Artikel 75: Overige vrijwaringen
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op de verbintenissen tot het behandelen, bewerken of verwerken van ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen
-
a)aangegaan tussen verschillende personen of ondernemingen, indien de behandelde, bewerkte of verwerkte materialen moeten terugkeren naar de oorspronkelijke persoon of onderneming,
-
b)aangegaan tussen een persoon of onderneming en een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat, indien de materialen worden behandeld, bewerkt of verwerkt buiten de Gemeenschap en terugkeren naar de oorspronkelijke persoon of onderneming,
-
c)aangegaan tussen een persoon of onderneming en een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat, wanneer de materialen worden behandeld, bewerkt of verwerkt binnen de Gemeenschap en terugkeren, hetzij naar de oorspronkelijke organisatie of onderdaan, hetzij naar een andere door deze organisatie of onderdaan aangevezen geadresseerde eveneens buiten de Gemeenschap.
De betrokken personen of ondernemingen moeten echter aan het Agentschap kennis geven van het bestaan van dergelijke verbintenissen en, zodra de contracten zijn ondertekend, van de hoeveelheden materiaal welke daarmede gemoeid zijn. De Commissie kan zich verzetten tegen de onder b) vermelde verbintenissen, indien zij meent dat de bewerking of verwerking niet doeltreffend, veilig en zonder verlies aan materialen ten nadele van de Gemeenschap kan geschieden.
De materialen, waarvoor deze verbintenissen zijn aangegaan, worden op het grondgebied van de Lid-Staten aan de in hoofdstuk VII bepaalde controlemaatregelen onderworpen. De bepalingen van hoofdstuk VIII zijn echter niet van toepassing op de bijzondere splijtstoffen waarvoor de onder c) bedoelde verbintenissen zijn aangegaan.
In dit artikel worden overeenkomsten inzake loonbewerking, zowel in binnen- als buitenland als voor rekening van een opdrachtgever van buiten de Gemeenschap, uitgezonderd van de bepalingen van dit hoofdstuk. Er is hier immers geen eigendomsoverdracht, terwijl veelal de bewerking ten doel zal hebben de materialen voor een bepaald gebruik geschikt te maken.
Dit verkeer wil men niet bemoeilijken. Wel, moet het Agentschap op de hoogte worden gehouden, terwijl de Commissie zich kan verzetten, indien de bewerking buiten de Gemeenschap niet doeltreffend, veilig en zonder verlies aan materialen ten nadele van de Gemeenschap kan geschieden.
De veiligheidscontrole volgens Hoofdstuk VII blijft uiteraard van toepassing op het grondgebied der Lid-Staten.
De eigendom van bijzondere splijtstoffen, die in opdracht van een buiten de Gemeenschap gevestigde persoon worden bewerkt, blijft bij die opdrachtgever en komt in afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk VIII niet aan de Gemeenschap. Een andere regeling zou een dergelijke loonbewerking bijvoorbaat uitsluiten.