Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad - Een Europees economisch herstelplan

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Belangrijke juridische mededeling

|

2.

52008DC0800

Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad - Een Europees economisch herstelplan /* COM/2008/0800 def. */

[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 26.11.2008

COM(2008) 800 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE EUROPESE RAAD

Een Europees economisch herstelplan

Het is nu tijd om actie te ondernemen

Europese regeringen en instellingen worden pas echt op de proef gesteld wanneer zij met de meest barre omstandigheden worden geconfronteerd. Dan moeten zij blijk geven van verbeeldingskracht, vastberadenheid en flexibiliteit. Dan moeten zij laten zien dat zij oog hebben voor de behoeften van gezinnen en gemeenschappen uit alle hoeken van de Europese Unie en dat zij opgewassen zijn tegen de taak een passend antwoord te vinden op de plotse versombering van de vooruitzichten voor groei en werkgelegenheid in Europa.

Europa zal in de eerste plaats worden afgerekend op de behaalde resultaten. Reeds van meet af aan heeft deze Commissie het accent gelegd op het vermogen van de Europese Unie om haar burgers resultaten te bieden. Zij heeft haar optreden geconcentreerd op terreinen die gevolgen hebben voor Europeanen uit alle hoeken van de EU. Bij haar samenwerking met de voornaamste belanghebbenden op elk niveau heeft zij steeds geijverd voor een partnerschapsbenadering. Zij heeft duidelijk gemaakt dat het werk pas af is als de resultaten ook voor de burgers voelbaar zijn.

De huidige economische crisis biedt een nieuwe kans om te tonen dat Europa zijn burgers het best dient door concrete maatregelen als toetssteen te nemen. Europa kan het verschil maken.

In moeilijke tijden is de verleiding groot om zich machteloos te voelen. Maar Europa is niet machteloos. De hefboomwerking van de overheid, de instrumenten van de Europese Unie en het effect van een intelligente coördinatie vormen een krachtige combinatie die de trend in de richting van een diepere recessie tot staan kan brengen. Een Europa dat klaar staat om snel, onverschrokken, ambitieus en doelgericht op te treden, is een Europa dat in staat is om de neergang een halt toe te roepen en het tij te keren. Samen zullen we falen of slagen.

De bijzondere bijdrage die de Europese Unie te bieden heeft, is haar vermogen om partners te helpen samenwerken. Door het optreden van de lidstaten en de Gemeenschap in goede banen te leiden, zal de Europese Unie zorgen voor een krachtige hefboom van verandering. Dit zal het mogelijk maken de sterke punten van alle delen van Europa optimaal te benutten. Dit zal ons in staat stellen de mondiale reactie op deze wereldwijde crisis vorm te geven.

Een maand geleden heeft de Commissie het voortouw genomen en aangegeven hoe met een doortastend en gecoördineerd optreden op de economische crisis kan worden gereageerd. Het verheugt mij dat de nationale regeringen zich bij het aanpakken van hun eigen specifieke problemen hebben laten leiden door de gemeenschappelijke beginselen die voor een optreden op Europees niveau zijn overeengekomen. Vandaag versterkt de Commissie dit platform voor gezamenlijke actie met een plan om de economische neergang te beperken en de vraag en het vertrouwen te stimuleren. Dit plan zal honderdduizenden banen redden en grote en kleine ondernemingen draaiende houden in afwachting dat de groei terugkeert.

Het Europees economisch herstelplan steunt op twee hoofdpilaren en één basisbeginsel:

  • De eerste pilaar is een belangrijke injectie van koopkracht in de economie om de vraag te bevorderen en het vertrouwen op te krikken. De Commissie stelt voor dat de lidstaten en de EU onverwijld overeenstemming bereiken over een onmiddellijke budgettaire impuls ter grootte van 200 miljard EUR (1,5% van het bbp) om de vraag te stimuleren, en dit met volledige inachtneming van het stabiliteits- en groeipact.
  • De tweede pilaar is het zodanig sturen van het optreden op korte termijn dat het concurrentievermogen van Europa op lange termijn wordt versterkt. Het plan voorziet in een veelomvattend programma om het optreden op "slimme" investeringen toe te spitsen. Doordacht investeren betekent investeren in de juiste vaardigheden voor de behoeften van morgen, investeren in energie-efficiëntie om werkgelegenheid te scheppen en energie te besparen, investeren in schone technologieën om de positie van sectoren zoals het bouwbedrijf en de automobielsector op de koolstofarme markten van de toekomst te versterken, en investeren in infrastructuur en interconnectie om de efficiëntie en de innovatie te bevorderen.Tegelijkertijd zullen de tien herstelmaatregelen waarin het plan voorziet, de lidstaten helpen om voor de sociale en economische hefbomen te zorgen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van vandaag: het MKB in staat stellen nieuwe financieringsbronnen aan te boren, de administratieve lasten verlagen en een krachtige impuls geven aan de investeringen tot modernisering van de infrastructuur. Het plan moet de drijvende kracht worden achter een concurrerend Europa dat klaar is voor de koolstofarme economie.
  • Het basisbeginsel dat aan dit plan ten grondslag ligt, is solidariteit en sociale rechtvaardigheid. In moeilijke tijden moet ons optreden er vooral op gericht zijn hulp te bieden aan degenen die dit het meest nodig hebben. Ernaar te streven arbeidsplaatsen te beschermen door maatregelen op het gebied van de sociale lasten te treffen. De arbeidsvooruitzichten op lange termijn voor degenen die hun baan verloren hebben onmiddellijk te verbeteren via het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering en door middel van een versnelde steunverlening door het Europees Sociaal Fonds. De energiekosten voor kwetsbare groepen te verminderen via doelgerichte maatregelen om de energie-efficiëntie te verhogen. In te spelen op de behoeften van degenen die nog niet in staat zijn internet te gebruiken om zich op de informatiesnelweg te begeven.

Het is mijn stellige overtuiging dat er zich in tijden van crisis mogelijkheden voordoen om bepaalde veranderingen versneld door te drukken en om tevens structurele hervormingen door te voeren die ervoor zorgen dat wij over meer troeven beschikken om te slagen in de geglobaliseerde economie van de toekomst. Dit is een grote kans voor Europa.

Er ligt nu een veelomvattend en ambitieus herstelplan op tafel. Hoe sneller we dit plan verwezenlijken, hoe sneller we Europeanen de hulp bieden die ze vandaag nodig hebben.

José Manuel Durão Barroso

Brussel, 26 november 2008

  • 1. 
    INLEIDING

De wereldwijde financiële crisis heeft de EU hard getroffen. Schaarse kredieten, afnemende huizenprijzen en instortende aandelenmarkten versterken de neerwaartse tendens van het consumentenvertrouwen, de consumptie en de investeringen. Huishoudens staan zwaar onder druk. Bedrijven zien hun orderboeken leeglopen. In tal van lidstaten hebben sectoren die op consumentenkrediet aangewezen zijn (zoals de woningbouw en de automobielsector), hun markten sterk zien verslechteren.

In de recentste economische prognoses wordt een somber beeld opgehangen van een economische groei van bijna nul en van een dreigende krimp van de EU-economie in 2009, waardoor de komende twee jaar ongeveer 2,7 miljoen arbeidsplaatsen verloren zouden gaan indien geen corrigerende maatregelen worden genomen. In de weken na de publicatie van de prognoses is het economische klimaat verder versomberd:

  • de financiële markten zijn nog steeds kwetsbaar en zullen wellicht langer krapper blijven dan eerder was aangenomen;
  • het vertrouwen van huishoudens en bedrijven is veel verder teruggevallen dan verwacht;
  • de groeivertraging heeft nu ook de opkomende economieën in haar greep, met alle negatieve gevolgen van dien voor de Europese export.

Het eurogebied en diverse lidstaten verkeren reeds in een recessie. Het gevaar bestaat dat deze situatie nog verder zal verslechteren doordat investeringen en consumentenaankopen worden uitgesteld. Daardoor zou een neerwaartse spiraal kunnen ontstaan van een afnemende vraag, neerwaarts bijgestelde bedrijfsplannen, minder innovatie en banenverlies. Dit alles kan de EU in een diepe en langduriger recessie duwen, waarbij de economie volgend jaar verder krimpt en er verscheidene miljoenen werklozen kunnen bijkomen.

Er is dan ook een snel en doortastend optreden geboden om deze neerwaartse spiraal te doorbreken. Europa moet alle instrumenten inzetten waarover het beschikt. Dit houdt in dat de lidstaten en de Unie moeten samenwerken: zij moeten hun initiatieven binnen Europa coördineren en tevens inpassen in een ruimer optreden op wereldniveau. Bij het aanpakken van de financiële crisis heeft de Unie erop toegezien dat het EU-optreden en de nationale maatregelen naadloos bij elkaar aansloten, hetgeen voor stabiliteit heeft gezorgd in tijden van onmiddellijk gevaar. De lidstaten moeten thans wederom profiteren van de troeven van de Unie – doeltreffende coördinatie, geloofwaardige raamwerken in de vorm van het stabiliteits- en groeipact en de Lissabonstrategie, alsook de schaalvoordelen die uit de euro en de grootste eengemaakte markt ter wereld voortvloeien. Het samenspel van nationale en communautaire maatregelen kan alle lidstaten helpen de sterkste wereldwijde economische stormen te doorstaan en sterker uit de crisis te komen.

Vooral de euro is van onschatbare waarde gebleken voor de EU-economieën en heeft zich ontpopt tot een belangrijke factor van stabiliteit. Geschraagd door het krachtige optreden van de onafhankelijke Europese Centrale Bank, biedt de euro bescherming tegen destabiliserende wisselkoersschommelingen, die de nationale reacties op de crisis ernstig hadden kunnen bemoeilijken.

Een maand geleden heeft de Europese Commissie haar plannen ontvouwd voor het reageren op de financiële crisis, het aanpakken van de moeilijkheden waarmee de economie in het algemeen te kampen heeft en het opeisen van een hoofdrol voor Europa in de mondiale strategie tot bestrijding van de financiële crisis[1]. Begin november zijn de staatshoofden en regeringsleiders van de EU het erover eens geworden dat een gecoördineerde reactie geboden is en hebben zij de Commissie verzocht voorstellen te doen die op de decemberbijeenkomst van de Europese Raad zullen worden besproken.

Een Europees economisch herstelplan

Met dit Europees economisch herstelplan reageert de Commissie op de huidige economische situatie. Gezien de omvang van de crisis waarmee we worden geconfronteerd, heeft de EU behoefte aan een gecoördineerde aanpak die grootschalig en ambitieus genoeg is om het vertrouwen bij consumenten en bedrijven te herstellen. In het kader van deze aanpak moeten alle beschikbare communautaire en nationale beleidshefbomen worden aangewend. De meeste economische beleidshefbomen, en met name die welke de consumptieve vraag op korte termijn kunnen stimuleren, zijn in handen van de lidstaten. Wat budgettaire manoeuvreerruimte betreft, lopen de uitgangsposities van de lidstaten sterk uiteen, hetgeen een doeltreffende coördinatie des te belangrijker maakt.

Alle lidstaten zullen actie moeten ondernemen om de crisis aan te pakken. Indien de nationale inspanningen naar behoren worden gecoördineerd, kunnen daarmee gelijktijdig verschillende doelstellingen worden nagestreefd. Deze inspanningen kunnen niet alleen de schok van de recessie op korte termijn verzachten, maar ook de structurele hervormingen bevorderen die nodig zijn om de EU te helpen sterker uit de crisis te komen, zonder daarom de houdbaarheid van de begrotingssituatie op langere termijn in het gedrang te brengen. Om die reden wordt in het herstelplan bijzondere nadruk gelegd op innovatie en groenere EU-investeringen. De EU kan als katalysator fungeren voor een dergelijk weloverwogen optreden, waarbij EU-beleidslijnen en –fondsen worden gecombineerd om lidstaten te helpen bij het handhaven of vervroegen van investeringen die banen scheppen, de vraag stimuleren en Europa beter in staat stellen om van de globalisering te profiteren.

Met het herstelplan worden de volgende strategische doelstellingen nagestreefd:

  • snel de vraag stimuleren en het consumentenvertrouwen opkrikken;
  • de menselijke kosten van de economische neergang en de gevolgen daarvan voor de kwetsbaarste groepen beperken. Veel werknemers en hun gezinnen worden of zullen worden getroffen door de crisis. Er kan actie worden ondernomen om een halt toe te roepen aan het banenverlies en om mensen te helpen snel weer tot de arbeidsmarkt toe te treden in plaats van langdurig werkloos te blijven;
  • ertoe bijdragen dat Europa klaar staat om van een later groeiherstel te profiteren door ervoor te zorgen dat de Europese economie is afgestemd op de eisen op het gebied van het concurrentievermogen en de toekomstige behoeften, zoals uiteengezet in de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. Dit betekent dat de nodige structurele hervormingen moeten worden doorgevoerd, de innovatie moet worden ondersteund en een kenniseconomie moet worden uitgebouwd;
  • de overgang naar een koolstofarme economie versnellen. Op die manier zal Europa in een goede positie verkeren om zijn strategie tot beperking van de klimaatverandering en ter bevordering van de veiligheid van de energievoorziening ten uitvoer te brengen: een dergelijke strategie zal nieuwe technologieën stimuleren, nieuwe "groene" banen scheppen en nieuwe kansen bieden op de snel groeiende wereldmarkten, waardoor de energierekening voor burgers en bedrijven binnen de perken blijft en Europa minder afhankelijk wordt van buitenlandse energie.

Om deze doelstellingen te realiseren, is het Europees economisch herstelplan erop gericht:

  • synergieën te benutten en negatieve overloopeffecten te vermijden door middel van een gecoördineerd optreden;
  • alle mogelijke beleidshefbomen, budgettaire beleidsmaatregelen, structurele hervormingen, hervormingen van financiële markten en externe maatregelen aan te grijpen;
  • een goede samenhang tussen onmiddellijke acties en de doelstellingen van de EU op middellange à lange termijn te waarborgen;
  • ten volle rekening te houden met het mondiale karakter van de problematiek en de EU-bijdrage op de internationale reacties af te stemmen.

In dit Europees economisch herstelplan wordt een anticyclische macro-economische reactie op de crisis voorgesteld in de vorm van een ambitieus maatregelenpakket ter ondersteuning van de reële economie. Het is bedoeld om een diepe recessie te voorkomen. Het plan is verankerd in het stabiliteits- en groeipact en de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. Het voorziet in:

  • een onmiddellijke budgettaire impuls ter grootte van 200 miljard EUR (1,5% van het bbp van de EU), bestaande uit een budgettaire expansie in de lidstaten van 170 miljard EUR (circa 1,2% van het bbp van de EU), en EU-financiering ter ondersteuning van onmiddellijke acties ten belope van 30 miljard EUR (ongeveer 0,3% van het bbp van de EU); en
  • een aantal prioritaire acties die passen in de Lissabonstrategie en tegelijkertijd bedoeld zijn om onze economieën aan de uitdagingen op lange termijn aan te passen en de structurele hervormingen voort te zetten die erop gericht zijn de potentiële groei te verhogen.
  • 2. 
    Ondersteunen van de reële economie en het vertrouwen bevorderen

Aangezien de economieën van alle lidstaten sterk geïntegreerd zijn en een interne markt en tal van beleidslijnen gemeen hebben, moet elke reactie bestaan uit een combinatie van monetaire en kredietaspecten, budgettaire beleidsmaatregelen en acties die passen in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid.

2.1. Monetaire en kredietvoorwaarden

2.1.1. De rol van de Europese Centrale Bank en andere centrale banken

In de huidige omstandigheden is voor het monetaire beleid een cruciale rol weggelegd. In het licht van de afgenomen inflatieverwachtingen op middellange termijn heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de rente in het eurogebied al teruggeschroefd. Andere centrale banken elders in de EU hebben hetzelfde gedaan. De ECB heeft voorts te kennen gegeven dat er ruimte is voor verdere renteverlagingen. De ECB heeft reeds haar belang bij het stabiliseren van de markten bewezen door kredieten aan banken te verstrekken en aldus de liquiditeit te verruimen.

