Uitgebreid verslag debat Balkenende en EP 23 mei
Premier Balkenende presenteert de visie van de Nederlandse regering op de toekomst van Europa. De premier pleit voor een beperkt wijzigingsverdrag in plaats van een Grondwet. In dat verdrag moeten de criteria voor uitbreiding van de Unie worden neergelegd. De rol van de nationale parlementen in de subsidiariteitstoets moet worden versterkt. De premier ziet mogelijkheden om tot overeenstemming te komen.
De voorzitter
Hans-Gert PÖTTERING (EVP-ED, DE) heet Jan Peter Balkenende welkom en brengt in herinnering dat Nederland altijd in de voorhoede van het Europese project is geweest. Temeer doet het het EP pijn dat de burgers van Nederland de Europese ontwerpgrondwet hebben afgewezen. Dat was echter geen nee tegen de Europese Unie en de waarden die deze vertegenwoordigt. Het Europees Parlement staat achter het constitutionele verdrag en zal niet tevreden zijn met een resultaat dat niet in het belang is van de EU en haar burgers. Juist ook de burgers van Nederland hebben er groot belang bij de Europese Unie voor te bereiden op de toekomst.
De Nederlandse premier
Jan Peter BALKENENDE
Nederland is een pro-Europees land, waar de steun voor de Europese samenwerking altijd bovengemiddeld was en nog steeds is. Nederland heeft een open economie en wil ook een rol spelen bij opbouwmissies elders in de wereld, zoals in Afghanistan. Maar een duidelijke meerderheid der burgers heeft nee gezegd tegen het grondwettelijk verdrag. Het is nu noodzakelijk om gezamenlijk een oplossing te vinden, een die voor allen acceptabel is en die recht doet aan de zorgen van de burgers in Nederland en Frankrijk, maar ook elders. Balkenende is er zeker van dat er bruggen kunnen worden geslagen.
De Unie is een zeldzaam succesvol project en een gerespecteerde wereldspeler die een voorbeeld is voor de wereld. Vijftig jaar is een korte tijd in de wereldgeschiedenis. Europa is een jonge, maar volwassen constructie, met een grote toekomst voor de boeg. Om het draagvlak voor Europa te versterken is het essentieel om goed te onderzoeken waarom bijna 62% van de Nederlandse burgers tegen het verdrag stemden.
Na de grote uitbreiding van de Unie heeft de burger tijd nodig om te wennen. Het is voor sommigen te snel gegaan. Naast de uitbreiding heeft de EU de afgelopen vijftien jaar ook een enorme verdieping meegemaakt. De aanwezigheid van Europese regelgeving op tal van terreinen wordt niet altijd begrepen. De vraag "Stemt u in met de grondwet voor Europa?" werd door velen begrepen als de vraag, of men instemde met de vorming van een Europese staat. Het woord grondwet heeft in Nederland niet alleen de betekenis van het beteugelen van de overheidsmacht, maar heeft ook de connotatie van een nationale staat. De symboliek van een grondwet was een belangrijke oorzaak van het Nederlandse nee. De mensen willen een herkenbaar en nabij bestuur, zij willen controle hebben over de zaken die we in Europa samen hebben te doen.
Ook vonden mensen dat Europa te veel regels maakt, of zich bemoeit met zaken die beter nationaal geregeld kunnen worden. Ook de betalingspositie speelde een rol. De zorgen van de burgers zijn deels op te lossen in een nieuw verdrag. Voordat de premier ingaat op de zaken die Nederland nastreeft in een nieuw Verdrag, wil hij iets benadrukken. In vier lidstaten werd een referendum gehouden. Twee maal werd het `nee', tweemaal werd het `ja'. In totaal zeiden achttien lidstaten via hun eigen democratische procedures `ja' tegen het Grondwettelijk Verdrag. In het Europees Parlement was brede steun voor het Grondwettelijk Verdrag. Wij kunnen en willen daar niet omheen. Maar Balkenende hoopt dat we ons zullen concentreren op de gezamenlijkheid. Op de overeenkomsten, niet op de verschillen.
Het Nederlandse kabinet wil constructief een gezamenlijke oplossing nastreven. Dat is met het oog op de toekomst van Europa ook hard nodig. De punten waar Nederland zich op richt, zijn rechtstreeks gericht op de zorgen van de burgers die de afgelopen twee jaar naar boven kwamen. Niet meer, maar ook niet minder. Dat is ook nodig voor het draagvlak voor ratificatie van de het nieuwe Verdrag.
In dat licht is de premier van mening dat er, afgezien van specifieke wensen van instellingen en lidstaten, twee grote gezamenlijke ambities zijn bij het nieuwe Verdrag:
-
-in de eerste plaats willen we het democratisch functioneren van Europa verbeteren;
-
-in de tweede plaats willen we de slagvaardigheid van Europa vergroten.
Europa's uitdaging is steeds geweest om de instellingen zo in te richten dat aan beide, soms tegenstrijdige doelstellingen, zo goed mogelijke recht wordt gedaan. Het institutionele evenwicht dat de Conventie en de vorige IGC uitwerkten, biedt verbeteringen, zowel van het democratisch gehalte, als van de slagkracht. Nederland wil die verbeteringen behouden, mits overeenstemming daarover hand in hand kan gaan met een geloofwaardige aanpak van de zorgpunten van de burger.
De premier schetst in een viertal punten schetsen wat Nederland voor ogen staat om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
-
1.Voortzetting van de succesvolle methode van verdragswijziging: stap voor stap Europa beter maken, met oog voor evenwicht.
De symboliek van een grondwet speelde een belangrijke rol bij het `nee'. Daarom pleit Nederland voor een wijzigingsverdrag, net als Amsterdam en Nice. Dat is een succesvolle voortzetting van de methode-Monnet: kleine stappen vooruit, met een concrete betekenis. Het zet de schijnwerper op de verbeteringen, op de democratische waarborgen, op de verhoging van slagvaardigheid. Zo kunnen we een positief debat hebben, en onder de schaduw van de verworpen Grondwet uitkomen. Kortom: zowel de naam, de vorm, als de inhoudelijke elementen die het beeld van een grondwet geven, verdienen heroverweging.
-
2.Versterking van de subsidiariteitstoets, met een belangrijke rol voor nationale parlementen.
Nederland hecht zeer aan verbetering van het democratisch functioneren van de Unie. Een centrale les uit het referendum is dat Nederlanders zeker willen zijn dat ze meebeslissen. Ze willen dat hun stem in Europa wordt gehoord. De institutionele voorstellen van het Grondwettelijk Verdrag zijn een stap vooruit. Ik noem alleen al de regel dat het Europees Parlement steeds meebeslist als er in de Raad bij meerderheid wordt besloten. Maar verbeteringen zijn mogelijk. Bij de subsidiariteitstoets van Europese wetgevingsvoorstellen zouden nationale parlementen een steviger rol moeten krijgen. Als een meerderheid van de nationale parlementen een negatief oordeel velt, moet dat consequenties hebben. Meer betrokkenheid van de nationale parlementen gaat niet ten koste van het Europees Parlement. Deze toetsing vindt plaats in de allereerste fase van de besluitvorming. Een oordeel over subsidiariteit is bij uitstek iets voor nationale parlementen. Het Europees Parlement houdt zijn volledige rol in de codecisieprocedure. Er wordt geen inbreuk gemaakt op het initiatiefrecht van de Commissie. Het Europees Parlement en de nationale parlementen vullen elkaar aan. Als democratische partners.
-
3.Slagvaardigheid vergt meerderheidsbesluitvorming, maar wel met heldere grenzen.
