Zetelkwestie Europees Parlement

Europees Parlement, Straatsburg
Bron: Fotograaf: Sophie Semenowicz / PDC

De zetelkwestie gaat over de vestigingsplaats van de Europese instellingen. Met name het roulerend vergaderen van het Europees Parlement i in Brussel en Straatsburg staat ter discussie vanwege de hoge kosten die dit met zich meebrengt.

Veel parlementsleden hebben zich de afgelopen jaren voorstander verklaard van het hebben van slechts één vestigingsplaats voor het Europees Parlement. Die zetel zou in Brussel moeten zijn, omdat ook de Europese Commissie en de Europese Raad daar vergaderen. Maar om een einde te kunnen maken aan het 'maandelijkse verhuiscircus' is een verdragswijziging nodig, waarmee alle lidstaten unaniem moeten instemmen. Die kans is echter klein: Frankrijk verzet zich namelijk tegen het verlaten van Straatsburg.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Discussie

Op verschillende momenten laait de discussie over de vraag of het verplaatsen naar Straatsburg verstandig en/of nodig is. In de afgelopen jaren gebeurde dit bijvoorbeeld op de volgende momenten:

  • In november 2013 nam het Europees Parlement een resolutie aan die stelt dat het Europees Parlement zelf wil bepalen waar en wanneer het vergadert. Omdat hier een verdragswijziging voor nodig is, roept het Europees Parlement in dezelfde resolutie hiertoe op.
  • Ook in juli 2017 debatteerde het Europees Parlement over de zetelkwestie. Opnieuw werd de wens uitgesproken om slechts één vestigingsplaats aan te houden. Er werd zelfs geopperd om het EMA i, dat als gevolg van de Brexit i Londen dient te verlaten, in Straatsburg te vestigen. Dat plan werd echter door zowel Frankrijk als toenmalig EP-voorzitter Antonio Tajani i afgewezen.
  • In november 2019 werd er in de context van het uitroepen van de klimaatnoodtoestand gestemd voor het beëindigen van de maandelijkse, vervuilende reizen voor plenaire zittingen van Brussel naar Straatsburg. De Franse president Macron houdt echter nog altijd voet bij stuk om de Europese zetel in Straatsburg te houden.
  • Om het risico op verspreiding van het coronavirus tegen te gaan werden de plenaire sessies vanaf maart 2020 tijdelijk naar Brussel verplaatst. Vanaf september hadden deze vergaderingen weer plaats moeten vinden in Straatsburg. Omdat Straatsburg in september 2020 een 'rode zone' werd vanwege het coronavirus, wordt de eerste plenaire sessie na de zomer toch weer in Brussel gehouden. Ook in het begin van 2021 werd nog in Brussel vergaderd, vanaf juni 2021 vindt de plenaire vergadering weer plaats in Straatsburg.

2.

Verdrag

Het EG-Verdrag bepaalt dat de zetels van de instellingen van de Gemeenschap in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten worden vastgesteld. Dit gebeurde op de top van Edinburgh (11 en 12 december 1992).

Het resultaat was als volgt:

  • Het Europees Parlement heeft zijn zetel in Straatsburg voor de twaalf perioden van de maandelijkse voltallige zittingen, met inbegrip van de begrotingszitting. De bijkomende voltallige zittingen worden gehouden in Brussel. De commissies van het Europees Parlement zetelen in Brussel. Het secretariaat-generaal van het Europees Parlement en zijn diensten blijven in Luxemburg gevestigd.
  • De Raad i heeft zijn zetel in Brussel. In de maanden april, juni en oktober houdt de Raad zijn vergaderingen in Luxemburg
  • De Commissie heeft haar zetel in Brussel (enkele diensten zijn gevestigd in Luxemburg).
  • Het Hof van Justitie i en het Gerecht i van Eerste Aanleg hebben hun zetel in Luxemburg, evenals de Europese Rekenkamer i en de Europese Investeringsbank i.
  • Het Economisch en Sociaal Comité i heeft zijn zetel in Brussel.
  • Het Comité van de Regio’s i heeft zijn zetel ook in Brussel.

Over de zetel van andere organen en bureaus is op de Europese Raad i in oktober 1993 in Brussel een besluit genomen. Daarbij is voorrang gegeven aan lidstaten waar tot dusver geen instellingen of organen van de Unie gevestigd waren.