Hoofdlijnen akkoord over nieuw verdrag

maandag 25 juni 2007

Den Haag (PDC) - Zaterdagmorgen vroeg zijn de 27 landen van de Europese Unie i het uiteindelijk toch eens geworden over een nieuw verdrag voor de Europese Unie. Lang leek het er op dat er geen overeenstemming zou worden bereikt door de opstelling van Polen.

Dit land wilde meer invloed op de Europese besluitvorming, maar moest genoegen nemen met een latere invoering van de nieuwe stemmenweging.

Aan de Nederlandse wensen is in belangrijke mate tegemoet gekomen: de uiterlijke kenmerken van een grondwet (zoals vlag en volkslied) zijn goeddeels verdwenen en er is sprake van een bescheiden versterking van de invloed van de nationale parlementen in combinatie met een sterkere positie voor het Europees Parlement i. Premier Jan Peter Balkenende i is tevreden: "Dit is een resultaat waarmee we recht doen aan het 'nee' van de Nederlandse burger."

De komende maanden zullen de lidstaten de gemaakte afspraken juridisch uitwerken. Of aan de Nederlandse kiezer nog via een referendum om een oordeel zal worden gevraagd, zal pas na deze uitwerking en de beoordeling door de Raad van State duidelijk worden.

Alle uitkomsten voor u op een rij:

Mag het grondwet heten?

Het wordt een verdrag dat eerdere verdragen aanvult en/of wijzigt. Het is géén grondwet, en alle symbolen die bij een grondwet horen - zoals vlag en volkslied - zijn van de baan.

Meer invloed voor de nationale parlementen

Er komt een 'gele-kaart' procedure. Dat houdt in dat als één derde van de nationale parlementen een voorstel van de Europese Commissie i niet ziet zitten, omdat ze vinden dat het beter nationaal dan Europees kan worden geregeld, de Commissie haar voorstellen moet aanpassen en duidelijk moet maken waarom een voorstel nodig is.

En er komt een oranje kaart bij. Als meer dan de helft van alle nationale parlementen een voorstel van de Commissie niet wil, dan moet de Commissie besluiten of het hele voorstel van tafel moet. Zet de Commissie dan alsnog door dan kan de Raad van Ministers i met 55% van de stemmen, of een meerderheid in het Europees Parlement, het hele voorstel schrappen.

Via de oranje kaart is het ook mogelijk voor parlementen om bestaande regels aan de orde te stellen, en te kijken of wat nu Europees wordt geregeld toch niet beter terug kan naar de lidstaten zelf.

Nieuw beleid, minder unanimiteit, en wat we niet Europees doen

De Europese Unie gaat meer doen op energiebeleid, het tegengaan van klimaatverandering, immigratie- en asielbeleid en justitiële samenwerking. Met meer wordt vooral bedoeld op een meer 'Europese' manier dan nu het geval is. Bij energie gaat het vooral om het principe van Europese solidariteit in de energievoorziening. Bij justitiële samenwerking en asiel- en migratiebeleid gaat het om een verschuiving van het nemen van besluiten per unanimiteit naar stemmen per gekwalificeerde meerderheid. Het veto als het gaat over buitenlands beleid, defensiebeleid en de begroting van de Europese Unie blijft bestaan. Ten opzichte van de voorgestelde Grondwet wordt er juist iets minder op de 'Europese' manier geregeld.

Ook komt er een speciaal protocol dat ervoor zorgt dat diensten van algemeen belang nationaal blijven geregeld, en niet onder de interne markt vallen. Het gaat hier dan om huisvestingsbeleid, volksgezondheid en veel dat raakt aan de sociale zekerheid.

Meer invloed voor het Europees Parlement

Het Europees Parlement zal meer te zeggen krijgen over het budget, en mag meebeslissen over landbouw en over veel justitiële en binnenlandse zaken.

Een Europese minister van Buitenlandse Zaken of niet?

Er komt een 'Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidspolitiek' - een samensmelting van de Europese Commissaris voor Buitenlandse betrekkingen en de Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Deze nieuwe functionaris wordt vice-voorzitter van de Europese Commissie, maar is tegelijkertijd ook verbonden aan de Raad van Ministers waar alle ministers van Buitenlandse Zaken zitting in nemen. Deze nieuwe Hoge Vertegenwoordiger kan de Europese Unie alleen vertegenwoordigen in een kwestie waar alle lidstaten het over eens zijn.

Het 'Handvest van de Grondrechten'

Dat komt niet in het nieuwe verdrag, maar er komt wel een verwijzing naar het Handvest van de Grondrechten i. Het verschil is dat op deze manier burgers zo niet allerlei rechten kunnen afdwingen of het Handvest de Europese Unie nieuwe bevoegdheden geeft. Ook is speciaal vermeld dat het Handvest geen rechten geeft met betrekking tot kwesties van openbare zeden en familierecht.

De toelatingseisen voor nieuwe lidstaten

De zogeheten 'Kopenhagen-criteria'  i zijn niet in de tekst zelf gekomen, maar er wordt wel naar verwezen in een voetnoot. Dit moet benadrukken dat er wel degelijk rekening gehouden wordt met de harde, meer objectieve criteria die de lidstaten zelf zijn overeengekomen, en dat puur politieke overwegingen er niet toe leiden dat een land dat er niet klaar voor is toch lid wordt van de Europese Unie.

De stemverhoudingen tussen de landen

In 2014 wordt een nieuw systeem van stemmen in de Raad van Ministers van kracht. Voor een besluit is nu een specifieke meerderheid van stemmen nodig, en elk land heeft een aantal stemmen gebaseerd wat dat land in het Verdrag van Nice is toebedeeld. Dat gaat veranderen in een systeem waar minstens 55% van de lidstaten die minstens 65% van de totale bevolking van de EU vertegenwoordigen een besluit kunnen goedkeuren.

Veranderingen in de Europese instellingen

Er komt een vaste voorzitter van de Europese Raad i, voor periodes van tweeënhalf jaar. Verder blijft het voorzitterschap van de Europese Unie elk half jaar wisselen tussen de lidstaten.

Het aantal Europese Commissarissen wordt verkleind. Er zijn er nu 27, één voor elke lidstaat, in 2014 worden dat er 18. Per toerbeurt mogen landen eurocommissarissen leveren.

Wat er nog meer wordt aangepast

Als burgers uit meerdere Europese landen meer dan één miljoen handtekeningen weten te verzamelen dan zou de Europese Commissie over dat onderwerp wetgeving moeten gaan opstellen.

Lidstaten kunnen via een bepaalde procedure uit de Europese Unie stappen.

Hoe nu verder: het opstellen van het nieuwe Verdrag

Er is op de Europese top alleen een akkoord bereikt over de hoofdpunten; hoe het nieuwe verdrag er zo ongeveer uit moet komen te zien. Dit politieke akkoord zal nu in een Intergouvernementele Conferentie (IGC) worden uitgewerkt. Deze IGC moet eind dit jaar alles juridisch klaar hebben waarna de landen het nieuwe verdrag moeten gaan ratificeren.  

Referendum of niet?

Die beslissing is aan de lidstaten zelf. In het geval van Nederland zijn de D'66, GroenLinks, de PVV en de SP sowieso vóór het houden van een nieuw referendum. De regering heeft gezegd eerst het eindresultaat van de IGC af te wachten, en het advies van de Raad van State of dit nieuwe verdrag zodanig ingrijpend is dat een referendum überhaupt nuttig zou zijn, of niet.