Naast democratischer, moet en kan Europa ook slagvaardiger. Klimaatverandering, energiebeleid, terrorismebestrijding en migratie vragen een voortvarende gezamenlijke aanpak. Het Grondwettelijk Verdrag bevat belangrijke verbeteringen, met meer meerderheidsbesluitvorming. Maar we kunnen er niet omheen dat mensen bang zijn voor het opgeven van veto's, bang zijn voor een sluipende uitbreiding van bevoegdheden. Daarom moeten we hier duidelijk zijn. Geen daadkracht zonder draagvlak. Waar nodig moeten we dus de stap naar meerderheidsbesluitvorming durven zetten. En ik ben bereid die keuzes te verdedigen. Maar alleen als de soevereiniteitsoverdracht een bewuste keuze is, omgeven door de juiste waarborgen. De bevoegdheden van de Unie moeten helder zijn begrensd. Alleen dan kunnen we de aarzelingen over het overdragen van soevereiniteit verminderen. Nederland zal op dit terrein met voorstellen komen. Een bijzonder punt dat hiermee samenhangt, heeft ook het EP intensief beziggehouden. Ik heb het over de relatie tussen de interne markt enerzijds en de bewegingsvrijheid van de lidstaten bij de vormgeving van hun publieke diensten anderzijds. Ook daar kan meer helderheid worden geschapen, zonder afbreuk te doen aan de interne markt. Ik ben voor een sterke interne markt. Daar hebben burgers van alle lidstaten profijt van. Maar bij zaken als het pensioensysteem, de sociale zekerheid en het onderwijs willen de lidstaten de vormgeving af kunnen stemmen op de nationale situatie. Europa moet daarvoor ruimte bieden. Bijvoorbeeld door het vastleggen van een aantal criteria voor diensten van algemeen belang.
-
4.Uitbreidingscriteria verankeren in het Verdrag
Het is goed om de uitbreidingscriteria op te nemen in het nieuwe Verdrag. We hebben collectief de wijsheid gehad om de Unie uit breiden. Balkenende staat volledig achter die beslissing. Maar niemand kan er omheen dat bij de burgers ook twijfels leven over de uitbreiding. In Nederland leeft de perceptie dat de Unie haar eigen regels niet of niet voldoende serieus neemt. We hebben criteria, maar die worden in hun ogen niet strikt nageleefd. Dit tast de publieke steun voor Europa aan. Opneming van de criteria in het nieuwe Verdrag is dus geboden.
Europa is in vijftig jaar ver gekomen. De verwachtingen zijn hoog. Gezamenlijk kunnen we het voorbeeld geven bij de aanpak van de klimaatverandering, bij de strijd tegen armoede en onveiligheid in de wereld. Samen kunnen we Europa's economisch potentieel benutten in een steeds meer geïntegreerde wereldeconomie. Samen moeten we ons inspannen voor een betrouwbare aanvoer van energie en grondstoffen. Samen moeten we de mensonterende uitwassen van illegale migratie bestrijden. Daarvoor hebben we een sterke en slagvaardige Europese Unie nodig. Een Unie die het vertrouwen van zijn inwoners geniet.
Een verdrag dat de vier elementen in zich draagt die ik u zojuist schetste, zal ik in Nederland voluit verdedigen. Omdat ik geloof dat de tijd daar rijp voor is. Omdat ik groot vertrouwen heb in het voorzitterschap van Angela Merkel, en daarna José Socrates. En omdat ik geloof dat we samen de volgende stap kunnen zetten. Maar bovenal omdat dat Verdrag nodig is om samen de uitdagingen van deze tijd aan te gaan.
Balkenende kwam laatst de woorden van Robert Schuman, een van onze visionaire founding fathers, weer tegen. De premier werd weer getroffen door de wijsheid en juistheid ervan. In zijn verklaring van 9 mei 1950 zei hij: "De vereniging van Europa kan niet ineens worden verwezenlijkt, noch door een allesomvattende schepping tot stand worden gebracht. Het verenigd Europa zal moeten worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij een feitelijke solidariteit als uitgangspunt zal moeten worden genomen.
Balkenende denkt dat Schumans woorden nog niets aan actualiteit hebben ingeboet. En ook vandaag nog leidend kunnen zijn bij onze gezamenlijke opdracht verder te bouwen aan Europa.
