, echter, worden niet gekozen Burgers, die aan eenigen Kerklijken Eerdienst verbonden, of aan eenig openbaar onderwijs zijn toegewijd, tenzij dezelven, alvoorens, vrijwillig afstand doen van deze hunne Bedieningen.
158: Ringen kiezen Leden voor het Bestuur
Uit elk der zeven Ringen, waarin (volgends TITUL I Art. 5) een Departement verdeeld is, word één Lid tot dat Bestuur gekozen. Voor de eerste maal, kiezen de zeven Ringen, allen te gelijk, ieder, één Lid.
159: Roulatie Leden
Van de zeven Leden, treden telkens, de twee eerste Jaaren, twee, en, het derde Jaar, de drie overigen af. Voor de eerste maal beslist het lot, één maand na derzelver eerste zitting, welke leden het eerste, tweede en derde Jaar zullen aftreden. Vervolgends, geschied dit naar ouderdom van dienst.
160: Leden slechts een maal direct herkiesbaar
Het aftredend Lid is andermaal verkiesbaar, doch voor de derde maal niet, dan na een tusschen-tijd van drie Jaaren.
161: Verkiezing nieuwe leden door Ringen
Ieder Jaar worden de nieuwe Leden gekozen door die Ringen aan wien zulks, naar de orde van aftreding, toekomt.
162: Datum verkiezing nieuwe leden door Grond-Vergaderingen
Tot dat einde komen de Grond-Vergaderingen in zoodanigen Ring bijéén, op den laatsten Dinsdag in Junij van ieder Jaar.
163: Grond-Vergadering benoemt Lid Departementaal Bestuur, Kiezer, en Plaatsvervanger
Elke Grond-Vergadering benoemt, alsdan, één Persoon tot Lid van het Departementaal Bestuur, benevens eenen Kiezer en deszelfs Plaatsvervanger.
De wijze is dezelfde, als bij TIT. II, Reglement, Letter A, bepaald is omtrend de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam.
164: Kiezers in Rings-Vergadering kiezen leden Departementaal Bestuur
Op den tweeden Dag daarna, vergaderen alle de Kiezers ter Rings-Vergadering, in de daartoe bestemde Hoofdplaats, tot het verkiezen van één Lid tot het Departementaal Bestuur voor hunnen Ring.
De wijze is dezelfde, als bij TIT. II, Reglement, Letter A, bepaald word.
165: Geloofsbrief aan gekozen Lid, berigt aan Uitvoeren Bewind en Departementaal Bestuur
Na de gedane keus word, mede op de wijze, aldaar bepaald, een Geloofsbrief aan den gekozenen, en van het gebeurde aan het Uitvoerend Bewind, en Departementaal Bestuur, berigt gezonden.
166: Bekragtiging Geloofsbrief door Departementaal Bestuur
De gekozene zend binnen agt Dagen, zijnen Geloofsbrief aan het Departementaal Bestuur ter bekragtiging.
167: Vervanging Leden na ontslag
Zo Hetzelve dien afkeurt, of den gekozenen, om aangevoerde redenen, zijn ontslag verleent, geeft het daarvan ten spoedigsten kennis aan het Uitvoerend Bewind; hetgeen alsdan een ander Lid, de vereischten van Art. 156 hebbende, in zijne plaats doet benoemen.
168: Oproep nieuwe Leden door Departementaal Bestuur
De Geloofsbrief bekragtigd zijnde, word het gekozen Lid door het Departementaal Bestuur opgeroepen, en neemt, binnen veertien Dagen daarna zitting, met aflegging der gewoone Verklaaring.
169: Vervulling tusschentijds openvallende Plaatsen
Alle tusschentijds openvallende Plaatsen worden volgends de vooraf bepaalde wijze, vervuld.
170: Bekendmaking Wetten en Bevelen van het Uitvoerend Bewind
De Departementaale Bestuuren zorgen, dat alle Wetten en Bevelen, hun door het Uitvoerend Bewind toegezonden, spoedig bekend gemaakt, aangeplakt, en, ter verdere afkondiging en aanplakking, alomme, waar zulks behoort, verzonden worden.
171: Behandeling addressen van Ingezetenen
Zij ontvangen van de Ingezetenen, alsmede door de verschillende Gemeente-Bestuuren, zoodanige individueele Addressen, als dezelven hun ter verdere bezorging toezenden, en verzenden die ten spoedigsten aan het Uitvoerend Bewind, om daarop te disponeeren, of, zo die aan het Vertegenwoordigend Lichaam gerigt zijn, dezelven aan de eerste Kamer te doen toekomen.
172: Opvolging besluiten Uitvoerend Bewind inzake addressen
Op gelijke wijze, ontvangen zij van het Uitvoerend Bewind de gemelde Addressen, met het daarop gevallen besluit, terug, en verzenden die, zonder uitstel, aan het Gemeente-Bestuur, welk hun die had toegezonden, of doen dezelven, kosteloos, uitleveren aan hun, die ze, als Onderteekenaars, terug vorderen.
173: Bewaking goede orde en policie
Zij zien toe, dat de goede orde en policie in hun Departement alomme bewaard blijven.