2.1.2. De rol van banken

De problemen waarmee de reële economie momenteel te kampen heeft, zijn veroorzaakt door de instabiliteit op de financiële markten. Een betrouwbare en efficiënte financiële sector is een eerste vereiste voor een gezonde, groeiende economie. Het stabiliseren van het bankstelsel is dan ook een eerste stap in de richting van het stuiten van de economische neergang en het bevorderen van een snel en duurzaam herstel. De EU moet vasthouden aan dit gemeenschappelijke streven om de stabiliteit van en het vertrouwen in de nog steeds kwetsbare financiële sector te herstellen en dient de randvoorwaarden te scheppen voor een duurzaam economisch herstel. De crisis heeft aangetoond dat er aan de huidige governance van de financiële markten gevaren verbonden zijn die concreet en systeembedreigend geworden zijn of kunnen worden in tijden van ernstige turbulentie. Het hervormingstempo moet de komende maanden dan ook worden volgehouden om de stabiliteit te herstellen en de belangen van Europese burgers en bedrijven te beschermen.

Thans is het echter van cruciaal belang dat banken hun normale rol van liquiditeitsverstrekker en steunpilaar van de investeringen in de reële economie weer opnemen. De lidstaten dienen van de omvangrijke financiële steun die aan de banksector is verleend, gebruik te maken om een terugkeer naar de normale leningsactiviteiten aan te moedigen en erop toe te zien dat verlagingen van beleidstarieven aan kredietnemers worden doorgegeven. De Commissie zal blijven nagaan welke de gevolgen zijn voor de economie en de mededinging van de maatregelen die ter ondersteuning van het bankwezen zijn getroffen.

2.1.3. De rol van de Europese Investeringsbank en van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling

In het kader van de huidige crisis zijn krachtiger interventies van de EIB-groep vereist. De Europese Investeringsbank (EIB) zal haar jaarlijkse interventies in de EU de komende twee jaar dan ook met ongeveer 15 miljard EUR verhogen. Deze intensievere activiteit zal de vorm aannemen van leningen, deelnemingen, garanties en financiering met risicodeling. Van deze activiteit zal tevens een positief hefboomeffect uitgaan in de vorm van aanvullende investeringen uit particuliere bron. Algemeen genomen zal het door de EIB voorgestelde pakket bijdragen tot de mobilisatie van aanvullende particuliere middelen, die de komende twee jaar extra investeringen moeten helpen financieren. Om de EIB in staat te stellen haar financieringsactiviteiten uit te breiden, dienen de lidstaten er voor het einde van het jaar mee in te stemmen om de reserves van de EIB in haar kapitaal op te nemen teneinde haar kapitaalbasis met circa 60 miljard EUR te versterken. Hiermee zal een sterk politiek signaal aan de markten worden afgegeven en zal de leningcapaciteit van de Bank aanzienlijk worden vergroot. Verwacht wordt dat ook de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) het huidige niveau van haar financiering in de nieuwe lidstaten met 500 miljoen EUR per jaar zal verhogen.

2.2. Begrotingsbeleid

Het vertrouwensherstel zal afhangen van de mate waarin Europa erin slaagt de vraag te stimuleren door van de instrumenten van het begrotingsbeleid gebruik te maken binnen de flexibiliteit die door het herziene stabiliteits- en groeipact wordt geboden. In de huidige omstandigheden is voor het begrotingsbeleid zelfs een nog grotere rol weggelegd bij het stabiliseren van de economieën en het ondersteunen van de vraag.

Alleen aan de hand van een belangrijk stimuleringspakket kan Europa de verwachte neerwaartse tendens van de vraag – met zijn negatieve doorwerkingseffecten op investeringen en werkgelegenheid – ombuigen. Daarom stelt de Commissie voor dat de lidstaten overeenstemming bereiken over een onmiddellijk door te voeren pakket gecoördineerde budgettaire stimuleringsmaatregelen die goed getimed moeten zijn en een doelgericht en tijdelijk karakter moeten hebben.

Binnen de nationale begrotingen van 2009 moet voor deze gecoördineerde budgettaire impuls 170 miljard EUR worden uitgetrokken – hetgeen neerkomt op 1,2% van het bbp van de Unie –, zodat er snel een groot positief effect van uitgaat op de Europese economie en de werkgelegenheid, nog afgezien van de rol van de automatische stabilisatoren. De uitgaven en/of belastingverlagingen waaruit de budgettaire impuls bestaat, moeten stroken met de flexibiliteit die door het stabiliteits- en groeipact wordt geboden en de structurele hervormingen versterken waarin de Lissabonstrategie voorziet. Deze budgettaire stimulans moet een tijdelijk karakter hebben. De lidstaten moeten zich ertoe verbinden de budgettaire verslechtering om te buigen en zich wederom te richten op de eerder overeengekomen middellangetermijndoelstellingen.

Om een zo groot mogelijk effect te sorteren, moet de budgettaire stimulans zijn afgestemd op de uitgangsposities van elke lidstaat. Het is duidelijk dat niet alle lidstaten in dezelfde positie verkeren. De lidstaten die van de goede tijden hebben geprofiteerd om hun overheidsfinanciën beter beheersbaar te maken en hun concurrentiepositie te verbeteren, beschikken thans over meer manoeuvreerruimte. Voor met name de lidstaten die niet tot het eurogebied behoren en die met aanzienlijke externe en interne onevenwichtigheden worden geconfronteerd, moet het begrotingsbeleid er vooral op gericht zijn deze onevenwichtigheden te verhelpen.

Deze budgettaire stimulans moet weldoordacht zijn en op de volgende beginselen berusten:

  • 1) 
    De stimulans moet goed getimed, tijdelijk, doelgericht en gecoördineerd zijn

De nationale budgettaire stimuleringspakketten moeten:

  • goed getimed zijn, zodat zij snel de economische activiteit ondersteunen tijdens de periode van zwakke vraag, omdat vertragingen bij de tenuitvoerlegging ervan ertoe kunnen leiden dat de budgettaire impuls er pas komt wanneer het herstel al aan de gang is;
  • tijdelijk zijn, opdat een permanente verslechtering van de begrotingssituaties wordt vermeden, want dit zou de houdbaarheid ervan ondermijnen en er uiteindelijk toe leiden dat zij moeten worden gefinancierd door langdurige toekomstige belastingverhogingen;
  • doelgericht zijn en de economische uitdaging (toenemende werkloosheid, kredietschaarste bij bedrijven/huishoudens enz. en ondersteunen van structurele hervormingen) bij de kern aanpakken omdat dit het stabiliserende effect van de inzet van beperkte budgettaire middelen maximaliseert;
  • gecoördineerd zijn, zodat het positieve effect dat ervan uitgaat wordt vergroot en de budgettaire houdbaarheid op lange termijn wordt verzekerd.
  • 2) 
    De stimulans moet berusten op een mix van maatregelen aan de ontvangsten- en aan de uitgavenzijde

Algemeen wordt aangenomen dat van discretionaire overheidsuitgaven op korte termijn een sterker positief effect op de vraag uitgaat dan van belastingverlagingen. Dit komt doordat sommige consumenten er de voorkeur aan kunnen geven te sparen in plaats van te spenderen, tenzij de belastingverlagingen beperkt zijn in de tijd. Rekening houdend met de verschillende situaties die in de lidstaten heersen, kunnen de volgende maatregelen worden overwogen[2]:

