Artikel 87: Beperkingen gebruiks- en verbruiksrecht
De Lid-Staten, personen of ondernemingen hebben op de op regelmatige wijze in hun bezit gekomen bijzondere splijtstoffen het meest uitgebreide recht tot gebruik en verbruik, onder voorbehoud van de verplichtingen welke voor hen voortvloeien uit de bepalingen van dit Verdrag, met name wat de veiligheidscontrole, het aan het Agentschap toegekende optierecht en de gezondheidsbescherming betreft.
De Lid-Staten, personen of ondernemingen hebben de meest uitgebreide rechten tot gebruik en verbruik binnen het raam van de bepalingen van het Verdrag. Dit geeft hun een gebruiks- en verbruiksrecht in de meest uitgebreide zin, waardoor het eigendomsrecht van de Gemeenschap in feite van administratieve aard is. Dit eigendomsrecht van de Gemeenschap is echter een middel ter versteviging van de controle om onwettig gebruik van de bijzondere splijtstoffen tegen te gaan.
Het sluit aan bij de politiek, gevoerd in de Verenigde Staten, waarbij deze stoffen staatseigendom zijn en de particuliere gebruikers ze slechts kunnen pachten.
Eveneens plegen de Verenigde Staten in hun overeenkomsten met derde landen te eisen, dat door hen geleverde bijzondere splijtstoffen eigendom blijven van de betrokken Staat.