Debat over het Midden-Oosten, Israël en Libanon

woensdag 6 september 2006

Het EP debatteert over de oorlog tussen Israël en Hezbollah en de bijdrage van Europese troepen aan de VN-macht in Zuid-Libanon. Inmiddels is een concept-resolutie hierover beschikbaar. Deze wordt morgen in stemming gebracht.

Fractiewoordvoerders

De onschuldigen zijn het slachtoffer, aldus Hans-Gert POETTERING (EVP-ED, DE). "Een militaire oplossing is in het Midden-Oosten niet mogelijk, er moet een politieke oplossing worden gevonden." De EU moet nu haar verantwoordelijkheid opnemen. "Het kan niet zo zijn dat Syrië of Iran een rechtstreekse of onrechtstreekse invloed uitoefenen op Libanon." "Wat niet door de beugel kan, is dat er een staat in de staat is, dat een politieke partij een eigen militie heeft. Vandaar dat Hezbollah ontwapend moet worden." Poettering geeft toe dat hij de actie van Israël niet proportioneel vond. Maar in Israël is wel een democratisch en kritisch debat gevoerd over wat er mis is gegaan. Israëls buurlanden kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Poettering is diep geraakt door de woorden van de Israëlische premier, dat ook Duitsland is uitgenodigd een bijdrage aan de vrede te leveren.

Martin SCHULZ (PES, DE)

"Voor Europa ligt er een eenmalige kans, nee een plicht, om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Deze bijdrage dient niet uitsluitend, maar ook, militair te zijn." "Op de allereerste plaats komt het bestaansrecht van Israël. Iedereen die dat bestaansrecht in twijfel trekt, stuit op de PES-fractie." Aan de wortel van de conflicten in het Midden-Oosten ligt het conflict omtrent Palestina. De Palestijnen moeten humanitaire hulp van de EU krijgen. In het Europees Parlement en in de PES bestaat veel teleurstelling over wat er de laatste weken in Syrië is gezegd. Maar Syrië is wel nodig voor een oplossing van het conflict. Tijdens de Koude Oorlog konden de twee blokken toch met elkaar overleggen, omdat het platform van de OVSE was gecreëerd. Misschien kan zoiets ook worden opgezet voor het Midden-Oosten.

Graham WATSON (ALDE/ADLE, UK)

We moeten verhelderen wat het mandaat is van Unifil. De Israëlische lucht- en zeeblokkades van de Libanese havens en van Gaza moeten worden ingetrokken. Een oplossing kan liggen in het oprichten van een veiligheidsorganisatie, op dezelfde leest als de OVSE. Europa blijft gebrekkig: als er Europese troepen naar Libanon gaan, is dat goed, maar er is nog geen sprake van een Europese troepenmacht. Het is absurd dat Solana niet bij dit debat aanwezig is. Iedereen denkt dat Europa heeft geantwoord op de crisis, maar dat is onjuist. Iemand zal in Europa de politieke verantwoordelijkheid moeten dragen als er straks soldaten in body bags terugkomen.

Daniel COHN-BENDIT (GROENEN/EVA, DE) begint met zelfkritiek: we waren allemaal blind wat betreft de ontwapening van Hezbollah. De VN-resolutie dienaangaande is onder tafel verdwenen. "We moeten zorgen dat er zowel een Palestijnse als een Israëlische staat kan bestaan." Cohn-Bendit heeft gedroomd van een bijeenkomst van regeringsleiders waar is afgesproken dat een eurocorps zou worden uitgezonden. Het is nu tijd om politiek te bedrijven: "Er kan alleen vrede komen als er een Palestijnse staat komt. We moeten Hamas bestrijden, want Hamas heeft lak aan een Palestijnse staat, het wil een islamitische staat." "Het gaat niet om wat Frankrijk, Italië of Engeland doet, maar om wat Europa doet."