Fractiewoordvoerders
Joseph DAUL (EVP-ED, FR) dankt Balkenende voor zijn visie op Europa die de EVP ruimschoots onderschrijft, hoewel niet helemaal. Balkenende heeft "goed geluisterd naar de heer Prodi gisteren." Europa, dat betekent tradities en beschaving, maar ook aanpassing aan nieuwe realiteiten en hervormingen om een rechtvaardiger samenleving te verwezenlijken. Europa is niet een gebrek aan actie of vooruitgang. Balkenende is de premier van het land dat het meest openstaat voor de EU. De Nederlandse burgers staan meer open voor Europa dan andere volken in de Unie, toch is er nee gezegd. In de ogen van de meerderheid in Nederland en Frankrijk is Europa niet legitiem, geloofwaardig, efficiënt genoeg. De EU staat te ver af van hun dagelijks leven. Wij moeten lering trekken uit dit oordeel, hoewel wij het niet onderschrijven omdat het te kritisch is. Wij kennen de verdiensten van Europa, maar we moeten ook de Europese burgers duidelijk maken dat de EU niet alleen voordelig is, maar ook noodzakelijk. Daartoe moeten in elk geval de delen een en twee uit het grondwettelijk verdrag overgenomen worden. De burgers van de EU verwachten een betere kwaliteit van leven en het uitdragen van Europese waarden in de wereld, zoals in Rusland en Darfur. Zij willen dat de echte problemen aan de orde worden gesteld en Europa uit zijn verlamming wordt gehaald. De termijn van de verkiezingen van 2009 is daarvoor het meest opportune tijdstip. Balkenende heeft in eigen land de moed gehad om aanvankelijk omstreden langetermijnhervormingen door te voeren, en de resultaten daarvan mogen gezien worden. Dit is de weg die de EVP eist van Europa in zijn geheel. De EVP kan Balkenende slechts steunen in zijn verzoek om een duidelijkere afbakening van de bevoegdheden van nationale parlementen en de Europese instellingen. Wie doet wat, wie is waarvoor verantwoordelijk, de burgers willen dat nu weleens weten. Er moet voorkomen worden dat ministers uit de lidstaten de schuld in de schoenen van de EU schuiven. Er moet duidelijkheid komen over de uitbreiding van de Unie en er kunnen geen nieuwe staten lid worden voordat de EU haar interne problemen oplost. Het is nodig om zo vlug mogelijk tot een nieuw akkoord te komen. Angela MERKEL heeft een nieuwe dynamiek gevonden, laten we deze kans grijpen.
Martin SCHULZ (PES, DE) had tot nu toe de indruk dat Nederland meer de nadruk legt op wat ons scheidt en niet op wat ons bindt. Als Nederland zich nu bereid verklaart te onderhandelen en compromissen te sluiten, dan is Schulz daar blij mee. Maar de strijd van Balkenende voor een Europese grondwet was er een met de remmen erop. Ja, Schulz houdt ook in de gaten wat Balkenende in eigen land doet. Europa wordt niet daadkrachtiger van een 'Nice min' verdrag. Europa is verlamd in zijn buitenlands beleid, bijvoorbeeld ten aanzien van het Midden-Oosten, door de vereiste unanimiteit in de Raad. Het gaat er niet om of er een Hoge Vertegenwoordiger is of een minister van Buitenlandse Zaken. Het gaat niet om de titulatuur, maar om de inhoud.
Schulz heeft de indruk dat Balkenende de zeilen vandaag half heeft gehesen. Hijs ze nu volledig, dan komen we misschien uit op 75% van de grondwet. Zonder de symboliek van de vlag en het volkslied en met een andere naam voor de Europese minister van Buitenlandse Zaken.
