Rijnlands model

Het Rijnlands model is een sociaal-economisch model waarbinnen de overheid veel taken op zich neemt. Aanhangers van dit model vinden dat de werking van de vrije markt gecontroleerd en zo nodig gecorrigeerd moet worden.

Volgens het Rijnlands model moet een overheid ter wille van een goed functionerende samenleving in ieder geval zorgdragen voor een uitgebreid stelsel van uitkeringen, publiek onderwijs en een publieke gezondheidszorg.

Duitsland is het meest bekende voorbeeld van het Rijnlands model. Ook de Nederlandse 'verzorgingsstaat' is een variant van dit model.

De tegenhanger van het Rijnlands model is het Angelsaksische model i. De voorstanders van dit model vinden dat de staat zich juist zo min mogelijk met de economie moet bemoeien.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Kenmerken

In het Rijnlands model is de overheid op veel terreinen actief. Omdat er altijd mensen zijn die, bijvoorbeeld door ziekte of gevorderde leeftijd, niet kunnen werken, zorgt de overheid voor verschillende sociale uitkeringen.

Bovendien kunnen volgens aanhangers van dit model sommige zaken, zoals openbaar vervoer en onderwijs, beter niet volledig overgelaten worden aan bedrijven die winst moeten maken. Dan zou het zomaar kunnen gebeuren dat in gebieden waar niet veel mensen wonen, het openbaar vervoer slecht is geregeld omdat daar weinig geld te verdienen valt.

Een ander kenmerk van het Rijnlands model is dat de overheid nauw samenwerkt met werkgevers en werknemers. Deze partijen zijn bereid om zo nu en dan compromissen te sluiten die goed zijn voor de gehele economie en niet alleen voor hun eigen doelgroep. Het Nederlandse 'poldermodel' is daar een voorbeeld van.

2.

Geschiedenis

Het Rijnlands model is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan in voormalig West-Duitsland. Daar komt de naam ook vandaan: de toenmalige hoofdstad Bonn ligt in het Rijnland.

Nederland heeft lang het Rijnlands model gevolgd, maar net als in andere Europese landen is dat de afgelopen jaren wel wat minder geworden.

De taken van de Nederlandse overheid waren na de Tweede Wereldoorlog zo sterk toegenomen dat de overheid rond 1980 nauwelijks haar uitgaven kon financieren. De verzorgingsstaat moest daarom deels teruggedrongen worden. Sindsdien worden bepaalde onderdelen van de sociale zekerheid uitgevoerd door bedrijven. Bovendien zijn de overheidsuitgaven flink verminderd door aanpassing van de uitkeringsniveaus en verbetering van de uitvoering.

De Nederlandse regering laat ook meer taken uitvoeren door lagere overheden zoals gemeenten. Daarbij hebben burgers en bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid gekregen.

3.

Toekomst

Sinds de financiële crisis van najaar 2008 lijkt het Rijnlands model weer aan populariteit te winnen. Nu is gebleken dat de wereldwijde economie in grote problemen kan komen wanneer banken ongecontroleerd onverantwoorde risico's kunnen nemen, spreken veel Europese landen zich uit voor meer overheidscontrole op de financiële sector.