Meer flexibiliteit in hoger onderwijs door bachelor-masterstelsel
Afgestudeerde hoger opgeleiden kunnen straks kiezen voor de Nederlandse titels of voor internationale bachelor- en mastergraden. Universiteiten zullen voor bepaalde masteropleidingen studenten kunnen selecteren. In het hoger beroepsonderwijs worden de masteropleidingen wettelijk erkend. Het hoger onderwijs zal studenten meer keuzemogelijkheden bieden en zal internationaal meer herkenbaar worden. Dat zijn enkele effecten van het bachelor-masterstelsel dat mogelijk al met ingang van het cursusjaar 2002-2003 in werking treedt.
Het bachelor-masterstelsel vormt een belangrijke stap op weg naar een flexibeler en opener hoger onderwijs van hoge kwaliteit. Hoofdlijnen van dit stelsel staan in de notitie "Naar een open hoger onderwijs", die minister Hermans van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Wetenschappelijk onderwijs
Studenten in het wetenschappelijk onderwijs (wo) volgen straks eerst een bacheloropleiding van tenminste drie jaar of 126 studiepunten. Daarna stromen zij door naar de masteropleiding, al dan niet na tussentijdse onderbreking. Deze masteropleiding bestaat uit een specialisatie, hetzij beroepsgericht, hetzij met een wetenschappelijke oriëntatie. Universiteiten kunnen het propedeutisch examen laten vervallen. Uitgangspunt blijft de huidige curcusduur van de wo-opleiding. Daarnaast mogen universiteiten voor bepaalde masteropleidingen studenten selecteren. Daarmee krijgt ook de ontwikkeling van opleidingen voor excellente studenten een extra impuls. Topopleidingen zijn van belang voor een sterke positie van de Nederlandse universiteiten op de internationale onderwijsmarkt. Minister Hermans zal universiteiten dan ook nadrukkelijk uitnodigen in de masterfase topopleidingen tot stand te brengen.
Hoger beroepsonderwijs
Studenten in het hoger beroepsonderwijs (hbo) hebben na afronding van hun studie een bachelorgraad. Ook de hbo-instellingen kunnen een wettelijk erkende masteropleiding ontwikkelen. De overheid financiert deze opleidingen echter niet. De hbo bachelors zullen in de regel, meer dan de wo bachelors, direct de arbeidsmarkt betreden.
Titels Nederlandse titels als meester (mr.), doctorandus (drs.), ingenieur (ir., ing.) blijven bestaan. Daarnaast zullen studenten straks de internationale graden Bachelor of Master kunnen behalen. Het is aan de afgestudeerden zelf om te kiezen of zij de internationale graad of de Nederlandse titel willen voeren. De graden Bachelor en Master of 'Arts' en 'Science' zijn gereserveerd voor wo-afgestudeerden. Voor het hbo zal de minister het hbo-veld vragen een voorstel te doen voor een beperkt aantal herkenbare, beroepsgerichte graden, zoals bijvoorbeeld Bachelor of Education.
Accreditatie van opleidingen
De erkenning (accreditatie) van opleidingen is voorwaarde voor de invoering van het bachelor masterstelsel in het hoger onderwijs. Hiervoor zal een "accreditatieorgaan" met twee raden worden ingesteld: één voor het hbo en één voor het wo . Het orgaan zal kwaliteitscriteria voor zowel het bachelor- als het masterdiploma ontwikkelen en het zal keurmerken afgeven. Ook buitenlandse instellingen dit Nederlandse orgaan vragen hun opleidingen te accrediteren. Het is de bedoeling dat het accreditatieorgaan begin 2002 van start gaat.
Studiefinanciering en bekostiging instellingen
De noodzaak om het onderwijs te internationaliseren en te flexibiliseren, had al tot een aanpassing van het studiefinancieringsstelsel geleid. De diplomatermijn is voor alle studenten op tien jaar gesteld. Binnen deze tien jaar moeten studenten een diploma behaald hebben. De leeftijdsgrens voor studiefinanciering is verruimd naar 30 jaar. De invoering van het bachelor-masterstelsel maakt het noodzakelijk het studiefinancieringsstelsel op andere punten te wijzigen. Studenten krijgen de keuze om hun prestatiebeurs al na het bachelordiploma om te laten zetten met afzien van verdere studiefinanciering of dit pas na het masterdiploma te laten doen. Daarnaast wil minister Hermans studenten het recht geven hun eventuele resterende studiefinancieringsaanspraken ook in te zetten voor de nieuwe erkende hbo masteropleidingen. Op de korte termijn zal de bekostiging in het wo zo aangepast worden dat naast masterdiploma's ook bachelordiploma's voor de bekostiging meetellen. Op de langere termijn wil minister Hermans toe naar een andere financiering van de masterfase van het wo. Een werkgroep zal zich buigen over de scenario's. Een rapportage hierover wordt voor de zomer van 2001 verwacht. Met de notitie "Naar een open hoger onderwijs" reageert minister Hermans ook op het rapport dat de commissie Rinnooy Kan van de Onderwijsraad deze zomer uitbracht. Dit rapport is opgesteld om de mogelijkheden en consequenties voor de invoering van het bachelor-masterstelsel in kaart te brengen. Vorig jaar zomer spraken de Europese ministers van Onderwijs in Bologna af om te komen tot een hoger onderwijssysteem met twee cycli (undergraduate en graduate), waarbij de eerste cyclus tenminste drie jaar duurt. Het bachelor-masterstelsel is hiervan een nadere uitwerking. Volgend jaar bespreken de Onderwijsministers de stand van zaken in Praag. Minister Hermans voert dit najaar overleg met de brancheorganisaties, de studentenorganisaties en andere belanghebbenden over de invoering van het nieuwe stelsel.