Graham WATSON (ALDE/ADLE, UK) merkt op dat gisteren een van de grootste Europese kampioenen een beeld schetste van een Unie die klaar is voor de 21e eeuw, transparant en effectief. Daar is wel een groot leiderschap voor nodig. Het Duits voorzitterschap heeft kracht getoond door de Verklaring van Berlijn mogelijk te maken, nu moet er hard gewerkt worden om de IGC tot een goed einde te brengen. Er staat veel op het spel. In de geglobaliseerde wereld van nu zijn mensen bang om hun banen en hun kwaliteit van leven te verliezen, maar dit is geen reden tot minder Europa. Zonder meer bevoegdheden kan Europa juist niets doen voor haar bevolking. Watson maakt de vergelijking met Nederland in de Gouden Eeuw: juist het verenigen van de zeven provinciën bracht Nederland haar rijkdom en glorie, niet het verdelen ervan. Als er niet meer vooruitgang geboekt wordt in Europa zal het eindigen als Rusland met een slecht energiebeleid.
Europa moet meer democratische verantwoordelijkheid nemen en veto's moeten met meer scrupules uitgesproken worden, zodat Europa meer internationaal prestige heeft. We moeten ons houden aan de kern van het grondwetsverdrag. Er kunnen best cosmetische veranderingen plaatsvinden, maar we moeten beseffen dat het hier niet gaat om ideologie, maar om banen en levenskwaliteit. Niemand hier streeft naar een Europese superstaat, onze verschillen in talen en culturen zullen dit sowieso verhinderen. Wel streven we naar een Europese superbevolking. Populistisch gedrag brengt Europa niet verder, slechts solidariteit kan dat. Als men zich ongerust maakt over nationale symbolen, dan moet er sprake zijn van een koerswijziging. Maar we moeten niet vergeten dat de Europese burgers vragen om een veilige energievoorziening, klimaatbescherming en de oplossing van migratievraagstukken: "Verkoopt u dat eens aan uw bevolking!" Watson roept Balkenende op om Nederland terug te brengen tot het hart van de Europese besluitvorming, zoals het Nederland als een van de oprichters toekomt, en te doen als Justus Lipsius ooit voorstelde: doe wat nodig is en wees consequent in Europa, voor de vrede en welvaart van uw volk.
Brian CROWLEY (UEN, IE)
De toekomst van Europa moet gebaseerd zijn op consensus. Wat we gisteren hoorden van Prodi was eerder een dreigement: wie niet met ons is, is tegen ons. Unanimiteit in de Raad is in veel gevallen beter dan stemmen met gekwalificeerde meerderheid.
Kathalijne BUITENWEG (GROENEN/EVA, NL) wijst op het feit dat het nieuwe kabinet net 100 dagen gepraat heeft met de bevolking, nadat men 500 dagen zweeg over Europa. Het is goed dat daar een einde aan is gekomen, maar Balkenende heeft "selectief gewinkeld" en bij het analyseren van het Nederlandse nee alleen die redenen genoemd die leiden tot een beperkter verdrag. Buitenweg vraagt zich af of Balkenende werkelijk denkt dat vlag en volkslied het grootste probleem zijn. 80% van de Nederlanders wil juist een grondige hervorming van de Europese bestuursstructuur, terwijl 60% een beter buitenlands beleid wil van de Unie. Balkenende wil alleen maar minder en presenteert dat als een onvermijdelijke ontwikkeling. Het is alsof een klant naar de fietsenwinkel gaat om zijn fiets te ruilen en de verkoper hem zegt dat hij alleen een step mag kiezen. Buitenweg wil geen step, maar een goede fiets. Die fiets kan remmen hebben indien nodig, maar die hebben alleen maar zin als de fiets ook trappers heeft. Balkenende heeft gezegd dat in de benadering van een wijzigingsverdrag zonder grondwettelijke pretenties de grondrechten niet integraal opgenomen hoeven te worden. Buitenweg vindt dit bizar, want "weinig mensen zullen gestemd hebben om minder grondrechten te krijgen." Dit handvest bevat ook sociale rechten die als dam kunnen dienen tegen vergaand Europees ingrijpen. Dat is nog eens een nuttige rem, aldus Buitenweg. Balkenende wil met zijn vraag om vlag en volkslied uit het grondwettelijk verdrag te verwijderen, alleen maar een nieuw referendum voorkomen. Buitenweg wil graag een Europees referendum als oplossing, wellicht kan zo een Nederlands referendum voorkomen worden, als dat moet.
Erik MEIJER (EVL/NGL, NL)
Volgens Prodi bevat het ontwerp al zoveel compromissen, dat verdere compromissen onmogelijk zijn. De democratie van bovenaf kan zeer hard botsen met de democratie van onderop. Zeer waarschijnlijk had ook in Duitsland, België, Zweden en Groot-Brittannië het volk nee gezegd tegen de grondwet als het daar de kans toe had gekregen. Terecht maakt de Nederlandse regering duidelijk dat de nationale parlementen een grotere stem moeten hebben en de publieke diensten niet mogen worden aangetast. De grondwet is een neoliberaal product. Als Balkenende vandaag onvoldoende steun krijgt, betekent dat niet dat hij in Europa geïsoleerd staat.
Bas BELDER (IND/DEM, NL) is als Nederlands europarlementariër heel blij met de komst van Balkenende naar het EP. In dit huis is sinds het nee in Nederland te vaak over Nederland gesproken en te weinig met Nederland. Belder stemt in grote lijnen in met de Nederlandse regering, maar heeft toch een aantal aanbevelingen voor de Raad van 21 en 22 juni. Hij deelt de moeite die de Nederlandse regering heeft met de constitutionele aspiraties van het grondwettelijk verdrag. In plaats van een vaste voorzitter stelt Belder een roulerend triovoorzitterschap voor van steeds anderhalf jaar door een grote, een middelgrote en een kleine lidstaat. Op die manier komen alle lidstaten aan bod. Er moet uitsluitsel gegeven worden over de grenzen van de EU, want de burgers en buren van de Unie hebben daar recht op. Dit moet gepaard gaan met een krachtig nabuurschapsbeleid. Belder aarzelt bij Balkenendes idee om Europese voorstellen door nationale parlementen te kunnen laten blokkeren. Het is volgens hem institutioneel zuiverder om het EP het recht te geven om Commissievoorstellen te weigeren.
Philip CLAEYS (ITS, BE) hoopt dat Nederland zal blijven streven naar een nieuw verdrag en niet naar een Europese grondwet. Het debat gaat ook over de grenzen van Europa en over de vraag, of een niet-Europees land als Turkije tot de EU kan toetreden. Kan Balkenende met de hand op het hart verklaren dat de eisen die drie jaar geleden aan Turkije werden opgelegd, zijn blijven gelden? Kijk naar wat er met Hrant Dink is gebeurd. Turkije weigert nog altijd een Europese lidstaat te erkennen. De krachtmeting die aan de gang is tussen de islamisten en de seculieren, zou in de EU tot bezorgdheid moeten leiden. Maar men trekt zich niets aan van de bezorgdheid van de burger. En dat bedreigt het voortbestaan van de Europese Unie.
Nogmaals de premier
Jan Peter BALKENENDE proeft in het EP een atmosfeer van bezieling en een sfeer van nadenken over de Europese idealen in de 21e eeuw. Wat Daul zei over de waarden die Europa hebben gemaakt en waar Europa een wereldwijde verantwoordelijkheid voor heeft, spreekt Balkenende erg aan. We leven in een wereld met China, India en de VS en worden geconfronteerd met vraagstukken op het gebied van veiligheid, klimaat en energie. Europa kan beter presteren op al deze terreinen. Voor wat betreft de Europese minister van Buitenlandse Zaken, het gaat niet om de benaming maar om wat hij doet. Natuurlijk is het uitdragen van de Europese waarden het belangrijkst. Watson maakte een concreet punt over het Europese energiebeleid. Balkenende wil onderstrepen dat wij in dat kader inderdaad niet zonder elkaar kunnen. Als Europa niet komt met een geluid, komen er grote problemen. Een goede energievoorziening is afhankelijk van stabiliteit.
