Reacties EP-leden op de Europese top over Georgië

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op dinsdag 2 september 2008.

Op maandag kwamen de Europese staatshoofden en regeringsleiders bijeen voor een speciale top over het conflict in Georgië. Hierbij werd de Russische interventie en de erkenning van de afgescheiden regio’s Zuid-Ossetië en Abchazië veroordeeld. Wij vroegen enkele Europese Parlementsleden daags na de top en rondom het debat in de plenaire vergadering in Brussel naar hun mening over de reactie van de EU op de crisis.

De Europese Parlementsleden bespraken de situatie in Georgië een dag na de top. Tijdens de buitengewone bijeenkomst van de Raad werd overeengekomen dat er een missie naar het gebied zal worden gestuurd, er een speciale vertegenwoordiger zal worden genomineerd en dat de onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst met Rusland zullen worden opgeschort totdat de Russische troepen die zijn ingezet na 7 augustus in zijn geheel zijn vertrokken.

"De EU heeft een keuze"

Het Franse Parlementslid Marie Anne Isler Beguin (fractie De Groenen) is voorzitter van de delegatie voor Georgië. Ze liet ons weten  "aangenaam verrast te zijn over het resultaat van de Raad, niemand verwachtte bijvoorbeeld de opschorting van de partnerschapsovereenkomst met Rusland zolang de Russische troepen Georgië niet verlaten hebben."

De Pool Jacek Saryusz-Wolski (Europese Volkspartij) is als voorzitter van de commissie Buitenlandse zaken van mening dat "wij, de Europese Unie, een keuze hebben. We kunnen tevreden zijn met onze verbale acties of we kunnen ons beleid ten aanzien van Rusland herzien. Daarbij moeten we duidelijk maken dat we assertiever kunnen zijn in het geval van niet-naleving door Rusland met de regels die wij verwachten."

Het Duitse Parlementslid Karl von Wogau (Europese Volkspartij, voorzitter van de subcommissie Veiligheid en defensie) is verheugd dat de EU heeft besloten gezamenlijk op te treden en een waarnemingsmissie naar Georgië te sturen: "De EU kan pas echt een verschil maken in de internationale oplossing van conflicten wanneer zij besluiten neemt op grond van gezamenlijk leiderschap en een gemeenschappelijke vlag."

De Bulgaar Evgeni Kirilov (sociaaldemocratische fractie PES) liet weten dat de EU-reactie op het conflict op een zeer goed moment viel en dat dit bovendien op een evenwichtige en volwassen manier gebeurde: "Er is geen beter alternatief voor de Unie dan de dialoog en samenwerking met Rusland, maar we bevinden ons niet meer in een situatie van business as usual."

"We moeten niet bang zijn om de dialoog te onderbreken"

De Litouwse Ona Juknevi?ien? (ALDE): "Ik ben blij dat er nu een gemeenschappelijk standpunt van Europa bestaat, die zoekt naar een effectieve oplossing. Ik ben er echter niet van overtuigd dat het opschorten van de onderhandelingen over overeenkomsten inzake partnerschap en samenwerking een passende maatregel is."

De Letse Inese Vaidere (UEN) is voorstander van het bevriezen van de vereenvoudigde visumregeling met Rusland en het stopzetten van de partnerschapsovereenkomst: "We moeten niet bang zijn om de dialoog te onderbreken. Als de Russische agressie en de erkenning van de separatistische regio's niet een adequate reactie ontvangen zal het een signaal zijn om op de oude weg door te gaan."

Milan Horá?ek (DE, fractie De Groenen) is een Europees Parlementslid met Tsjechische wortels: "Ik ben niet helemaal tevreden met de reactie op de EU-top. Ik had gehoopt op een reactie die duidelijker gebaseerd is op onze waarden van democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en vrijheid. Er te veel angst voor onze afhankelijkheid van olie en gas. Toen Rusland zei dat dit tijdelijk is, deed het me denken aan de Praagse lente in 1968 waarbij de Russische troepen uiteindelijk 22 jaar bleven."

Hoe moet het standpunt van de EU zijn?

De Fin Esko Seppänen (GUE/NGL) is vice-voorzitter van de delegatie EU-Rusland: "Ik wil een evenwichtige aanpak waarbij aandacht wordt geschonken aan de risicobeoordeling bij de lancering van de avontuurlijke militaire aanval van de Georgische president Saakashvili. Tegelijkertijd moet het EP Rusland verzoeken het internationaal recht te volgen en hulp te bieden voor de burgerslachtoffers in Zuid-Ossetië en Georgië."

Het Belgische EP-lid Saïd El Khadraoui (PES) liet weten dat "er duidelijk geen militaire oplossing voor het conflict is. Meer samenwerking, niet meer confrontatie is het antwoord. Hoewel we de Russische militaire reactie krachtig moeten veroordelen, moeten we erkennen dat we Rusland nodig hebben als we een duurzame oplossing voor de problemen in de regio willen verkrijgen."

Ona Juknevi?ien? (LV, ALDE) is van mening dat het EP "strengere maatregelen ten aanzien van Rusland moet nastreven. Europese burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat de bedreigingen van Rusland voor het herstel van de voormalige Sovjet-Unie geen kans maken."

De toekomst van Georgië?

Isler Beguin: "Ik ben blij om te zien dat collega's hun mening hebben bijgesteld wat betreft Georgië om de deuren voor het land te openen in de richting van een eventueel lidmaatschap van de EU."

Het Hongaarse EP-lid György Schöpflin (Europese Volkspartij): "Het is nog te vroeg om iets te zeggen. Aan de ene kant is het Russische spel nog steeds aan de gang, aan de andere kant kunnen we nog niet overzien hoe de Georgische politieke elite reageert op Saakashvili."

Ona Juknevi?ien? (LT, ALDE): "Rusland zal er alles aan doen om niet terug te trekken uit Zuid-Ossetië en Abchazië. Georgië kan hier weinig aan doen. De toekomst van Georgië is vooral afhankelijk van de positie en acties van de EU en de NAVO."

Evgeni Kirilov (BG, PES): "De sterke bereidheid van de EU om nauwer betrokken te zijn bij het Zwarte Zeegebied en de Kaukasus maakt me optimistisch over de toekomst van deze onrustige Europese regio."

REF.: 20080901STO35697