174: Beschikking over Garnisoenen of Troepen van den Staat
Zij beschikken, des nodig, op hunne verändwoordlijkheid, en met daadlijke kennisgeving aan het Uitvoerend Bewind, over de naastbijgelegen Garnisoenen of Troepen van den Staat, tot bewaaring of herstelling der openbaare veiligheid.
175: Huislijke Departementaale Kosten
De Huislijke Departementaale Kosten, voor ieder Departement, worden, jaarlijks, door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald.
176: Voorstel begrooting huishoudelijke kosten
Ten dien einde, zend elk Departementaal Bestuur, jaarlijks, met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene specifieke begrooting der kosten voor het volgend Jaar.
177: Verändwoording der sommen
Bij deze begrooting voegt Hetzelve eene specifieke verändwoording der sommen, in het afgelopen Jaar aan het Departement toegestaan, en alzoo besteed. Het baatig Slot strekt in mindering der nieuwe begrooting.
178: Buitengewoone begrooting
In onvoorziene gevallen, kan een Departementaal Bestuur eene buitengewoone begrooting inzenden. Het Uitvoerend Bewind doet dezelve, alsdan, zonder uitstel, aan het Vertegenwoordigend Lichaam ter beoordeeling toekomen.
179: Invordering Nationaale Belastingen
De Departementaale Bestuuren zien toe, ieder in zijn Departement, dat de invordering der Nationaale Belastingen rigtig en zonder knevelarij geschiede, en dat de overmaaking der ontvangen gelden niet vertraagd worde. Van allen misbruik, of verzuim in dezen, geven zij aan het Uitvoerend Bewind kennis.
180: Gemeente-Bestuuren sturen Memoriën van Ontvang en Uitgave
Zij ontvangen van de Gemeente-Bestuuren, in hun Departement, Memoriën van derzelver Ontvang en Uitgave, voor reekening der Republiek, en verzenden die, met hunne bedenkingen, des nodig, aan het Uitvoerend Bewind.
181: Vernietiging besluiten ondergeschikte Collegiën
Zij vernietigen, na ingekomen berigt der Gemeente-Bestuuren, of andere ondergeschikte Collegiën, in hun Departement, alle zoodanige besluiten van dezelven, als strijdig met de Staatsregeling of met de Wetten genomen zijn, met onverwijlde kennisgeving aan het Uitvoerend Bewind.
182: Schorsing Leden van een Gemeente-Bestuur
Zij schorsen de Leden van een Gemeente-Bestuur in de waarneming van hunnen post, wanneer dezelven, daarin volhardende, de openbaare veiligheid in gevaar zouden brengen, en geven van zoodanige schorsing aan het Uitvoerend Bewind onverwijld kennis.
183: Geschillen tusschen Gemeente-Bestuuren
Zij nemen kennis van zoodanige geschillen, als tusschen onderscheiden Gemeente-Bestuuren, of andere ondergeschikte Collegiën, in hun Departement mogten ontstaan, en vereffenen dezelven, na verhoor van beklaagden, onverminderd ieders regt, om Zijne grieven en bezwaaren te brengen bij het Vertegenwoordigend Lichaam, bij het Uitvoerend Bewind, of voor het Geregtshof, daaromtrent bevoegd, naar gelang der zake.
184: Onschendbaarheid Leden
Het Uitvoerend Bewind roept, in geenerlei geval de Leden van eenig Departementaal Bestuur, ter verändwoording, persoonlijk vóór zig.
185: Berechting misdrijven van Leden
De Leden worden, in geval van misdrijf, door het Uitvoerend Bewind, bij uitspraak van het Vertegenwoordigend Lichaam, teregt gesteld, voor een Hoog Nationaal Geregtshof.
186: Daggeld
Zij genieten een Daggeld van zeven Guldens ieder, zonder boven dien iet meer, dan zuiver verschot in reekening te mogen brengen. Ieder Lid in Commissie zijnde, kan zijne reiskosten en verteeringen als verschot bereekenen, mids niet hooger, dan tot zeven Guldens daags.
187: Ondertekening Verklaaring na aanvaarding Post
Bij het aanvaarden hunner posten, leggen zij, gelijk mede hunne Secretarissen en verdere Bedienden, de gevorderde Verklaaring af, en onderteekenen dezelve.
188: Opnemen der Reekeningen
De Kiezers-Vergadering van iederen Ring benoemt, jaarlijks, op eenen dag, door de Wet bepaald, eenen Opnemer der Reekeningen van het Departementaal Bestuur. De zeven alzoo benoemde Opnemers vergaderen, mede op eenen tijd, bij de Wet vastgesteld, in de Departementaale Stad, om te hooren en te sluiten de Reekeningen van het afgelopen Jaar, of hunne bedenkingen daarop voortedragen. Zij doen het verslag van dit hun verrigtte drukken, en zenden hetzelve, nevens de reekeningen, aan het Uitvoerend Bewind, hetgeen beslissende uitspraak doet.
Zij blijven, jaarlijks, niet langer dan veertien Dagen, tot het opnemen der Reekeningen, vergaderd.
189: Organisatie Departementaale Bestuuren door tijdelijken voorzitter
De Departementaale Bestuuren worden georganiseerd door den tijdelijken Voorzitter.