Francis WURTZ (EVL/NGL, FR)

"De staat Israël heeft de bevolking van Gaza uitgehongerd. Jan Egeland noemt Gaza een 'tikkende bom'. Volgens Human Rights Watch maakte Israël in Libanon geen onderscheid tussen militairen en burgers. Er vielen 1100 doden, 15.000 woningen werden vernietigd." "De VS ondersteunen Israël onder het mom van terrorismebestrijding. De Raad heeft lange tijd niet kunnen aandringen op een staakt-het-vuren." "Natuurlijk was het onterecht dat Hezbollah soldaten ontvoerde en raketten afvuurde op Israël. Maar het was ook onterecht Israël carte blanche te geven." "Het hart van de gevaren ligt in de bezetting, door Israël, van Palestijnse gebieden sinds 1967." "Wat hebben we ondernomen als Unie om Israël voor zijn verantwoordelijkheid te plaatsen? We hebben de hulp aan de Palestijnen teruggeschroefd."

Volgens Cristiana MUSCARDINI (UEN, IT) wordt "de aanvaller vaak verward met de aangevallene. Men houdt geen rekening met de raketaanvallen door Hezbollah en de uitspraken van de Iraanse president om Israël van de kaart te vegen." "Hezbollah is een beweging met een religieuze logica die zich voedt met wapens en geld uit andere landen in de regio. Hoe kun je nu de twee partijen op dezelfde manier bejegenen?" De UEN steunt Unifil. Muscardini verzoekt de ambassades van de EU-lidstaten om Israëlische burgers voortaan te erkennen als Europese burgers.

Bas BELDER (IND/DEM, NL) uit kritiek op de onduidelijkheid van het VN-mandaat en steunt daarin de Duitse Bundeswehr. Welke marine van een EU-lidstaat zou machteloos willen toezien dat Hezbollah herbewapent? Welke acties worden er richting Kofi Annan ondernomen om deze controverse op te lossen? De twee vertegenwoordigers van Hezbollah in de Libanese regering hebben tegen het VN-mandaat gestemd. "Het is logisch dat Israël zijn zeeblokkade tegen Libanon handhaaft."

Overige spreker

Edith MASTENBROEK (PES, NL)

Geweld is geen oplossing voor het Midden-Oosten. Een vriend van Mastenbroek in Israël vroeg zich af hoe Israël vertrouwen kan hebben in Europa als Europa de raketaanvallen van Hezbollah op Haifa en Noord-Israël geen terrorisme wil noemen.

Ontwerpresolutie

Morgen stemt het EP over een resolutie over het Midden-Oosten. In de ontwerpversie staat onder meer het volgende.

Het Europees Parlement betreurt ten diepste de slachtoffers die zijn gevallen onder de burgerbevolking in Libanon en Israël, soldaten en VN-waarnemers, alsmede de grootschalige vernietiging van infrastructuur. Het EP herhaalt de oproep om onmiddellijke vrijlating van de ontvoerde Israëlische soldaten en van de leden van de Palestijnse regering en de Palestijnse Wetgevende Raad die door Israël worden vastgehouden.

Het Parlement verwelkomt de unanieme aanvaarding in de VN-Veiligheidsraad van resolutie 1701 die de voorwaarden schept voor stopzetting van de militaire operaties en UNIFIL versterkt met een krachtig mandaat dat tot doel heeft de mogelijkheden voor het voorkomen van schendingen van het staakt-het-vuren te vergroten en de Libanese regering bij te staan bij de uitoefening van haar volledige soevereiniteit en daadwerkelijke controle over het nationale grondgebied.

De parlementariërs zijn verheugd over de volledige steun van de Raad voor de tenuitvoerlegging van resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad en over de toezegging van de lidstaten om ongeveer 7000 man beschikbaar te stellen voor een UNIFIL-troepenmacht van maximaal 15.000 man. De leden benadrukken de actieve rol van Frankrijk en Italië. Zij steunen volledig het besluit dat Frankrijk tot februari 2007 het bevel over UNIFIL zal blijven voeren en dat Italië vervolgens de controle op de grond op zich zal nemen.

