Stichting van de Arbeid (STAR)
De Stichting van de Arbeid is een in mei 1945 opgericht overlegorgaan van de sociale partners (representatieve centrale werknemers- en werkgeversorganisaties). In de Stichting zijn enkele belangrijke sociale akkoorden gesloten, zoals in 1982 het Akkoord van Wassenaar i. De Stichting van de Arbeid werd in 1997 onderscheiden met de Carl-Bertelsmann-Preis.
Inhoudsopgave van deze pagina:
De Stichting van de Arbeid (STAR) is een overlegorgaan voor representatieve centrale werknemers- en werkgeversorganisaties (samen de 'sociale partners' genoemd).
Doelstellingen van de STAR zijn o.a.:
-
-stimuleren van overleg tussen werkgevers en werknemers en tussen hun organisaties;
-
-informeren en adviseren van werkgevers- en werknemersorganisaties;
-
-het kenbaar maken van haar opvattingen aan de overheid en eventueel anderen;
-
-overleggen met de overheid en eventueel anderen.
Tijdens centraal overleg in de Stichting van de Arbeid kunnen de sociale partners een zogenaamd 'Centraal Akkoord' sluiten. Hierin worden landelijke aanbevelingen gedaan over de sociaal-economische ontwikkelingen voor de komende jaren.
Het overleg in en de andere activiteiten van de STAR gaan niet alleen over de loonontwikkeling, maar ook over zaken als sociale zekerheid, pensioenen, scholing en opleiding, personeelsbeleid en deeltijdwerk.
De sociale partners overleggen in het voor- en najaar in de Stichting van de Arbeid met het kabinet tijdens het voorjaars- resp. najaarsoverleg.
Werknemers- en werknemerscentrales zijn, al naar gelang hun omvang, met het volgende aantal zetels vertegenwoordigd in de STAR:
-
-FNV i: 4 zetels
-
-CNV i: 2 zetels
-
-Vakcentrale voor Professionals: 2 zetels
-
-VNO-NCW i: 4 zetels
-
-MKB-Nederland i: 2 zetels
-
-LTO i: 2 zetels
De STAR wordt gefinancierd door:
-
-bijdragen van de deelnemende werkgevers- en werknemersorganisaties;
-
-een bijdrage van de Sociaal-Economische Raad i (SER).
Het secretariaat van de STAR is ook gevestigd in het SER-gebouw in Den Haag.
Tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog had de overheid grote invloed op de loonvorming door middel van een geleide loonpolitiek, waarbij ook de werkgevers- en werknemersorganisaties in de STAR een belangrijke rol speelden. Sinds de jaren '60 van de twintigste eeuw is de overheidsbemoeienis met de loon- en prijsontwikkeling kleiner geworden.
Vanaf 1982 zijn in de STAR enkele roemruchte centrale akkoorden gesloten:
-
het 'Akkoord van Wassenaar' (1982)
Op 24 november 1982 sloten de destijds in de Stichting van de Arbeid vertegenwoordigde werkgevers- en werknemerscentrales een belangrijk sociaal akkoord, het Akkoord van Wassenaar. De essentie van het Akkoord van Wassenaar was dat de werknemersorganisaties zich bereid toonden tot loonmatiging, in ruil voor arbeidstijdverkorting.
-
het 'Flexakkoord' (1996)
In 1996 kwam het Flexakkoord (ook wel 'Akkoord van Haarlem' of 'keukentafelakkoord' genoemd) tot stand. Dit sociaal akkoord in de vorm van een unaniem advies van de sociale partners legde de basis voor de in 1999 in werking getreden Wet Flexibiliteit en zekerheid. Hierdoor kreeg zittend personeel te maken met meer flexibiliteit en minder zekerheid, en flexibel personeel met minder flexibiliteit en meer zekerheid.
De Stichting van de Arbeid kreeg in 1997 een prestigieuze Duitse prijs, de Carl-Bertelsmann-Preis, vanwege de bijdrage (via het 'poldermodel') van de sociale partners aan het Nederlandse economische succes van de jaren 90 van de twintigste eeuw.
De STAR is opgericht op 17 mei 1945. De oprichting was al gedurende de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog voorbereid om de sociale partners gezamenlijk medeverantwordelijk te maken voor de wederopbouw na de oorlog. Aanvankelijk werd de STAR door de overheid erkend als officieel sociaal-economisch adviesorgaan, waarvoor in 1950 (na overleg in de STAR) de Sociaal-Economische Raad (SER) werd opgericht.
In de loop der jaren is de STAR zich met meer dan alleen de loon- en prijsontwikkeling gaan bezighouden (bijvoorbeeld met pensioenen en sociale zekerheid).
De Stichting van de Arbeid heeft twee voorzitters; een vanuit de werkgevers en een vanuit de werknemers.
Meer over