Artikel 8: Recht van vestiging, overgangsperiode
In elk land of gebied wordt het recht van vestiging geleidelijk uitgebreid tot onderdanen en rechtspersonen van een andere Lid-Staat dan die welke bijzondere betrekkingen met dat land of gebied onderhoudt. De wijze van toepassing wordt in de loop van het eerste jaar dat deze Overeenkomst wordt toegepast, door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie zodanig vastgesteld dat iedere discriminatie in de loop van de overgangsperiode geleidelijk verdwijnt.