Interview met europarlementslid Jan Mulder
De persdienst van het Europees Parlement i gaat tot aan de verkiezingen in 2009 in gesprek met de Nederlandse en Vlaamse europarlementariërs. Dit keer is de beurt aan Jan Mulder i (VVD).
Sinds wanneer bent u lid van het EP? Wat deed u hiervoor?
Sinds 1994 ben ik lid van het Europees Parlement. Daarvoor was ik achttien jaar werkzaam bij de Europese Commissie. Mijn bezigheden betroffen hier het ontwikkelen en uitvoeren van landbouwprojecten in ontwikkelingslanden. Daarvoor ben ik enkele jaren werkzaam geweest als landbouwvoorlichter in Kenia.
Waar houdt u zich in het Parlement mee bezig?
In het Parlement ben ik lid van de begrotingscommissie en van de begrotingscontrolecommissie. Tevens ben ik plaatsvervangend lid van de landbouwcommissie en de visserijcommissie. Daarnaast ben ik lid van de parlementaire delegatie met de Zuid-Aziatische landen en ben ik eveneens plaatsvervangend lid van een soortgelijke delegatie met Zuid-Afrika.
Wat vindt u het boeiendste van uw werk als europarlementariër?
Het boeiendste van het werk vind ik de hoeveelheid verschillende onderwerpen waar men mee te maken heeft. Dit is met name het geval in de begrotingscommissie. Daarnaast is het fijn te bemerken dat zo nu en dan een individuele burger in Nederland een dienst kan worden bewezen door hem of haar behulpzaam te zijn in het doolhof van Europese onderwerpen. Het is ook opvallend te merken dat in nationale parlementen het Europees Parlement vaak onderschat wordt.
Wat vindt u minder boeiend of zelfs vervelend?
Uiteraard is dat het reizen tussen de twee vergaderplaatsen, Brussel en Straatsburg, dat is buitengewoon vervelend. En stemmingen van amendementen die langer dan twee uur duren, beschouw ik ook niet als de meest opwindende zaak.
Met welke dossiers bent u nu bezig? Wanneer worden zij door de parlementaire commissie en het voltallige Parlement behandeld?
Voor de begrotingscommissie en begrotingscontrolecommissie houd ik me momenteel bezig met het beter uitvoeren van de begroting. Sinds dertien jaar weigert de Europese Rekenkamer namelijk een positieve betrouwbaarheidsverklaring te geven. Dit komt onder andere doordat de regels over de uitvoering te ingewikkeld zijn. Daarom ben ik blij dat op mijn initiatief een orgaan buiten de Europese Commissie zal adviseren over betere regelgeving. Onlangs is bijvoorbeeld Eduard Stoiber benoemd als voorzitter hiervan. Maar ook de lidstaten moeten een actievere rol spelen. Ze zouden moeten kunnen en durven verklaren dat naar hun mening de Europese gelden goed besteed zijn. Met behulp van deze verklaringen kan dan door het Europees Parlement worden beslist of het kwijting verleent aan de Europese Commissie.
Voor de landbouwcommissie werk ik op dit moment aan een rapport over cross compliance. Inkomenstoeslagen voor boeren worden alleen verleend wanneer boeren voldoen aan bepaalde milieu- en dierenwelzijnsvoorwaarden. We zoeken naar instrumenten die het systeem kunnen vereenvoudigen. De voltallige stemming hierover vindt plaats in de plenaire vergadering van december van dit jaar.
Waarom zijn deze dossiers belangrijk?
Ze kunnen voorkomen dat de EU gezien wordt als een bureaucratisch instrument. Bovendien moet beter financieel beheer het vertrouwen van de burger in de EU doen toenemen.
Actualiteit: wat vindt u van het nieuwe Hervormingsverdrag voor de Europese Unie?
Ik vind het een verbetering ten opzichte van de oude verdragen.
REF.: 20071015IPR11717 |
|