De leden beklemtonen dat een verdubbeling van de bevelstructuren moet worden voorkomen. Ook benadrukken zij het belang van een duidelijke en adequate omschrijving van het mandaat en de regels voor gevechtshandelingen, alsmede van de structuur en de bevoegdheden van UNIFIL. Deze regels, structuur en bevoegdheden moeten zo nodig worden overeengekomen overeenkomstig een nieuwe resolutie van de VN-Veiligheidsraad waarbij rekening wordt gehouden met de lering die is getrokken uit de eerdere inzet van VN-vredestroepen, met name in Bosnië en Herzegovina.

Het Parlement wijst erop dat het voor alle lidstaten van belang is de eisen na te leven die in resolutie 1701 zijn gesteld met betrekking tot wapenleveranties. Deze oplossing moet leiden tot ontwapening van alle milities, met inbegrip van Hezbollah, en moet voorkomen dat wapens Libanon binnenkomen. Onder die voorwaarden dringt het EP aan op opheffing van de lucht- en zeeblokkade van Libanon.

Het EP doet een dringend beroep op Iran en Syrië om een constructieve rol te spelen, vooral als het gaat om de tenuitvoerlegging van resoluties 1559 en 1701. Het verzoekt met name Syrië om de controles aan de Syrische kant van de Libanees-Syrische grens te verscherpen overeenkomstig VN-resolutie 1701 die verlangt dat buurlanden de levering van wapens aan niet-staatsorganisaties verhinderen.

Voorts pleit het Parlement voor een omvattend internationaal onderzoek, dat op hoog niveau onder de hoede van de VN-secretaris-generaal in Libanon en Israël moet worden verricht, met de opdracht een onderzoek in te stellen naar de gerapporteerde ernstige schendingen van de mensenrechten, de nood onder de slachtoffers en de schending van het humanitair recht.

Teneinde te komen tot een duurzame vrede, wijst het EP erop dat het vredesproces voor het Midden-Oosten weer bovenaan op de internationale politieke agenda moet worden geplaatst. De Vergadering verzoekt het Kwartet de tenuitvoerlegging van de routekaart nieuw leven in te blazen voor de jaarlijkse algemene vergadering van de VN die in september wordt gehouden. Het EP herhaalt dat de tweestatenoplossing waarbij een Israëlische en Palestijnse staat naast elkaar bestaan in vrede en veiligheid een wezenlijke voorwaarde is voor een vreedzame en blijvende regeling in het Midden-Oosten.

Het Parlement vraagt de Raad en de Commissie om samen met de internationale gemeenschap de Palestijnse bevolking te blijven verzekeren van de meest essentiële hulp. Het verlangt versterking en uitbreiding van het Tijdelijke Internationale Mechanisme, zowel in tijdsduur als met financiële middelen. Verder roept het EP de Israëlische regering op tot hervatting van de overdracht van ingehouden Palestijnse belasting- en douaneontvangsten. Volgens de europarlementariërs zou de aanwezigheid van een multinationale troepenmacht in Libanon als voorbeeld kunnen worden overgenomen in het onderhandelingsproces voor een regeling van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

Het EP is van mening dat op de middellange en lange termijn de oprichting van instellingen die de landen van het Middellandse-Zeebekken verenigen, bijvoorbeeld een Euro-Mediterrane ontwikkelingsbank, een uitstekend middel is om te zorgen voor duurzame vrede en ontwikkeling. Het EP verzoekt alle EU-lidstaten te streven naar de oprichting van dergelijke instellingen en niet naar bilaterale overeenkomsten. Ten slotte besluit het Parlement om een onderzoeksdelegatie naar Libanon, Palestina en Israël te zenden om zich van de situatie op de hoogte te stellen, met speciale aandacht voor de humanitaire en politieke omstandigheden.

Debat: 6 september 2006 / Stemming ontwerpresolutie: 7 september 2006

 

REF.: 20060901IPR10250