Artikel 172: Verdeelsleutel financiële bijdragen der Lid-Staten aan de begroting
-
1.De ontvangsten van de huishoudelijke begroting omvatten, onverminderd andere lopende ontvangsten, de financiële bijdragen van de Lid-Staten, vastgesteld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:
België ....... 7,9
Duitsland .... 28
Frankrijk .... 28
Italië ....... 28
Luxemburg .... 0,2
Nederland .... 7,9
-
2.De ontvangsten van de begroting voor onderzoek en investeringen omvatten, onverminderd andere eventuele middelen, de financiële bijdragen van de Lid-Staten, vastgesteld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:
België ....... 9,9
Duitsland .... 30
Frankrijk .... 30
Italië ....... 30
Luxemburg .... 0,2
Nederland .... 6,9
-
3.De verdeelsleutels kunnen door de Raad met eenparigheid van stemmen worden gewijzigd.
-
4.De leningen ter financiering van het onderzoek of van de investeringen worden aangegaan onder de voorwaarden, die de Raad vaststelt overeenkomstig artikel 177, lid 5 i.
De Gemeenschap kan leningen opnemen op de kapitaalmarkt van een Lid-Staat in het kader van de wettelijke bepalingen, die aldaar gelden voor binnenlandse leningen; bij ontbreken van dergelijke bepalingen in een Lid-Staat kan zulks slechts plaatsvinden nadat deze Staat en de Commissie onderling overleg hebben gepleegd en tot overeenstemming zijn gekomen omtrent de voorgenomen lening.
De toestemming van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat mag alleen worden geweigerd indien ernstige storingen op de kapitaalmarkt van deze Staat zijn te vrezen.
Lid twee van het onderhavige artikel regelt de begroting voor onderzoek en investeringen (het over komstige lid van artikel 200 i van het Verdrag van de Europese Economische Gemeenschap regelt de begroting van het Sociale Fonds).
De verdeelsleutel is hierbij uiteraard eveneens verschillend: Lid vier ontbreekt in het Verdrag van de Europese Economische Gemeenschap; het regelt, dat leningen voor onderzoek en investeringen worden aangegaan onder de door de Raad vastgestelde voorwaarden.
De Gemeenschap heeft toegang tot de kapitaalmarkt van elk der Lid Staten op voet van gelijkheid met de ingezetenen van deze Staten. Het ontbreken van binnenlandse emissievoorschriften in een land zou een onbeperkte toegang van de Gemeenschap tot de kapitaalmarkt van dat land impliceren met alle mogelijkheden van verstoring van die markt. Daarom wordt voor dat geval de goedkeuring van de betrokken Lid-Staten voorgeschreven. Deze kan slechts worden geweigerd, indien ernstige storingen op de kapitaalmarkt zijn te vrezen.