Artikel 42:
Herziening van een arrest kan aan het Hof slechts worden verzocht op grond van de ontdekking van een feit, dat van beslissende invloed kan zijn en dat, vóór de uitspraak van het arrest, onbekend was aan het Hof en aan de partij, die de herziening verzoekt.
De herzieningsprocedure begint met een arrest, waarbij het Hof, uitdrukkelijk het bestaan van een nieuw feit vaststellende en oordelende, dat het grond tot herziening oplevert, uit dien hoofde het verzoek ontvankelijk verklaart.
Herziening kan niet meer worden verzocht na verloop van tien jaar te rekenen van de dagtekening van het arrest.