28036 - Initiatiefvoorstel Rietkerk - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling over de veiligheid
Dit wetsvoorstel werd op 9 oktober 2001 aanhangig gemaakt door het Tweede Kamerlid Rietkerk (CDA) i.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot opneming van een bepaling over de veiligheid in de Grondwet.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Aanhangig gemaakt
9 oktober 2001
Volledige titel
Voorstel van wet van het lid Rietkerk, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling over de veiligheid
Ondertekenende bewindslieden
«Het doel der Maatschappelijke Vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen en beschaaving van verstand en zeden.»1 Met deze opdracht aan de staat om de burger te beschermen opende de Staatsregeling van 1798. In de huidige Grondwet, zoals deze in 1983 is opgesteld, ontbreekt een vergelijkbare bepaling. In de jaren zestig en zeventig, in de jaren waarin deze Grondwet tot stand kwam, speelde veiligheid geen grote rol in de maatschappelijke discussie. Sinds 1983 is de veiligheid echter steeds meer onder druk komen te staan. Dit geldt met betrekking tot de criminaliteit, maar ook op andere terreinen nemen de veiligheidsrisico’s toe. Gevolg is dat de burger steeds vaker slachtoffer dreigt te worden van onveilige situaties. Daar komt bij dat de evaluatie van een aantal recente rampen heeft laten zien dat de voorkoming van onveilige situaties onvoldoende centraal staat in het overheidsbeleid. De handhaving van veiligheidsvoorschriften en de rampenbestrijding functioneren niet optimaal.
In Nederland wonen gemiddeld 465 mensen op een vierkante kilometer. Dit aantal neemt nog iedere dag toe. Nederland telt nu 16 miljoen inwoners. Volgens de prognoses zal het aantal nog stijgen naar 17 miljoen en mogelijk zelfs naar 18 miljoen. Door deze bevolkingsgroei komen steeds meer mensen te wonen in gebieden die een veiligheidsrisico met zich meebrengen. Door de toenemende bevolkingsdichtheid en de daarmee samenhangende verstedelijking zien we onder andere een toename van criminaliteit. De laatste jaren is met name het aantal geweldsdelicten sterk gestegen. Criminaliteit concentreert zich rond stedelijke gebieden. Andere problemen eveneens met betrekking tot veiligheid zien we in de meer landelijke gebieden. Hier lopen mensen risico’s doordat ze bij rivieren wonen die kunnen overstromen, bij spoorlijnen waarover gevaarlijke transporten plaatsvinden, of bij industrieën of opslagplaatsen die ooit, juist om veiligheidsredenen, buiten de stad waren gebouwd. Stijgende criminaliteit, verloedering van stadsdelen, milieuongevallen, verkeersongelukken, brandgevaar, rampen, enzovoort, worden door de regering genoemd in relatie tot veiligheidsbeleid.2 Als wij tegenover de toenemende risico’s niet een verhoogde aandacht voor de veiligheid plaatsen, dreigt Nederland de komende decennia niet veiliger te worden.
Bij de totstandkoming van de Grondwet van 1983 is zoals hierboven reeds werd gememoreerd, geen bepaling opgenomen die ziet op de veiligheid van de burger. Er zijn wel bepalingen opgenomen die een raakvlak hebben met de veiligheid van de burger, zoals de bepalingen over de bestaanszekerheid, maar een algemene bepaling ontbreekt. In deze Grondwet is gekozen voor een onderscheid tussen sociale en klassieke grondrechten. Onder de klassieke grondrechten vallen de vrijheids- en participatierechten van de burger, onder de sociale grondrechten de doelstellingen die de wetgever zichzelf en de overheid heeft gesteld. Deze sociale grondrechten zijn niet rechtens afdwingbaar en kunnen niet door een burger worden ingeroepen. Met deze bepalingen wordt beoogd het belang van bepaalde overheidstaken te onderstrepen. Het wekt bevreemding dat een algemene bepaling over de veiligheid van de burger ontbreekt, terwijl er wel bepalingen zijn over de bestaanszekerkheid het milieu en de volksgezondheid. Het bevorderen van de veiligheid van de burger is de kerntaak van de overheid en hoort als zodanig thuis in de Grondwet als een sociaal grondrecht, om het belang van deze taak te onderstrepen. In de paragraaf «sociaal grondrecht» zal nader op de aard van dit recht worden ingegaan.
De afgelopen jaren is een begin gemaakt met een integrale aanpak van onveiligheid. Dit heeft echter nog niet geleid tot een bestuurlijke cultuuromslag. Een artikel in de Grondwet beoogt deze cultuuromslag teweeg te brengen en een constante aandacht voor de veiligheid van de burger te verzekeren. Dit wetsvoorstel legt het bevorderen van de veiligheid als kerntaak van de overheid vast in de Grondwet. Daartoe wordt een nieuw artikel 22a voorgesteld. Verder dient het artikel, via het tweede lid, als grondslag voor uitvoeringsmaatregelen om nieuw beleid te maken ter bevordering van de veiligheid van de burger.
(4 stuks, sortering chronologisch) sortering omkeren2 |
9 oktober 2001, geleidende brief, nr. 1
KST55927 Geleidende brief bij het wetsvoorstel publicatie: 12 oktober 2001 |
2 |
9 oktober 2001, voorstel van wet, nr. 2
KST55928 Voorstel van wet publicatie: 12 oktober 2001 |
2 |
9 oktober 2001, memorie van toelichting, nr. 3
KST55929 Memorie van toelichting publicatie: 12 oktober 2001 |
2 |
27 mei 2008, brief houdende intrekking van een of meer wetsvoorstellen, nr. 4
KST118668 Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel publicatie: 28 mei 2008 |