  • overheidsuitgaven sorteren op korte termijn effect op de vraag. Bij maatregelen die snel kunnen worden genomen en die specifiek gericht zijn op huishoudens die bijzonder hard door de groeivertraging worden getroffen, is de kans het grootst dat zij bijna direct in de consumptie doorwerken. Het kan bijvoorbeeld gaan om een tijdelijke verhoging van de overdrachten aan werklozen of aan huishoudens met een laag inkomen, of om een tijdelijke verlenging van de duur van de werkloosheidsuitkering. Het kan ook gaan om de vervroeging van overheidsinvesteringen in projecten die aan het MKB ten goede komen en die langetermijndoelstellingen van het overheidsbeleid kunnen helpen realiseren, zoals de verbetering van de bestaande infrastructuur of het aanpakken van klimaatverandering;
  • garanties en leningsubsidies ter compensatie van de thans ongewoon hoge risicopremie kunnen bijzonder doeltreffend zijn in een klimaat van algemene kredietschaarste. Zij kunnen het gebrek aan werkkapitaal op korte termijn helpen ondervangen waarmee tal van ondernemingen momenteel af te rekenen hebben;
  • weldoordachte financiële stimuli opdat onze economieën zich sneller aan langetermijnuitdagingen, zoals klimaatverandering, aanpassen. Een voorbeeld hiervan zijn stimuli ter bevordering van de energie-efficiëntie;
  • lagere belastingen en sociale bijdragen: een verlaging van de sociale bijdragen van werkgevers kan een positief effect op de instandhouding en de schepping van arbeidsplaatsen sorteren, terwijl een lagere belastingheffing op het arbeidsinkomen de koopkracht van met name laagverdieners kan ondersteunen;
  • tijdelijke verlagingen van het normale btw-tarief kunnen snel worden doorgevoerd en kunnen eventueel resulteren in een krachtige budgettaire impuls ter ondersteuning van de consumptie.
  • 3) 
    De stimulans moet passen binnen het kader van het stabiliteits- en groeipact

Het begrotingsbeleid moet worden gevoerd binnen de krijtlijnen van het stabiliteits- en groeipact, dat een gemeenschappelijk en geloofwaardig beleidskader biedt. De in 2005 doorgevoerde herziening van het pact maakt het mogelijk beter rekening te houden met het conjuncturele klimaat en tegelijkertijd de begrotingsdiscipline op middellange en lange termijn te versterken. Het resulterende raamwerk is strenger in goede tijden en biedt meer flexibiliteit in slechte tijden. Buitengewone omstandigheden waarbij van een combinatie van een financiële crisis en een recessie sprake is, rechtvaardigen een gecoördineerde budgettaire expansie in de EU. Dit kan ertoe leiden dat sommige lidstaten de referentiewaarde van 3% van het bbp overschrijden. Lidstaten die geacht worden in een buitensporigtekortsituatie te verkeren, moeten corrigerende maatregelen nemen binnen een tijdshorizon die consistent is met het herstel van de economie. Dit is volledig in overeenstemming met de procedures van het stabiliteits- en groeipact, die garanderen dat het buitensporige tekort te zijner tijd wordt weggewerkt, waardoor de houdbaarheid van de begrotingssituaties op lange termijn wordt gewaarborgd.

Het stabiliteits- en groeipact zal derhalve op oordeelkundige wijze worden toegepast teneinde ervoor te zorgen dat geloofwaardige middellangetermijnstrategieën voor het begrotingsbeleid worden gevolgd. Lidstaten die anticyclische maatregelen nemen, dienen tegen eind december 2008 een geactualiseerd stabiliteits- of convergentieprogramma in te dienen. In die actualisering moet een gedetailleerde beschrijving worden gegeven van de maatregelen die zullen worden getroffen om de verslechtering van de begrotingssituatie om te buigen en de houdbaarheid ervan op lange termijn te garanderen. De Commissie zal de budgettaire stimuleringsmaatregelen en de stabiliteits- en convergentieprogramma's vervolgens beoordelen op basis van geactualiseerde prognoses en zal richtsnoeren verstrekken met betrekking tot de passende strategie die moet worden gevolgd. Zij zal zich daarbij laten leiden door de volgende doelstellingen:

  • erop toezien dat de tekortverhogende maatregelen op korte termijn kunnen worden teruggedraaid;
  • verbeteren van de budgettaire beleidsvorming op middellange termijn door een versterking van de nationale begrotingsregels en -kaders;
  • garanderen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn, met name door het doorvoeren van hervormingen die erop gericht zijn de stijging van leeftijdsgerelateerde uitgaven te reduceren.
  • 4) 
    De stimulans moet vergezeld gaan van structurele hervormingen die de vraag ondersteunen en de weerbaarheid bevorderen

Hoewel het meest onmiddellijke effect op de groei en de werkgelegenheid op korte termijn moet komen van monetaire en budgettaire stimuleringsmaatregelen, moet in een veelomvattend herstelplan ook plaats worden ingeruimd voor een ambitieuze agenda van structurele hervormingen die op de behoeften van de afzonderlijke lidstaten is toegesneden en die ervoor moet zorgen dat zij sterker uit de crisis komen. Dit komt ten dele doordat ook van sommige structurele hervormingen op korte termijn een stimulerend effect op de totale vraag kan uitgaan. Bovendien zijn structurele hervormingen vereist om een aantal van de aan de huidige crisis ten grondslag liggende hoofdoorzaken aan te pakken en om de voor een spoedig herstel benodigde versterking van het aanpassingsvermogen van de economie tot stand te brengen.

Wanneer een economie veerkrachtig en flexibel is, dan draagt dit bij tot het afzwakken van het negatieve effect van de economische crisis. De Lissabonstrategie heeft de fundamenten van de Europese economie reeds verstevigd. Indien de structurele hervormingen waarin de Lissabonstrategie voorziet, op de specifieke behoeften van de individuele lidstaten worden toegesneden, dan kunnen zij een passende beleidsreactie op korte termijn op de crisis vormen doordat zij de veerkracht en de flexibiliteit van de economie versterken. De lidstaten dienen de volgende maatregelen te overwegen:

  • ondersteunen van de koopkracht van de consumenten door de marktwerking te verbeteren: een beleid dat erop gericht is een betere werking van essentiële markten te bewerkstelligen, kan de vraag helpen ondersteunen door bij te dragen tot een daling van de prijzen, en aldus de koopkracht van de huishoudens ondersteunen;
  • aanpakken van onmiddellijke mededingingsproblemen: in lidstaten met inflatie- en mededingingsproblemen moeten dringend maatregelen worden getroffen die de band tussen het loonvormingsmechanisme en de productiviteitsontwikkeling versterken;
  • in stand houden van de werkgelegenheid en vergemakkelijken van arbeidsmarkttransities : de voornaamste arbeidsmarktuitdaging bestaat in het vermijden van onnodige arbeidsuitstoot door sectoren die tijdelijk door kortstondige verstoringen van de vraag worden getroffen. In dat opzicht kunnen een grotere flexibiliteit van de werktijdregelingen of een versterking van de diensten voor arbeidsvoorziening een bijdrage leveren;
  • verminderen van de regelgevings- en administratieve lasten voor het bedrijfsleven: dergelijke hervormingen werken een verhoging van de productiviteit mede in de hand en versterken het concurrentievermogen. Maatregelen die snel ten uitvoer kunnen worden gelegd, zijn onder meer het voortzetten van de inspanningen om de benodigde tijd voor het starten van een bedrijf te verminderen.

2.3. Maatregelen op de vier prioritaire gebieden van de Lissabonstrategie

Opdat zoveel mogelijk voordeel wordt behaald en de doelstellingen van het herstelplan - namelijk de burger beschermen en voorkomen dat de crisis de aandacht afleidt van de langeretermijnbelangen van de EU en van de noodzaak om in de toekomst te investeren - worden gerealiseerd, moet er een nauw verband bestaan tussen de budgettaire stimulans en de in deze afdeling beschreven maatregelen op de vier prioritaire gebieden van de Lissabonstrategie (burgers, bedrijven, infrastructuur en energie, onderzoek en innovatie). Om dit doel te bereiken, zal de Commissie in het kader van haar jaarlijkse Lissabonpakket op 16 december 2008 individuele verslagen over elke lidstaat uitbrengen waarin voorstellen voor aanbevelingen zullen worden gedaan .

