Artikel 10: Voorrechten en immuniteiten van vertegenwoordigers der Lid-Staten
De aan de werkzaamheden van de instellingen van de Gemeenschap deelnemende vertegenwoordigers der Lid-Staten, alsmede hun raadslieden en de deskundigen, genieten gedurende de uitoefening van hun ambt en op hun reizen naar en van de plaats van bijeenkomst de gebruikelijke voorrechten, immuniteiten of faciliteiten.
Dit artikel is eveneens van toepassing op de leden der raadgevende organen van de Gemeenschap.