Balkenende vindt dat Watson een aardige vergelijking maakte met het Nederland van de zeventiende eeuw, maar wijst erop dat die eenwording en het verwerven van die rijkdom niet vanzelf is gegaan. Er moesten bewuste stappen voor worden gezet en er moest tijd voor worden genomen. Wel hebben de zeventiende-eeuwers steeds veel willen bereiken. Dit raakt een gevoelige snaar bij Balkenende en hij vindt dat we moeten kijken naar hoe Europa veel kan bereiken in de 21e eeuw. Achttien landen hebben geratificeerd, een tweetal landen heeft zich uitgesproken tegen het grondwettelijk verdrag, terwijl de rest nog geen beslissing heeft genomen. Er is een tijd van reflectie geweest en die was niet voor niets. Het is nodig om te werken aan concrete projecten in Europa, om Europa zichtbaar te maken en terug te brengen in de hoofden en harten van de burgers. Het Europese project moet geloofwaardig worden en thema's die voor burgers bepalend zijn, zoals energievoorziening en klimaatbescherming, moeten worden opgepakt. Daarom schreef Balkenende samen met Blair een brief aan de andere EU-leiders.
De periode van reflectie is nu ten einde, maar het kan niet zo zijn dat er een klimaat ontstaat waarin de groep van ratificeerders tegenover de rest komt te staan. Het is mogelijk om oplossingen te vinden waarin iedereen zich kan herkennen. De methode van verdragswijziging is een begaanbare weg, omdat daarbij elementen van het grondwettelijk verdrag terug kunnen komen. Mevrouw Buitenweg sprak over het Handvest van de Grondrechten. Balkenende is ook overtuigd van het belang van de grondrechten, maar vraagt zich af of die dan in de verdragstekst zelf opgenomen moeten worden, of dat er niet op een andere manier aan gerefereerd kan worden.
We moeten met antwoorden komen op de vragen die nu bestaan. We moeten er samen uitkomen. In een tijd van globalisering kunnen wij interne verdeeldheid niet gebruiken. Aan de grondleggers van de EU zijn wij verplicht om voort te gaan met de idealen van Europa. We mogen niet voorbij gaan aan de zorgen van de burgers, maar moeten doen wat nodig is. Als we dat doen, kunnen we in juni ver komen. Balkenende vond de geluiden in het Parlement inspirerend en zal ze overbrengen in Nederland. Hij benadrukt dat er snel tot een oplossing gekomen moet worden, met respect voor elkaar en met de droom van een 21e-eeuws Europa voor ogen.
Overige sprekers
Maria MARTENS (EVP-ED, NL)
Het is in ons aller belang dat er een Europees verdrag komt waarin alle 27 landen zich kunnen vinden. Het is goed dat de premier nog eens de gevoeligheden verwoordt die in Nederland leven. Nederland wil geen Europese superstaat, noch een constitutioneel karakter aan een verdrag. Nederland wil ook graag de uitbreidingscriteria opnemen in het verdrag. We moeten nu op korte termijn komen met een nieuwe verdragstekst. Paul Henri Spaak zei: "Sommige landen beseffen dat ze klein zijn, andere landen nog niet. Maar we kunnen geen van allen alleen verder." Als dat in de jaren vijftig al zo was, hoe waar is het dan niet nu? Wat beter nationaal geregeld kan worden, moet nationaal geregeld worden.
Max VAN DEN BERG (PES, NL) vindt het een verdienste van de premier dat hij voorbij het nee en voorbij het ja probeert te komen en probeert tot een verdrag te komen dat de wezenlijke vragen aan de orde stelt. Hij heeft een aantal concrete vragen aan de premier. Is Balkenende van plan in het verdrag een rechtsbasis op te nemen voor de diensten van algemeen belang? Heeft de premier een formule om het Handvest weliswaar niet in het verdrag op te nemen, maar toch de verbondenheid aan het Handvest erin op te nemen? Hoe wil de premier de subsidiariteit in het verdrag regelen? In welke zin is dat anders dan wat reeds in de ontwerp-grondwet staat? Op welke terreinen wil Nederland de unanimiteit niet opgeven? Op het gebied van het strafrecht?
Jules MAATEN (ALDE/ADLE, NL) vindt dat Balkenende lef heeft getoond door in het hol van de leeuw te komen spreken. In Balkenendes eerste antwoord heeft hij met overtuiging de rol van Nederland onderstreept. Een nieuw verdrag moet er komen. Het moet transparanter en effectiever, zodat we echt aan de slag kunnen gaan met de grote vraagstukken. Uiteindelijk is ook een pragmatische opstelling nodig. Het is van Europees en van nationaal belang om tot een oplossing te komen. Maaten kent Balkenende persoonlijk en vertrouwt hem. In reactie op de interventie van Johannes VOGGENHUBER (GROENEN/EVA, AT) zegt hij dat Balkenende geen nationalist is en niet liegt. Wel merkt hij op dat, hoewel Balkenende zegt de interne markt te steunen, nog altijd het adagium geldt: the proof of the pudding is in the eating. Als alle lidstaten uitzonderingen gaan maken op de interne markt zoals nu in Nederland besproken wordt, blijft er niets van over.
Jean-Luc DEHAENE (EVP-ED, BE) voelt koudwatervrees bij de Nederlandse beleidsmakers. Balkenende weet wel wat het belang is van de meerderheidsregeling. Toch heeft Dehaene begrip voor de positie van de premier, die misschien zelf wel achter het resultaat van de IGC staat, maar rekening moet houden met de gevoelens van zijn bevolking. Het is niet goed om uitdrukkelijk te pleiten voor de rodekaartprocedure. Dit maakt van de nationale parlementen nieuwe Europese instellingen. De nationale parlementen moeten gewoon hun vertegenwoordigers in de Raad controleren, dan is er geen probleem. En de premier moet er toch voor oppassen de uitbreidingscriteria in het verdrag op te nemen. Dan worden deze namelijk onderworpen aan de jurisdictie van het Hof van Justitie, terwijl de uitbreiding van de Unie een politieke beslissing is.
Sophie IN 'T VELD (ALDE/ADLE, NL) wil Balkenende erop wijzen dat zijn positie in het Europees Parlement ondersteund wordt door SP, Vlaams Belang, de partij van Haider, de Poolse Liga van Families en Deense eurosceptici. De inzet van het Nederlandse kabinet getuigt van een leegheid in haar visie over Europa. Een miniverdrag maakt van Europa een politieke dwerg. In 't Veld vraagt zich af of de PvdA werkelijk bereid is om de grondrechten op te offeren teneinde een nieuw referendum te voorkomen. In 't Veld wil geen verlammende rodekaartprocedures, maar vindt dat de nationale parlementen zelf belangstelling moeten ontwikkelen voor Europa. Natuurlijk moet de veiligheid op Europees niveau geregeld worden. Dit moet niet zoals nu in achterkamertjes gebeuren maar in de openbaarheid. Dit wordt mogelijk door het grondwettelijk verdrag: "Dat is geen superstaat, dat is democratie." Nederland kan zoveel beter in Europa, laat dat eens zien.
Nogmaals premier Balkenende
Het gaat niet om de titel van minister van Buitenlandse Zaken of om de symbolen, het gaat erom of dit soort zaken in een grondwet geregeld moeten worden. De opmerking over nationalisme begrijpt de premier niet. De toekomst van Nederland ligt in Europa, dat is een positieve boodschap. Balkenende wenst dan ook niet geassocieerd te worden met nationalistische tendensen. De Unie heeft alleen die bevoegdheden die we haar verschaffen. Dan komt de subsidiariteit dus aan de orde. Het is goed dat daar nu een debat over wordt gevoerd. Laat nationale parlementen voluit betrokken zijn bij Europa. Dat de nationale parlementen en het Europees Parlement hun eigen rol hebben te spelen, is geen teken van zwakte, maar van kracht. Balkenende onderschrijft het Handvest van de Grondrechten, maar gelooft niet dat dit in een verdrag moet worden opgenomen.