Een weloverwogen combinatie van EU-beleidsmaatregelen en -middelen kan als katalysator fungeren voor essentiële investeringen die de EU verder op weg moeten helpen naar een toekomstige duurzame welvaart. Even belangrijk is dat voor stabiele en voorspelbare randvoorwaarden wordt gezorgd om het vertrouwen te bevorderen, het doen van investeringen te vergemakkelijken en de goedkoopste oplossingen voor gemeenschappelijke problemen na te streven. Met sommige van de in deze afdeling voorgestelde maatregelen wordt beoogd bepaalde EU-middelen vervroegd en direct aan te wenden om de budgettaire stimulans kracht bij te zetten en de lidstaten te helpen bij de tenuitvoerlegging van hun beleidsmaatregelen. Andere zijn bedoeld om de kadervoorwaarden voor toekomstige investeringen te verbeteren, de administratieve lasten te verminderen en de innovatie te bespoedigen. Alles samen vormen deze maatregelen een geïntegreerd pakket: de budgettaire implicaties ervan zouden moeten beantwoorden aan de beginselen die in de vorige afdeling zijn uiteengezet.

2.3.1. Beschermen van de werkgelegenheid en bevorderen van het ondernemerschap

De hoofdprioriteit moet erin bestaan de Europese burgers te beschermen tegen de ergste gevolgen van de financiële crisis. Zij zijn immers de eersten die worden getroffen, hetzij als werknemers, hetzij als consumenten, hetzij als ondernemers. De lidstaten moeten de sociale partners actief betrekken bij het aanpakken van de gevolgen van de financiële crisis op werkgelegenheids- en sociaal gebied.

  • a) 
    Burgers

De tenuitvoerlegging van een actief inclusiebeleid en een geïntegreerd flexicuritybeleid, toegespitst op activeringsmaatregelen, omscholing en bijschaving van vaardigheden, is van essentieel belang om de inzetbaarheid te bevorderen, een snelle herintegratie van ontslagen werknemers in de arbeidsmarkt te garanderen en langdurige werkloosheid te vermijden. In dit verband zal het ook van belang zijn dat een adequate sociale bescherming wordt geboden die werken aanmoedigt en tegelijkertijd de koopkracht in stand houdt.

  • 1. 
    Lanceren van een grootscheeps Europees initiatief ter ondersteuning van de werkgelegenheid a) De Commissie stelt voor de criteria voor steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) te vereenvoudigen en vanaf begin 2009 de voorschotten te verhogen. Op die manier zullen de lidstaten vervroegd toegang hebben tot een bedrag van 1,8 miljard EUR, waardoor zij: in het kader van flexicuritystrategieën kunnen overgaan tot een versnelde versterking van activeringsregelingen (met name voor laaggeschoolden), die voorzien in persoonlijke begeleiding, intensieve (om)scholing en bijscholing van werknemers, leerlingwezen, gesubsidieerde werkgelegenheid en subsidies voor zelfstandigen en startende bedrijven; hun programma's kunnen heroriënteren zodat de steun op de kwetsbaarste groepen wordt geconcentreerd, en tijdens deze periode indien nodig kunnen opteren voor volledige communautaire financiering van projecten; de ontwikkeling en bijschaving van vaardigheden nauwkeuriger kunnen volgen en beter op de bestaande en verwachte vacatures kunnen afstemmen; dit zal gebeuren in nauwe samenwerking met de sociale partners, de overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening en de universiteiten. De Commissie stelt voor om in samenwerking met de lidstaten de ESF-uitgaven te herprogrammeren om ervoor te zorgen dat de onmiddellijke prioriteiten worden verwezenlijkt. b) De Commissie zal ook voorstellen de regels van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering te herzien, zodat dit fonds sneller in sleutelsectoren kan interveniëren ofwel om de opleiding en arbeidsbemiddeling van ontslagen werknemers te cofinancieren, ofwel om geschoolde arbeidskrachten op de arbeidsmarkt te houden omdat die nodig zullen zijn zodra de economie weer begint aan te trekken. De Commissie zal de budgettaire middelen waarover het fonds beschikt evalueren in het licht van de toepassing van de herziene regels. 2. Vraag naar arbeid scheppen De lidstaten dienen te overwegen de sociale lasten van werkgevers op lagere inkomens te verlichten om de inzetbaarheid van lagergeschoolde arbeidskrachten te bevorderen. De lidstaten dienen ook de invoering te overwegen van innovatieve oplossingen (bv. dienstencheques voor huishoudelijke taken en kinderopvang, tijdelijke subsidies voor het in dienst nemen van werknemers die tot kwetsbare groepen behoren) waarmee in bepaalde delen van de Unie reeds goede eerste ervaringen zijn opgedaan. Vóór de voorjaarsbijeenkomst in 2009 van de Europese Raad dient de Raad het richtlijnvoorstel aan te nemen dat voorziet in permanent verlaagde btw-tarieven voor arbeidsintensieve diensten. |
  • b) Bedrijven

Om te investeren en groei en banen te scheppen, moet de particuliere sector in elk geval toegang hebben tot betaalbare financiering. De lidstaten moeten bijspringen en de bancaire sector omvangrijke financiële steun verlenen zodat de banken weer gewoon krediet kunnen verstrekken. Om ondernemerschap te bevorderen, moeten de EU en de lidstaten met spoed stappen zetten om de administratieve lasten voor kleine en middelgrote ondernemingen (het mkb) en voor micro-ondernemingen fors terug te dringen, door met name de desbetreffende voorstellen van de Commissie snel te behandelen. Ook moet de "European Small Business Act " zo snel mogelijk worden ingevoerd.

De EU-staatssteunregels bieden de lidstaten allerlei mogelijkheden om financiële steun te verlenen aan bedrijven, regio's en werknemers/werklozen en om de groei te stimuleren. Tegelijk zorgen deze regels voor een gelijk speelveld doordat staatssteun wordt gebruikt om bepaalde EU-doelstellingen voor onder meer O&O, innovatie, ICT, vervoer en energie-efficiëntie te ondersteunen, zonder dat de concurrentie wordt verstoord doordat bepaalde ondernemingen of sectoren worden bevoordeeld. In de huidige uitzonderlijke omstandigheden is toegang tot financiering voor bedrijven een groot probleem. Daarom zal de Commissie tijdelijke richtsnoeren uitwerken waarbij staatssteun voor kredieten wordt toegestaan (zie hieronder).

  • 3. 
    Verbetering van de toegang van bedrijven tot financiering De EIB heeft een pakket van 30 miljard EUR voor kredieten aan het mkb samengesteld, 10 miljard EUR meer dan zij normaal aan deze sector leent. Ook zal de EIB de kredietverlening aan middelgrote ondernemingen, een sector die voor de EU-economie van groot belang is, uitbreiden met 1 miljard EUR. Voorts krijgt het EIF van de EIB 1 miljard EUR extra voor een mezzaninefinancieringsfaciliteit. De Commissie zal met een pakket vereenvoudigingsmaatregelen komen om met name meer vaart te zetten achter haar besluitvorming inzake staatssteun. Staatssteun moet worden verleend via horizontale regelingen om de Lissabondoelstellingen, en met name de doelstellingen voor onderzoek, innovatie, opleiding, milieubescherming, en vooral schone technologieën, vervoer en energie-efficiëntie, te verwezenlijken. De Commissie zal de lidstaten tijdelijk toestemming verlenen om de toegang van ondernemingen tot financiering te vergemakkelijken met gesubsidieerde garanties en leningsubsidies voor investeringen in producten die aan eisen voldoen welke strenger zijn dan de EU-milieunormen[3]. 4. Terugdringing van de administratieve lasten en bevordering van ondernemerschap In het kader van de Small Business Act en om de administratieve lasten voor bedrijven terug te dringen, hun kasstroom te vergroten en meer mensen in het ondernemerschap te loodsen, moeten de EU en de lidstaten: ervoor zorgen dat overal in de EU binnen drie dagen zonder kosten een bedrijf kan worden gestart en dat de formaliteiten voor het inhuren van de eerste werknemer via één loket kunnen worden afgehandeld; micro-ondernemingen niet langer verplichten om een jaarrekening op te stellen (geraamde besparing voor deze ondernemingen: ongeveer 7 miljard EUR per jaar) en de kapitaalvereisten voor de Europese besloten vennootschap te beperken tot 1 EUR; meer vaart zetten achter de goedkeuring van het Statuut van de Europese besloten vennootschap zodat het mkb vanaf begin 2009 gemakkelijker grensoverschrijdend en in de EU onder dezelfde regels kan opereren; ervoor zorgen dat overheidsinstanties alle facturen voor leveringen en diensten, dus ook die van het mkb, binnen een maand betalen om liquiditeitsproblemen tegen te gaan, dat deze facturen ook elektronisch bij hen mogen worden ingediend (dit kan 18 miljard EUR aan kostenreducties opleveren) en dat zij eventuele betalingsachterstanden wegwerken; de taksen voor octrooiaanvragen en voor de instandhouding van octrooien met ten hoogste 75% verlagen en de kosten van een EU-handelsmerk halveren. |
  • 2.3.2 Doorgaan met investeren in de toekomst

