Artikel 101: Internationale akkoorden of overeenkomsten
Binnen de grenzen van haar bevoegdheid kan de Gemeenschap verplichtingen aangaan door het sluiten van akkoorden of overeenkomsten met een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat.
Met het oog op deze akkoorden of overeenkomsten worden door de Commissie onderhandelingen gevoerd volgens richtlijnen van de Raad; zij worden gesloten door de Commissie met goedkeuring van de Raad, welke daartoe met een gekwalificeerde meerderheid besluit.
Het onderhandelen over en het sluiten van akkoorden of overeenkomsten welke zonder tussenkomst van de Raad en binnen de grenzen van de betreffende begroting kunnen worden uitgevoerd, geschiedt evenwel door de Commissie, die verplicht is de Raad daarvan op de hoogte te houden.
Binnen de grenzen van haar bevoegdheden kan de Gemeenschap overeenkomsten sluiten met derde Staten, internationale organisaties of onderdanen van derde Staten.
De Commissie onderhandelt volgens de richtfijnen van de Raad. Zij sluit de overeenkomsten na goedkeuring van de Raad. Indien de uitvoering echter binnen de grenzen van de begroting mogelijk is, kan de Commissie geheel zelfstandig te werk gaan, ook al moet de Raad op de hoogte worden gehouden. Dit laatste geval zal zich vooral voordoen bij overeenkomsten met onderdanen van derde Staten, die veelal een beperkte strekking en een concreet doel zullen hebben.