EP wil meer transparantie in de Europese instellingen
Het Europees Parlement wil meer transparantie in de Europese instellingen en keurt vandaag twee rapporten daarover goed. De europarlementsleden roepen de Raad op in het openbaar bijeen te komen wanneer die als wetgever optreedt en vragen de Commissie om tegen het einde van 2006 een nieuw wetsvoorstel uit te werken over het recht op toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
Het EP neemt het verslag aan van rapporteur David HAMMERSTEIN MINTZ (GROENEN/EVA, ES) over de openbaarheid van de bijeenkomsten van de Raad. In dat verslag wordt de Raad wordt opgeroepen zijn reglement van orde bij te werken en zijn werkmethoden te wijzigen, zodat de bijeenkomsten waarop de Raad in zijn wetgevende hoedanigheid optreedt, openbaar en toegankelijk worden voor het publiek. Het Parlement benadrukt dat ook de vergaderingen van Coreper onder de openbaarheidsregels moeten vallen, omdat zij "een essentieel onderdeel van de wetgevende beraadslagingen van de Raad vormen."
Het Parlement acht het onaanvaardbaar dat het belangrijkste wetgevende orgaan van de Unie nog steeds achter gesloten deuren vergadert. Niet alleen omdat de EU zich beschouwt als bevorderaarster van democratisering en democratische verantwoordingsplicht, maar ook omdat openbare Raadsvergaderingen van rechtstreeks belang zijn voor het Europees Parlement en de nationale parlementen om, als rechtstreeks verkozen vertegenwoordigers van de Europese burgers, hun controlerende taak te kunnen vervullen. Nationale parlementen moeten hun regeringen en ministers ter verantwoording kunnen roepen en volgens het EP kan dat niet op doeltreffende wijze gebeuren indien onduidelijk is hoe ministers in de Raad optreden en stemmen en op welke informatie zij hun beslissingen baseren.
Het EP meent dat de Europese burgers meer vertrouwen zouden stellen in het functioneren van de Europese Unie en haar vertegenwoordigers indien de Raad in het openbaar bijeenkomt. Een grotere openheid zal volgens de parlementsleden ook leiden tot meer legitimiteit van de Raadsbesluiten in de ogen van het publiek en zal de openbare discussie over Europese vraagstukken bevorderen en intensifiëren.
Het Parlement benadrukt dat de Raad voorbereidende documenten met betrekking tot punten op de agenda van zijn vergaderingen publiek toegankelijk moet maken. Het EP verzoekt de Raad tevens zijn bijeenkomsten uit te zenden, ook op internet, en de gegevens en agenda's van de zittingen tijdig bekend te maken en daarvan de officiële transcripties in alle officiële talen van de Unie te publiceren. De parlementsleden zeggen dat het noodzakelijk is dat de vertegenwoordigers van de burgers en de media daadwerkelijk toegang tot de Raadsvergaderingen hebben. De leden noemen de wijze waarop deze vergaderingen nu uitgezonden worden onvoldoende voor de nodige openheid.
Het EP roept het huidige voorzitterschap van de Raad op om de kwestie van het publiekelijk toegankelijk maken van de Raadsvergaderingen als prioritair punt op de agenda van de Europese Raad te zetten. Het voorzitterschap zou op 9 mei a.s. (Dag van Europa) plechtig moeten beloven om zijn reglement van orde te wijzigen en om de wetgeving inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese instellingen voor het einde van dit jaar in overleg met het Europees Parlement te herzien.
Het Parlement zet met zijn initiatiefverslag de aanbeveling van de Europese Ombudsman om in een ontwerpresolutie. Ombudsman Nikiforos Diamandouros beveelt de Raad aan terug te komen op zijn weigering om in het openbaar te vergaderen wanneer hij in zijn wetgevende hoedanigheid optreedt. Hij oordeelt dat de Raad geen gegronde redenen aanvoert voor deze weigering.
Het EP geeft ook zijn fiat aan het verslag van rapporteur Michael CASHMAN (PES, UK) over de toegang tot documenten van de Europese instellingen. Volgens het EP schiet de huidige verordening over de toegang van het publiek tot documenten, die in 2001 werd goedgekeurd, tekort. Zo komt het te vaak voor dat met een beroep op de vertrouwelijkheid verzoeken om toegang tot documenten worden afgewezen. Het EP roept de Europese Commissie daarom op om tegen het einde van 2006 een nieuw wetgevingsvoorstel uit te werken over "het recht op toegang tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, en algemene beginselen en beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen met betrekking tot dit recht van toegang."
De nieuwe wetgeving zou het publiek toegang moeten verlenen tot alle voorbereidende documenten verbonden aan een bepaalde beslissingsprocedure, vanaf het moment dat de bij de beslissing betrokken instellingen deze documenten formeel indienen. Ook alle andere relevante informatie of documenten in verband met de bijeenkomsten van de diverse werkgroepen van de instellingen moeten toegankelijk zijn, alsook de bijdragen van de secretariaten van de instellingen - waaronder de juridische diensten - voor zover het niet om zuiver administratieve documenten gaat. Het Parlement vraagt bovendien dat de identiteit van de auteur van ieder initiatief of officieel amendement wordt vrijgegeven.
Naast de documenten waarover gedebatteerd wordt, moeten ook de wetgevingsdebatten in het Parlement of de Raad toegankelijk zijn. Het EP betreurt in het bijzonder dat de debatten van de Raad nog altijd niet openbaar zijn.
Het Parlement wil dat het publiek ook inzage krijgt in comitologieprocedures, vanaf het moment dat een ontwerpmaatregel formeel bij een comité wordt ingediend. Er moet tevens toegang verleend worden tot de relevante aanvullende documenten zoals agenda's, notulen en uitslagen van stemmingen in het comité.
Volgens het EP moet er een duidelijke omschrijving komen van de 'beperkingen op grond van openbare of particuliere belangen', op grond waarvan de toegang tot de documenten van de instellingen geheel of gedeeltelijk kan worden uitgesteld of geweigerd. De nieuwe wetgeving moet daarom waarborgen dat documenten niet routinematig als vertrouwelijk worden aangemerkt, alleen omdat ze verband houden met een zaak die vanuit veiligheidsoogpunt relevant is of zou kunnen zijn, en dat het Europees Parlement voldoende controle kan uitoefenen.
REF.: 20060404STO07063
Nadere informatie :
Openbare beraadslagingen van de Raad
David HAMMERSTEIN MINTZ (GROENEN/EVA, ES)
Rapporteur
Michael CASHMAN (PES, UK)
Rapporteur