We zijn getuige van het begin van een grote structurele verschuiving naar een koolstofarme economie. Dit biedt de EU een kans: er kunnen nieuwe bedrijven, nieuwe sectoren en miljoenen nieuwe goedbetaalde banen ontstaan. Alle sectoren moeten meedoen: zo wordt in het kader van het recente besluit inzake de "gezondheidscontrole" van het GLB 3 miljard EUR uitgetrokken voor klimaatvriendelijke investeringen in plattelandsontwikkeling. Op deze wijze kan snelle actie de EU blijvend voordeel opleveren. Met het oog op een versnelling van de investeringen zal de Commissie het rechtskader voor partnerschappen tussen de publieke en de particuliere sector waarbij grootschalig wordt geïnvesteerd in infrastructuur en onderzoek, verduidelijken om deze vorm van gemengde financiering te vergemakkelijken.

  • c) 
    Infrastructuur en energie

Voor een optimaal profijt en minimale kosten is het van essentieel belang om de energie-efficiëntie van bijvoorbeeld gebouwen, de verlichting, airco- en verwarmingssystemen en andere technologieën (auto's en machines) te verbeteren. Daarvan zullen huishoudens en bedrijven al snel de vruchten kunnen plukken.

Tegelijk moet Europa meer vaart zetten achter zijn investeringen in infrastructuur, en met name in milieuvriendelijke takken van vervoer die deel uitmaken van de trans-Europese netwerken (TEN's), en in ultrasnelle ICT-netwerken, energie-interconnecties en pan-Europese infrastructuur voor onderzoek. Door sneller te investeren in de infrastructuur, zal de klap voor de bouwnijverheid, die in de meeste lidstaten momenteel fors inzakt, minder hard aankomen, maar zal ook het Europese potentieel voor duurzame groei worden versterkt. Met name in de energiesector zal dankzij een aantal grote trans-Europese projecten de continuïteit in de energievoorziening toenemen en zullen meer lidstaten aansluiting krijgen op het Europees elektriciteitsnet.

  • 5. 
    Sneller investeren in de modernisering van de Europese infrastructuur In de komende twee jaar (en misschien daarna) zal de EU waarschijnlijk niet alle begrotingsmiddelen uitgeven die in het financieel kader zijn vastgesteld. Daarom stelt de Commissie voor 2009 en 2010 voor om 5 miljard EUR extra uit te trekken voor trans-Europese infrastructurele breedband- en energie-interconnectieprojecten. Daarvoor moeten de Raad en het Parlement het financieel kader aanpassen zonder dat de grenzen van de huidige begroting worden overschreden. In het kader van het cohesiebeleid ontvangen de lidstaten en regio's forse steun voor hun investeringen. Voor de periode 2007-2013 is daarvoor meer dan 347 miljard EUR beschikbaar. Door de druk op de nationale begrotingen bestaat er echter gevaar dat geplande investeringen vertraging oplopen. Om de economie onverwijld te stimuleren, moeten de structuurfondsen sneller worden ingezet. In dit verband: zal de Commissie voorstellen haar voorfinanciering van programma's uit te breiden en in 2009 tot 4,5 miljard EUR extra beschikbaar te stellen; moeten de lidstaten de beschikbare ruimte gebruiken om de financiering van projecten te vervroegen door het door de Gemeenschap gefinancierde deel te vergroten; zal de Commissie een aantal andere maatregelen voorstellen om de uitvoering van grote investeringsprojecten naar voren te halen, het gebruik van financiële-structureringsfondsen te vergemakkelijken, de behandeling van de betaling van voorschotten aan begunstigden te vereenvoudigen en de mogelijkheden voor forfaitaire subsidiabele uitgaven voor alle fondsen te verruimen. De Commissie wijst in dit verband op de noodzaak deze voorstellen snel goed te keuren. Voor eind maart 2009 zal de Commissie 500 miljoen EUR uittrekken voor een oproep om voorstellen in te dienen voor trans-Europese vervoersprojecten ("TEN-T-projecten") waarbij de aanleg voor eind 2009 van start kan gaan. Daarmee zullen bestaande fondsen naar voren worden gehaald die vóór de tussentijdse evaluatie van het TEN-T-meerjarenprogramma sowieso een andere bestemming zouden hebben gekregen. Daarnaast zal de EIB aanzienlijk meer middelen (tot 6 miljard EUR per jaar) uittrekken voor de financiering van investeringen op het gebied van klimaatverandering, energiezekerheid en infrastructuur. Ook zal zij meer vaart zetten achter de uitvoering van twee gezamenlijk met de Commissie ontwikkelde innovatieve financiële instrumenten, namelijk de risicodelende financieringsfaciliteit voor O&O en het leninggarantie-instrument voor TEN-T-projecten om de particuliere sector daar sterker bij te betrekken. De EBWO zal haar inspanningen op het gebied van energie-efficiëntie, klimaatverandering, gemeentefinanciering en andere infrastructurele diensten meer dan verdubbelen. Dit kan leiden tot extra investeringen van de particuliere sector van 5 miljard EUR. 6. Verbetering van de energie-efficiëntie van gebouwen Samen moeten de lidstaten en EU-instellingen spoedmaatregelen treffen om de energie-efficiëntie van woningen en openbare gebouwen te verbeteren en het gebruik van "groene" producten te bevorderen. De lidstaten moeten harde doelen stellen om ervoor te zorgen dat openbare gebouwen, koopwoningen en sociale woningen aan de hoogste Europese energie-efficiëntienormen voldoen, en moeten daarvoor een systeem van periodieke energiecertificering invoeren. Om hun nationale doelen gemakkelijker te halen, moeten de lidstaten overwegen de onroerendgoedbelasting voor energiezuinige gebouwen te verlagen. De Commissie is recentelijk met voorstellen gekomen[4] om de energie-efficiëntie van gebouwen sterk te verbeteren, en roept de Raad en het Parlement op om deze prioritair in behandeling te nemen. Daarnaast moeten de lidstaten hun operationele programma's in het kader van de structuurfondsen aanpassen en daarin meer nadruk leggen op energie-efficiënte investeringen. Dit geldt ook voor hun financiering van sociale woningbouw. Om de mogelijkheden te verruimen, stelt de Commissie voor de structuurfondsverordeningen op dit punt te wijzigen. Zij wil in dit verband wijzen op de noodzaak om de wijzigingen snel goed te keuren. De Commissie zal in samenwerking met de EIB en een aantal nationale ontwikkelingsbanken het Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur lanceren, waaruit projecten op basis van aandelenkapitaal of hybride kapitaalinstrumenten worden gefinancierd. De Commissie roept de lidstaten en het bedrijfsleven op om snel innovatieve financieringsmodellen te ontwikkelen waarbij bijvoorbeeld de renovatie wordt gefinancierd uit aflossingen die gerelateerd zijn aan de besparingen op de energierekening over een aantal jaren. 7. Bevordering van het gebruik van "groene producten" De Commissie zal een verlaging van de btw-tarieven voorstellen voor groene producten en diensten, en met name die welke leiden tot energie-efficiëntere gebouwen. Zij dringt bij de lidstaten aan op verdere actie om de vraag van de consument naar milieuvriendelijke producten te stimuleren. Voorts moeten de lidstaten snel milieueisen invoeren voor externe voedingen, voor het elektriciteitsverbruik in de standby- en uitstand, voor settopboxen en voor fluorescerende lampen. De Commissie zal spoedmaatregelen uitwerken voor andere producten waarop grote energiebesparingen mogelijk zijn, zoals televisietoestellen, interieurverlichting, koelkasten en diepvriezers, wasmachines, boilers en airconditioners. |
  • d) Onderzoek en innovatie

Door de financiële crisis en de daaropvolgende druk op de financiële middelen van overheid en particulieren kunnen investeringen in O&O en onderwijs vertraging oplopen of zelfs fors worden teruggeschroefd, zoals in het verleden ook is gebeurd bij een economische inzinking in Europa. Achteraf blijkt dit vaak te hebben geleid tot een enorme vernietiging van kapitaal en kennis, met alle gevolgen van dien voor Europa's groei- en werkgelegenheidvooruitzichten voor de middellange en lange termijn. Daarentegen zijn er ook voorbeelden van landen, zowel in als buiten Europa, die in moeilijke economische tijden zo verstandig zijn geweest om de uitgaven voor O&O en onderwijs juist op te voeren en daarmee de basis te leggen voor hun sterke positie op innovatiegebied.

  • 8. 
    Verhogen van de investeringen in O&O, innovatie en educatie De lidstaten en de particuliere sector moeten de geplande investeringen in educatie en O&O (in overeenstemming met hun nationale O&O-targets) vergroten om de groei en productiviteit te stimuleren. Zij moeten ook manieren onderzoeken om de O&O-investeringen van de particuliere sector te vergroten, bijvoorbeeld door het verstrekken van fiscale prikkels, toelagen en/of subsidies. De lidstaten moeten de investeringen in stand houden om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. 9. Ontwikkelen van schone technologieën voor auto’s en de bouw Ter ondersteuning van innovatie in de productie, in het bijzonder in de bouwnijverheid en de automobielsector, die onlangs geconfronteerd werden met een instorting van de vraag tengevolge van de crisis en die ook voor belangrijke uitdagingen staan bij de overgang naar de groene economie, stelt de Commissie voor 3 grote partnerschappen tussen de publieke en private sector op te starten: In de automobielsector, een "Europees initiatief voor groene auto's", dat onderzoek omvat naar een grote verscheidenheid van technologieën en slimme energie-infrastructuren die essentieel zijn om een doorbraak te bereiken in het gebruik van hernieuwbare en niet-verontreinigende energiebronnen, veiligheid en doorstroming van het verkeer. Het partnerschap zou door de Gemeenschap, de EIB, de industrie en de bijdragen van de lidstaten gefinancierd worden met een gecombineerd budget van ten minste 5 miljard EUR. In dit verband kan de EIB kostengebaseerde leningen verstrekken aan autoproducenten en –leveranciers voor het financieren van innovatie, met name in technologieën die de veiligheid en de milieuprestaties van auto’s verbeteren, bv. elektrische voertuigen. Vraagzijdemaatregelen zoals een verlaging door de lidstaten van hun registratie- en verkeersbelasting voor auto's met een lagere emissie alsook inspanningen om oude auto's te slopen, moeten in het initiatief worden opgenomen. Bovendien zal de Commissie de ontwikkeling ondersteunen van een procurementnetwerk van regionale en lokale overheden om de vraag naar schone bussen en andere voertuigen te bundelen en de uitvoering van het CARS21-initiatief te versnellen; In de bouwsector, een "Europees initiatief voor energie-efficiënte gebouwen", ter bevordering van groene technologieën en de ontwikkeling van energie-efficiënte systemen en materialen in nieuwe en gerenoveerde gebouwen om het energieverbruik en de CO2-emissies ervan radicaal te verminderen[5]. Het initiatief moet een belangrijke regelgevings- en normaliseringscomponent hebben en zou een procurementnetwerk van regionale en lokale overheden omvatten. De begrotingsmiddelen voor dit partnerschap worden geraamd op 1 miljard EUR. Het initiatief zou worden geflankeerd door specifieke acties die onder de acties 5 en 6 betreffende infrastructuur en energie-efficiëntie worden voorgesteld; Ter bevordering van het gebruik van technologie in de productie, een "initiatief fabrieken van de toekomst". Doel hiervan is EU-producenten in alle sectoren, met name het mkb, te helpen zich aan te passen aan de mondiale concurrentiedruk door het versterken van de technologische basis van de EU-productie via de ontwikkeling en integratie van de ‘enabling technologies’ van de toekomst, zoals engineeringtechnologieën voor aanpasbare machines en industriële procedés, ICT en geavanceerde materialen. De begrotingsmiddelen voor deze actie worden op 1,2 miljard EUR geraamd. 10. Hogesnelheidsinternet voor iedereen Ultrasnelle internetverbindingen stimuleren de snelle verspreiding van technologie, hetgeen op zijn beurt vraag creëert naar innovatieve producten en diensten. Het uitrusten van Europa met deze moderne infrastructuur is even belangrijk als de aanleg van de spoorwegen in de negentiende eeuw. Om Europa’s voorsprong op het gebied van vaste en draadloze communicatie te vergroten en de ontwikkeling van diensten met hoge toegevoegde waarde te versnellen, moeten de Commissie en de lidstaten met de stakeholders samenwerken aan de ontwikkeling van een breedbandstrategie om de verbetering en uitbreiding van netwerken te versnellen. De strategie wordt ondersteund met publieke middelen om breedbandtoegang aan te bieden in gebieden waar de dekking nog onvoldoende is, de kosten hoog zijn en de markt niet kan leveren. Doel moet zijn tegen 2010 een dekking van 100% voor hogesnelheidsinternet te bereiken. Bovendien moeten de lidstaten, ook om de prestatie van bestaande netwerken te moderniseren, concurrerende investeringen in glasvezelnetwerken bevorderen en de voorstellen van de Commissie om spectrum voor draadloze breedband vrij te maken, onderschrijven. Door middel van de bij actie 5 hierboven vermelde financiering zal de Commissie in 2009/10 1 miljard EUR extra naar deze netwerkinvesteringen sluizen. |
  • 3. Streven naar mondiale oplossingen

De uitdagingen waarvoor de EU nu staat, maken deel uit van de mondiale macro-economische uitdagingen waar tijdens de recente top over de financiële markten en de wereldeconomie in Washington de aandacht op is gevestigd. Het voorliggend Europees economisch herstelplan zal deel uitmaken van de bijdrage van de EU tot nauwere internationale macro-economische samenwerking, inclusief met opkomende landen, met de bedoeling de groei te herstellen, negatieve meezuigeffecten te voorkomen en de ontwikkelingslanden te steunen. De Europese Unie heeft de jongste decennia in grote mate geprofiteerd van toegenomen grensoverschrijdende kapitaals- en handelsstromen met ontwikkelde landen en steeds meer ook met opkomende economieën. De financiële crisis toont juist aan hoe onderling afhankelijk de wereld is geworden. De schaal waarop en de snelheid waarmee een verlies aan vertrouwen in één deel van de wereld snel de financiële markten heeft getroffen en de reële economieën wereldwijd heeft meegezogen, is terecht zorgwekkend. In de wereld van vandaag is een schok op één voor het systeem belangrijke financiële markt een mondiaal probleem dat dienovereenkomstig moet worden behandeld. Daarom moet elk gecoördineerd antwoord van de EU op de economische baisse voor een belangrijk deel tot stand komen via meer afspraken en samenwerking met onze internationale partners om de problemen in binnen- en buitenland, inclusief in de ontwikkelingslanden, die tot de hardst getroffenen zullen behoren, aan te pakken.

De wereldhandel in beweging houden

Europa’s herstel hangt af van het vermogen van onze ondernemingen om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die de mondiale markten bieden. De terugkeer van Europa naar solide groei zal ook afhangen van onze exportcapaciteit. Het openhouden van de handelsverbanden en investeringsgelegenheden is ook de beste manier om de mondiale impact van de crisis te beperken, aangezien het mondiale herstel essentieel zal afhangen van de duurzame economische prestaties van de opkomende en ontwikkelingseconomieën.

Wij moeten ons bijgevolg blijven inzetten voor open markten overal ter wereld, onze eigen markt zo open mogelijk houden en erop aandringen dat derde landen hetzelfde doen. Om dit te bereiken moet Europa de volgende verdere maatregelen nemen:

  • In de WTO-Doharonde spoedig tot overeenstemming komen over een wereldhandelsakkoord . Na de hernieuwde verbintenis die tijdens de top van Washington van 15 november is aangegaan, heeft de Commissie onmiddellijk de inspanningen opgevoerd om tegen het einde van het jaar overeenstemming te bereiken over de modaliteiten van een overeenkomst. Een succesvolle ronde zal een sterk kortetermijnsignaal van vertrouwen in de nieuwe economische wereldorde doen uitgaan. Mettertijd zullen de consumenten en ondernemingen over de hele wereld daar hun voordeel mee doen in de vorm van lagere prijzen, doordat de resterende hoge douanerechten op belangrijke partnermarkten zullen worden verlaagd.
  • Steun blijven verlenen aan de economische en sociale consolidatie van de kandidaat-landen en de Westelijke Balkan in het wederzijds belang van de EU en de regio. Daartoe reserveert de Europese Commissie een "crisispakket" van 120 miljoen EUR, waarmee schuldfinanciering in de vorm van leningen ten bedrage van 500 miljoen EUR bij internationale financiële instellingen mogelijk is.
  • Een netwerk opzetten van diepgaande en ruime vrijhandelsovereenkomsten in de omringende landen als een stap naar een meer geïntegreerde regionale markt. Door middel van haar nabuurschapsbeleid kan de EU bouwen op de Unie voor het Middellandse Zeegebied en haar plannen voor een nieuw oostelijk partnerschap.
  • De inspanningen opvoeren om nieuwe en ambitieuze vrijhandelsovereenkomsten te sluiten met andere handelspartners.
  • Met de nieuwe Amerikaanse regering besprekingen aanvatten over de Trans-Atlantische Economische Raad . Er kan ook worden gestreefd naar een effectievere samenwerking op regelgevingsgebied met andere belangrijke industrielanden zoals Canada en Japan;
  • De dialoog voortzetten met belangrijke bilaterale partners zoals China, India, Brazilië en Rusland en deze gebruiken om problemen aan te pakken met betrekking tot overheidsopdrachten, concurrentie en intellectuele eigendom.

Aanpakken van de klimaatverandering

De crisis doet zich voor aan de vooravond van een belangrijke structurele verschuiving naar de koolstofarme economie. De doelstelling om de klimaatverandering te bestrijden kan gecombineerd worden met belangrijke nieuwe economische kansen om nieuwe technologieën te ontwikkelen, banen te creëren en de energiezekerheid te versterken.

Overeenstemming tijdens de Europese Raad van december over de interne strategie inzake klimaatverandering van de EU zal de leidende rol versterken die de EU moet trachten te spelen in het tot stand brengen van een ambitieuze internationale overeenkomst betreffende klimaatverandering tijdens de UNFCCC-conferentie in Kopenhagen eind 2009.

Ondersteunen van ontwikkelingslanden

Door de huidige crisis komen de ontwikkelingslanden, die daar vaak het minst goed voor zijn toegerust, nog meer onder druk te staan. Daarom is het des te belangrijker dat de EU en anderen zich blijven inzetten om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG’s) te bereiken. Het kan voor ontwikkelde landen net als voor de EU eveneens nodig zijn met nieuwe, flexibele en innovatieve instrumenten te komen, zoals de recente voedselhulpfaciliteit van de EU, om de ontwikkelingslanden te helpen het hoofd te bieden aan de snelle doorwerking van de crisis.

Het blijven helpen van opkomende en ontwikkelingslanden op de weg naar duurzame groei is bijzonder relevant in de aanloop naar de internationale conferentie betreffende financiering voor ontwikkeling die van 29 november tot 2 december in Doha plaatsvindt. Tijdens deze bijeenkomst zal de EU – die in 2007 nog steeds de grootste donor van overzeese ontwikkelingshulp (ODA) was – haar verbintenis herhalen om tegen 2010 en 2015 een ODA-streefniveau van respectievelijk 0,56% en 0,7% te bereiken. Zij zal voorts andere donoren uitnodigen zich in te zetten om deze streefcijfers te halen.

Ondersteuning van duurzame ontwikkeling, onder meer door de ODA- en MDG-doelstellingen te realiseren, maar ook door de algemene bestuursuitdagingen aan te gaan, is des te belangrijker in tijden van economische crisis. Het delen van de voordelen van duurzame groei en het aanpakken van klimaatverandering, energie- en voedselzekerheid en goed bestuur zijn gecorreleerde uitdagingen, waar voor internationale financiële instellingen net als voor andere internationale organisaties eveneens een belangrijke rol is weggelegd.

  • 4. 
    Conclusies

Het is duidelijk dat de EU moeilijke maanden tegemoet gaat naarmate de effecten van de mondiale en Europese economische vertraging de werkgelegenheid en vraag onder druk zetten. De lidstaten en Europese instellingen kunnen echter samen maatregelen nemen om het consumenten- en ondernemingsvertrouwen te herstellen, de kredietverstrekking weer op gang te brengen, investeringen in onze economieën te stimuleren, banen te scheppen en werklozen weer aan een baan te helpen. Het Europees economisch herstelplan dat in deze mededeling wordt beschreven, is bedoeld om een basis te creëren voor snelle overeenstemming tussen de lidstaten om Europa’s economie weer in beweging te krijgen.

De Europese Commissie verzoekt het Europees Parlement zijn volle steun aan dit Europees economisch herstelplan te verlenen.

Zij doet tevens een beroep op de staats- en regeringsleiders om tijdens hun vergadering van 11 en 12 december:

  • 1. 
    dit Europees economisch herstelplan te onderschrijven;
  • 2. 
    de Europese Commissie en de Raad te verzoeken samen te werken om ervoor te zorgen dat de gecombineerde maatregelen op nationaal en EU-niveau een waarde bereiken van ten minste 1,5% van het bbp;
  • 3. 
    ervoor te zorgen dat de bijgestelde stabiliteits- en convergentieprogramma’s, inclusief de nationale stimuleringsmaatregelen, worden beoordeeld overeenkomstig de procedures van het stabiliteits- en groeipact, en tegelijk gebruik te maken van de flexibiliteit die erin wordt geboden;
  • 4. 
    de tien maatregelen die in het Europees economisch herstelplan zijn opgenomen te onderschrijven; er bij de Raad en het Parlement op aan te dringen alle voor het uitvoeren van deze maatregelen nodige wetgevingsactiviteiten te bespoedigen;
  • 5. 
    op basis van een bijdrage van de Commissie vóór de Europese voorjaarsraad van 2009 waarop de voortgang die is gemaakt met de uitvoering van het plan zal worden geëvalueerd, in onderlinge afspraak alle verdere maatregelen aan te geven die op EU- en nationaal niveau nodig zijn om het herstel te bevorderen;
  • 6. 
    nauw met de internationale partners te blijven samenwerken voor de tenuitvoerlegging van mondiale oplossingen om de mondiale governance te versterken en het economische herstel te bevorderen.

[1] Mededeling van 29 oktober - COM(2008) 706.

[2] De algemene aanbevelingen en de specifieke maatregelen die op de in dit document geschetste acties op de prioritaire gebieden betrekking hebben, moeten verenigbaar zijn met de interne markt en met de mededingingsregels, en meer in het bijzonder met de regels inzake overheidssteun.

[3] Daartoe wordt de huidige "veiligehavendrempel" van 1,5 miljoen EUR voor risicokapitaal opgetrokken tot 2,5 miljoen EUR en wordt onder bepaalde voorwaarden en tot een maximumbedrag toegestaan dat: a) steun wordt verleend voor garanties op leningen aan bepaalde ondernemingen die moeite hebben om aan een lening te komen, en b) steun van maximaal 50% (voor het mkb) en 25% (voor grote ondernemingen) van de referentievoet voor leningen voor investeringen in de vervaardiging van producten die eerder voldoen aan of verder gaan dan nieuwe, strengere en nog niet in werking getreden Gemeenschapsnormen voor de bescherming van het milieu.

[4] COM(2008) 755 van 13.11.2008.

[5] Gebouwen maken momenteel 40% van het energieverbruik uit.

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.