Spanje Europees kampioen

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op zondag 29 juni 2008.
Auteur: Tom Onsman

Voor het eerst in 44 jaar mag Spanje zichzelf weer Europees kampioen noemen. De ploeg van bondscoach Luís Aragonés was in de finale met 1-0 te sterk voor Duitsland. Fernando Torres tekende na ruim een half uur voor het enige en winnende doelpunt.

 

Aanvoerder Casillas en zijn team vieren de overwinning.

Het Europese kampioenschap is voor Spanje de bekroning van een uitstekend toernooi, waarin alle wedstrijden werden gewonnen. In de groepswedstrijden versloegen de Spanjaarden achtereenvolgens Rusland, Zweden en Griekenland. In de kwartfinale moest Italië eraan geloven en in de halve eindstrijd was Rusland, net als in de eerste wedstrijd, niet opgewassen tegen de ploeg van Aragonés.

De vertrekkende bondscoach wordt nu vooral geprezen vanwege zijn vooraf omstreden besluit om spits Raúl González Blanco thuis te laten. De afwezigheid van het symbool van Real Madrid zou eindelijk eenheid hebben gebracht in de Spaanse selectie, die jarenlang bol zou hebben gestaan van spanningen tussen Catalanen, Basken, Andalusiërs en Madrilenen.

Het is de tweede keer dat de Spaanse nationale ploeg de Europese titel pakt. In 1964 gebeurde dat voor het eerst. Toen werd in eigen land in de finale met 2-1 gewonnen van de Sovjet-Unie. Het beste resultaat van Spanje op het WK is de vierde plaats in 1950.

Spanje trad in de finale overigens aan zonder de geblesseerde David Villa, die met vier treffers topscorer van het Europees Kampioenschap is geworden. Hij volgt de Tsjech Milan Baros op, die vier jaar geleden tot vijf treffers kwam. In totaal vielen tijdens het EK 77 doelpunten, in 2004 waren dat er eveneens 77.


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa