Interview met europarlementslid Maria Martens

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op woensdag 19 september 2007.

De persdienst van het Europees Parlement i gaat tot aan de verkiezingen in 2009 in gesprek met de Nederlandse en Vlaamse europarlementariërs. Dit keer is de beurt aan Maria Martens (CDA).

Sinds wanneer bent u lid van het EP? Wat deed u hiervoor?

In 1999 ben ik nogal onverwacht met voorkeurstemmen gekozen als lid van het Europees Parlement. Daarvoor heb ik verscheidene functies bekleed. Ik was kort docent levensbeschouwing, toevallig op mijn oude middelbare school. Dat was erg leuk. Aansluitend heb ik wat langer gewerkt voor ontwikkelingsorganisaties. De laatste tien jaar voordat ik lid werd van het Europees Parlement heb ik gewerkt voor het VKMO, een samenwerkingsverband van zo`n twintig landelijke, christelijke, maatschappelijke organisaties. Dat heeft mij een introductie gegeven op ontwikkelingen in de samenleving, op vele maatschappelijke terreinen. Dat is een goede basis gebleken voor mijn werk in de politiek.

Waar houdt u zich in het Parlement mee bezig?

Als voorzitter van de CDA-delegatie in het Europees Parlement ben ik de verbindingsschakel tussen de delegatie en de EVP/ED fractie en ook met de partij in Nederland. Dat betekent dat ik bij de bestuursvergaderingen van de fractie ben, bij de vergaderingen van het Dagelijks en Algemeen bestuur van het CDA in Nederland en bij het wekelijks overleg van de bewindslieden. In het Parlement houd ik mij met name bezig met ontwikkelingssamenwerking. Ik ben coördinator van de commissie Ontwikkelingssamenwerking en de ACP. Met name Afrika heeft mijn hart. Het is het armste continent. Tijdens mijn studie heb ik anderhalf jaar in Kameroen gewoond en gewerkt. Daar is de liefde voor Afrika alleen maar gegroeid. Het Europees Ontwikkelingsbeleid moet effectiever en coherenter. Dat was ook mijn insteek toen ik lid was van de commissie Internationale Handel en nu in de commissie Veiligheid en Defensie waar ik sinds kort lid van ben.

Wat vindt u het boeiendste van uw werk als europarlementariër?

Naast het werk in het Parlement, vind ik het steeds erg mooi om een brug te kunnen slaan tussen de burgers en Europa. In Brussel zie je hoe belangrijk Europese samenwerking is; voor de vrede en stabiliteit op het continent, en ook om de grote problemen van deze tijd aan te pakken. Voor veel mensen is Europa nog steeds ver weg. Ik zet me graag in om Europa een beetje dichterbij te brengen. Dat vind ik extra belangrijk nu de discussies gaande zijn over het nieuwe Verdrag.

Wat vindt u minder boeiend of zelfs vervelend?

Laat ik heel eerlijk zijn: elke maand naar Straatsburg rijden. Dat kun je ook niet uitleggen aan de mensen. Het is een onnodige verspilling van tijd en geld.

Met welke dossiers bent u nu bezig? Wanneer worden zij door de parlementaire commissie en het voltallige Parlement behandeld?

Poeh... verscheidene zaken. Als voorzitter van de Nederlandse delegatie in de grootste fractie en woordvoerder constitutionele zaken ben ik zeer betrokken bij het voorstel voor een nieuwe zetelverdeling voor het Europees Parlement. Als rapporteur van de `Gezamenlijke EU-Afrika Strategie' ben ik bezig om, in contact het Pan-Afrikaanse Parlement, te werken aan de input vanuit onze Parlementen op deze nieuwe strategie. Afrika en Europa kunnen beide nog heel wat doen als het gaat om effectievere bestrijding van de armoede. Ook EU-voorzitter Portugal heeft Afrika gelukkig weer als prioriteit voor het beleid aangemerkt. Een goede zaak. Mijn ontwerp-verslag is inmiddels gepresenteerd. Begin oktober zal er over de amendementen gestemd worden in de commissie Ontwikkelingssamenwerking. Eind oktober stemmen we het rapport in de plenaire vergadering van het parlement in Straatsburg.

Waarom zijn deze dossiers belangrijk?

Afrika is het armste continent. Er is nog veel te doen. De hulp van de EU moet meer, beter en sneller, zegt eurocommissaris Michel altijd. Dat ben ik met hem eens. Maar de tijd is voorbij dat Europa alleen kan bepalen wat goed is voor Afrika. Afrika is zelf als eerste verantwoordelijk voor de welvaart en het welzijn van de mensen daar. Een goede samenwerking is echter van groot belang. Zeker ook met het oog op de mondiale uitdagingen waar we gezamenlijk voor staan. Denk bijvoorbeeld aan immigratie, klimaatverandering, terrorisme. Afrika is een belangrijke partner voor ons. Een goede samenwerking zal beide continenten ten goede komen.

Actualiteit: Wat verwacht u van de Intergouvernementele Conferentie die moet komen tot een nieuw verdrag voor de Europese Unie?

Ik ben hoopvol. Europa is voor veel mensen nog ver weg, maar gelukkig zien steeds meer mensen het belang van Europa. Al is er natuurlijk ook kritiek, en niet altijd onterecht. Ik verwacht dat de Intergouvernementele Conferentie er in zal slagen een compromis te vinden dat voor alle landen aanvaardbaar is. Dat de regeringsleiders over de grenzen van hun nationale belangen heen zullen kijken. Een nieuw Verdrag is hard nodig om Europa efficiënter, transparanter en democratischer te maken en ook om de uitdagingen waar we voorstaan - denk aan milieu, migratie en veiligheid - beter aan te kunnen.

 

REF.: 20070919IPR10503

 

Nadere informatie: Maria Martens (EVP/ED, NL)

Alle nationale items