Oude erfvijanden moeten Servië opstuwen

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op dinsdag 8 juli 2008.
Auteur: Thijs Papôt

Een nieuwe coalitie van pro-Europeanen en de erfgenamen van oud-president Milosevic komt in Servië aan het roer te staan. Deze erfvijanden moeten Servië verzoenen met het verleden en koers zetten richting de EU.

Volgens president Boris Tadic draagt de nieuwe Servische regering bij aan 'nationale verzoening en het oplossen van tegenstellingen'. De coalitie van zijn pro-Europese blok en de socialistische SPS van wijlen president Slobodan Milosevic kreeg maandag goedkeuring van het parlement in Belgrado. De nieuwe premier denkt Servië klaar te kunnen stomen voor toetreding tot de Europese Unie, maar Kosovo blijft een obstakel.

Geflirt

Hoewel de alliantie rond president Tadic begin mei een overtuigende verkiezingsoverwinning boekte, bleek dit geen vanzelfsprekende garantie voor regeringsdeelname. De sleutel tot een nieuwe coalitie lag bij de socialisten. Die flirtte in eerste instantie met partijen die de betrekkingen met de EU willen bevriezen zolang de meeste lidstaten de onafhankelijkheid van Kosovo erkennen.

Maar uiteindelijk is de SPS - die maar twintig van de 250 parlementszetels bezet - toch voor een coalitie met Boris Tadic gezwicht. Dat is voor beide kampen een pragmatische keuze. Het was immers de partij van Tadic die de socialisten in 2000 een grote verkiezingsnederlaag toebracht en vervolgens meewerkte aan de uitlevering van hun leider, oud-president Slobodan Milosevic, aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.

Ideologische veren

De partij van Milosevic wordt door velen nog steeds verantwoordelijk gehouden voor de oorlog in voormalig Joegoslavië. Voor de socialisten is deelname aan de coalitie van Tadic dan ook hoofdzakelijk een kans op internationale rehabilitatie.

De SPS presenteert zichzelf als een nieuwe partij die haar ideologische veren heeft afgeschud en een streep onder het verleden wil zetten. Maar van echte hervormingen is volgens politiek analist Bratislav Grubacic geen sprake. "Ze denken nog steeds dat Milosevic de grote man is en dat ze niet verantwoordelijk zijn voor de oorlog: ze zijn niet veranderd. Ze willen lid worden van de Internationale Socialisten, maar alle partijen uit Bosnië en Kroatië zeiden: "Ze kunnen geen lid worden, want ze nemen geen afstand van het verleden."

De nieuwe premier, de econoom Mirko Cvetkovic, verwacht dat Servië aan het eind van deze termijn klaar is voor de EU. Hij kan op medewerking rekenen van EU-voorzitter Frankrijk, die in de komende maanden het pad naar toetredingsonderhandelingen wil effenen. Maar deze regering zal niet zo ver gaan om de onafhankelijkheid van Kosovo te erkennen. De kwestie rond de voormalige Servische provincie ligt daarvoor te gevoelig.

Erkenning Kosovo

Een eerste testcase voor de coalitie volgt over enkele weken al, wanneer het Servische parlement stemt over het Statusakkoord (SAA), de opmaat voor toetredingsonderhandelingen met de EU. De nationalistische oppositie verwerpen het akkoord als een impliciete erkenning van Kosovo.

Het Statuskkoord kan overigens alleen in werking treden wanneer Servië bevredigend blijft meewerken met het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag bij de opsporing en uitlevering van onder andere de Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic. De socialisten hebben er nooit een geheim van gemaakt tegen die samenwerking te zijn. Ze waren destijds ook furieus over de uitlevering van Milosevic aan Den Haag.

Maar volgens analist Jelena Milic zullen sentimenten over Milosevic de SPS-achterban nauwelijks parten spelen. "SPS ziet een niche voor zichzelf als een links georiënteerde partij en ze richten zich op een nieuwe en jongere kiezer, en die is niet geïnteresseerd in Milosevic."


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa