25367 (R1593) - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging

Dit wetsvoorstel werd op 26 mei 1997 ingediend door de minister van Algemene Zaken, Kok i, de minister van Binnenlandse Zaken, Dijkstal i, de minister van Defensie, Voorhoeve i, en de minister van Buitenlandse Zaken, Van Mierlo i.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Stand van zaken

Het wetsvoorstel is verheven tot wet en gepubliceerd in het Staatsblad op 12 maart 1998.

De tweede lezing van dit voorstel vond plaats door middel van wetsvoorstel Verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging i.

2.

Kerngegevens

Ingediend
26 mei 1997

Volledige titel
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging

Ondertekening memorie van toelichting

De minister van Algemene Zaken, W. (Wim) Kok i
De minister van Binnenlandse Zaken, H.F. (Hans) Dijkstal i
De minister van Defensie, J.J.C. (Joris) Voorhoeve i
De minister van Buitenlandse Zaken, H.A.F.M.O. (Hans) van Mierlo i

Kamercommissies

3.

Uit de memorie van toelichting

Dit wetsvoorstel strekt tot modernisering van de bepalingen in de Grondwet betreffende de verdediging. De huidige bepalingen in de Grondwet inzake de verdediging dragen in sterke mate het stempel van een uitsluitend nationaal gerichte defensiepolitiek. Daarbij komt dat de huidige bepalingen naar bewoordingen en omvang niet meer passen bij de tekst en opzet van de huidige Grondwet.

Reeds eerder, bij de grondwetsherziening van 1983, werd een voorstel gedaan tot modernisering van de onderhavige bepalingen. Dat voorstel werd evenwel in eerste lezing door de Eerste Kamer (in 1981) verworpen op grond van – kort gezegd – het ontbreken van een expliciete vermelding van de krijgsmacht in de Grondwet.1 Bij de grondwetsherziening van 1987 strandde een tweede poging tot modernisering van de onderhavige grondwetsbepalingen. Dat voorstel2 werd in tweede lezing door de Tweede Kamer (in 1987) verworpen op grond van – kort gezegd – bedenkingen tegen het vervallen van de bepaling over het in dienst nemen van vreemde troepen in relatie tot de plaatsing van kruisvluchtwa-pens.3

In 1995 zijn de bepalingen in de Grondwet inzake de verdediging in beperkte mate gewijzigd in verband met de keuze voor een vrijwilligers-krijgsmacht en de voorgenomen opschorting van de opkomstplicht voor dienstplichtigen. Tijdens de behandeling van deze grondwetsherziening werd door de Tweede Kamer met algemene stemmen een motie van het lid Jurgens c.s. aangenomen, waarin de regering werd verzocht voorstellen voor te bereiden tot modernisering van de bepalingen in de Grondwet inzake de verdediging.4 Het onderhavige voorstel strekt mede tot uitvoering van die motie.

In dit wetsvoorstel wordt ook een bepaling voorgesteld betreffende de betrokkenheid van de Staten-Generaal bij de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht ter bevordering of handhaving van de internationale rechtsorde. Het wetsvoorstel geeft met die bepaling tevens – met inachtneming van de bestaande verhouding tussen de regering en de Staten-Generaal – uitvoering aan de strekking van de door de Tweede

Kamer aangenomen motie van het lid Van Middelkoop c.s., met welke motie werd verzocht een regeling voor te bereiden ten einde het parlement bij uitzending van militaire eenheden een formeel instemmingsrecht te verlenen.1

Ingevolge artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is de verdediging een aangelegenheid van het Koninkrijk. Om die reden is, in verband met artikel 5, derde lid, van het Statuut, het onderhavige voorstel in een voorstel van rijkswet vervat.

1 Kamerstukken II 1994/95, 23 591, nrs. 2 en 5. Zie voorts: Kamerstukken II 1978/79, 15 441, nr. 7 en het eindrapport van de Staatscommissie tot herziening van de Grondwet, ingesteld bij koninklijk besluit van 17 april 1950, No. 25 (Commissie-Van Schaik), ’s-Gravenhage: SDU (1954), blz. 86.

2 Kamerstukken II 1984/85, 19 017 (R 1285), blz. 7.

4.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden 13 amendementen ingediend.

5.

Documenten

(26 stuks, sortering omgekeerd chronologisch)   sortering omkeren

1 18 maart 1998, behandeling, pag. 1064-1080     HAN6553A06
Behandeling van het wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging (25367, R1593)  -
vergadering: 3 maart 1998
 
1 17 februari 1998, eindverslag, nr. 226c     KST27891
Eindverslag
publicatie: 5 maart 1998
 
1 16 februari 1998, memorie van antwoord, nr. 226b     KST27570
Memorie van antwoord
publicatie: 17 februari 1998
 
1 12 februari 1998, voorlopig verslag, nr. 226a     KST27511
Voorlopig verslag
publicatie: 16 februari 1998
 
2 22 januari 1998, stemming(en), pag. 3382-3383     HAN6531A06
Stemmingen in verband met het voorstel van rijkswet Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging (25367, R1593)  -
vergadering: 15 januari 1998
 
2 19 januari 1998, behandeling, pag. 3243-3279     HAN65275
Behandeling van:het voorstel van rijkswet Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging (25367, R1593)  -
vergadering: 13 januari 1998
 
1 15 januari 1998, gewijzigd voorstel van wet, nr. 226     KST27008
Gewijzigd voorstel van wet
publicatie: 22 januari 1998
 
2 13 januari 1998, amendement, nr. 17     KST27131
Amendement inzake de plicht van elke Nederlander zich in te zetten voor de onafhankelijkheid en de verdediging van Nederland
publicatie: 29 januari 1998
 
2 13 januari 1998, amendement, nr. 16     KST27130
Amendement inzake de oplegging van plichten ten behoeve van de civiele verdediging
publicatie: 29 januari 1998
 
2 13 januari 1998, amendement, nr. 15     KST27129
Amendement over overleg met de regering bij een voornemen tot uitzending
publicatie: 29 januari 1998
 
2 13 januari 1998, amendement, nr. 14     KST27128
Amendement inzake de plicht van elke Nederlander zich in te zetten voor de onafhankelijkheid en de verdediging van Nederland
publicatie: 29 januari 1998
 
2 13 januari 1998, amendement, nr. 13     KST27127
Amendement inzake de oplegging van plichten ten behoeve van de civiele verdediging
publicatie: 29 januari 1998
 
2 13 januari 1998, amendement, nr. 12     KST27126
Amendement inzake inzet van de krijgsmacht ter handhaving en bevordering van de "internationale vrede en veiligheid"
publicatie: 29 januari 1998
 
2 8 januari 1998, amendement, nr. 9     KST27123
Amendement inzake oplegging van plichten ten behoeve van de civiele verdediging
publicatie: 29 januari 1998
 
2 8 januari 1998, amendement, nr. 8     KST27122
Amendement inz. wijzig. formulering "ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk" in "hulpverlening door militairen"
publicatie: 29 januari 1998
 
2 8 januari 1998, amendement, nr. 11     KST27125
Amendement inzake de actieve informatieplicht van de regering bij uitzending militairen voor humanitaire hulpverlening
publicatie: 29 januari 1998
 
2 8 januari 1998, amendement, nr. 10     KST27124
Amendement inzake instemmingsrecht Staten-Generaal met inzet krijgsmacht ter handhaving/bevordering internat. rechtsorde
publicatie: 29 januari 1998
 
2 26 november 1997, amendement, nr. 7H     KST26289
Amendement over overleg met de regering bij een voornemen tot uitzending
publicatie: 16 december 1997
 
2 26 november 1997, amendement, nr. 7     KST25995
Amendement over overleg met de regering bij een voornemen tot uitzending
publicatie: 11 december 1997
 
2 26 november 1997, amendement, nr. 6     KST25994
Amendement over aansluiting bij de term handhaving i.p.v. bevordering van de internationale rechtsorde
publicatie: 11 december 1997
 
2 7 oktober 1997, nota naar aanleiding van het verslag, nr. 5     KST24305
Nota n.a.v. het verslag
publicatie: 13 oktober 1997
 
2 8 juli 1997, verslag, nr. 4     KST22662
Verslag
publicatie: 16 juli 1997
 
2 26 mei 1997, advies Raad van State en nader rapport, nr. B     KST21544
Advies en nader rapport
publicatie: 2 juni 1997
 
2 26 mei 1997, oorspronkelijke tekst, nr. A     KST21545
Oorspronkelijke tekst
publicatie: 2 juni 1997
 
2 26 mei 1997, memorie van toelichting, nr. 3     KST21543
Memorie van toelichting
publicatie: 2 juni 1997
 
2 26 mei 1997, voorstel van wet, nr. 1-2     KST21542
Voorstel van wet
publicatie: 2 juni 1997
 

6.

Woordvoerders

7.

Andere bronnen

8.

Over dit dossier

Dit parlementaire dossier is door PDC automatisch samengesteld en verrijkt en redactioneel gecheckt. Op basis van dezelfde methoden en technieken creëert PDC 24/7 actuele dossiers in de Parlementaire Monitor en in de EU Monitor. Met behulp van de monitoren volgt u Den Haag en Brussel op de voet of blikt u terug op eerdere besluitvorming. Neem contact op als u meer wilt weten over de parlementaire data van PDC of over een abonnement op een monitor.