Europees Parlement uit zorgen over beleid van ECB
Het Europees Parlement roept de Europese Centrale Bank op om voorzichtig om te gaan met verdere verhogingen van de rentetarieven en waarschuwt voor een buitensporige stijging van topsalarissen die pogingen tot loonmatiging kan ondermijnen. De leden benadrukken hun steun voor de onafhankelijkheid van de ECB en verzoeken de bank om de ontwikkelingen op de onroerendgoedmarkt in de gaten te houden.
Dit zegt het Parlement in twee met overweldigende meerderheid aangenomen initiatiefverslagen van rapporteurs Gay MITCHELL (EVP-ED, IE) en Dariusz ROSATI (PES, PL), die respectievelijk het jaarverslag 2006 van de Europese Centrale Bank en het jaarverslag 2007 over de eurozone behandelen.
In het verslag van Gay Mitchell stelt het EP vast dat het economisch herstel in de eurozone een zichzelf onderhoudend proces is geworden, maar dat structurele obstakels zoals de geringe particuliere en overheidsinvesteringen in onderzoek, onderwijs en opleiding, blijven bijdragen aan een onaanvaardbaar hoog niveau van werkloosheid en dat de participatie op de arbeidsmarkt internationaal gezien nog altijd laag is. De leden achten het van cruciaal belang dat salarisstijgingen gelijke tred houden met de ontwikkeling van de productiviteit om het creëren van banen mogelijk te maken in een "non-inflationaire omgeving." Het EP wijst in beide verslagen met nadruk op de behoefte aan een eerlijkere verdeling van de voordelen die economische groei oplevert en dringt er bij aandeelhouders en bestuurders van ondernemingen op aan om vast te houden aan een verantwoord beleid ten aanzien van bezoldigingspakketten en bonussen aan de top van bedrijven, waarvan "de stijging veelal niet in verhouding staat tot die van het niveau van normale salarissen, en bijgevolg verkeerde signalen uitzendt en de steun voor een verantwoord loonbeleid ontmoedigt."
Het Parlement spreekt zijn bezorgdheid uit over de voortdurende waardevermeerdering van de euro ten opzichte van de meeste buitenlandse munteenheden en verzoekt de Eurogroep, de Raad en de ECB hun respectieve bevoegdheid ten volle uit te oefenen. Daarnaast dient de ECB ontwikkelingen op de onroerendgoedmarkt met mogelijke gevolgen voor de reële economie goed in het oog te houden. Het Parlement benadrukt zijn steun voor de onafhankelijkheid van de ECB en voor het nastreven van de doelstelling om prijsstabiliteit te behouden en haar taak ten aanzien van de inflatiebestrijding te beschermen. Begrotingsconsolidatie is van centraal belang, vooral in voorspoedige tijden, om zo groei op lange termijn mogelijk te maken. Daarnaast is voorzichtigheid geboden bij een verdere verhoging van de rentetarieven om de economische groei niet in gevaar te brengen.
Gezien de belangrijke rol van de ECB in centrale bankdiensten zoals Target en het "Target 2 Securities" project, erkent het Parlement de waarde van deze programma's voor de integratie van de geldmarkten, maar waarschuwt het dat er nog geen voorstellen liggen voor een gedegen beheer passend bij de rol van de ECB als actieve marktdeelnemer. Daarnaast is het EP van mening dat de democratische verantwoording en de transparantie erop vooruit zouden gaan als bij de benoeming van nieuwe directieleden van de ECB, de Raad diverse potentiële kandidaten beoordeelt en het Parlement vervolgens bij stemming zijn goedkeuring hecht aan de voorgestelde kandidaat. De leden benadrukken dat de geloofwaardigheid van de ECB ook afhangt van een hoge mate van transparantie van haar besluitvormingsprocedures en willen daarom dat vlak na de vergaderingen van de Raad van bestuur van de ECB, een beknopt verslag van deze vergaderingen gepubliceerd wordt met een duidelijke weergave van de argumenten voor en tegen de genomen besluiten, en of die besluiten al dan niet met algemene stemmen zijn genomen. Ook dient de ECB het Europees Parlement en het publiek een jaaroverzicht te bezorgen van de maatregelen die zijn getroffen om de door haar geleverde prestaties in overeenstemming met de onderhavige resolutie verder te verbeteren. Het Parlement verzoekt de ECB verder om nog eens na te gaan wat de oorzaken zijn van de ingrijpende stijging van het aantal in omloop zijnde 500 euro biljetten en om de hiermee gepaard gaande potentiële risico's te identificeren.
Aangezien het jaarverslag 2006 van de Europese Centrale Bank en het jaarverslag 2007 over de eurozone sterk aan elkaar verwant zijn, ligt het verslag van rapporteur Dariusz Rosati in de lijn van dat van Mitchell. Wel richt Rosati's verslag zich vooral op de lidstaten en de Eurogroep. Het Parlement roept de lidstaten erin op om het gunstige economische tij te gebruiken om tekorten weg te werken en overschotten te creëren en de kwaliteit van de overheidsfinanciën te verbeteren door meer te investeren in onderwijs, beroepsopleiding, infrastructuur en onderzoek en innovatie. Bovendien moeten de ontwikkelingen van de vastgoedmarkt niet alleen door de ECB, maar ook door nationale wetgevers en regelgevende instanties nauwgezet gevolgd worden.
Met het oog op uitbreiding van de eurozone erkent het EP dat de definitie van prijsstabiliteit die wordt toegepast bij de beoordeling van de convergentiecriteria niet overeenkomt met de definitie van prijsstabiliteit die de ECB hanteert in haar monetair beleid, aangezien de convergentiecriteria vooral dienen ter beoordeling van in het verleden behaalde resultaten, terwijl de door de ECB gehanteerde definitie zich richt op in de toekomst te leveren prestaties. Toch betreurt het Parlement dat het inflatiecriterium, zoals neergelegd in het Verdrag, beoordeeld wordt in relatie tot alle lidstaten, in plaats van zich te concentreren op de lidstaten die nu deel uitmaken van de eurozone. Het EP dringt bij de Raad en de Commissie aan op een verdere analyse van en een beleidsdiscussie over de toepassing van de convergentiecriteria op toekomstige nieuwe lidstaten van de eurozone. In het belang van een versterkte economische coördinatie moet de Eurogroep overgaan van een informeel naar een formeler institutioneel kader, met inbegrip van degelijke infrastructuren.